Analyse: Waarom Renault het met loze woorden nog moeilijker maakt

Renault beleeft vooralsnog een miserabel 2019. In het jaar waarin de Fransen afgetekend vierde bij de constructeurs willen worden en het gat met de topteams willen verkleinen, worstelt de equipe van Cyril Abiteboul. Motorsport.com analyseert de progressie, media-uitingen en mogelijke oplossing.

Daniel Ricciardo, Renault R.S.19

Daniel Ricciardo, Renault R.S.19

Andy Hone / Motorsport Images

Het is inmiddels een vertrouwde riedel in de Formule 1 geworden: Renault blaast hoog van de toren, valt vervolgens tegen op het asfalt en zegt uiteindelijk het 'echte' probleem te hebben gevonden. Het is een PR-aanpak waar Red Bull Racing - dat zelf overigens ook voldoende steken liet vallen in het moddergooien - vorig jaar tabak van had. Aan woorden geen gebrek, maar aan tastbare resultaten des te meer.

Dit jaar lijkt de volgende fase binnen deze negatieve trend ingezet: de talloze beloften komen als een boemerang terug in het gezicht van het fabrieksteam. Renault staat momenteel slechts achtste bij de constructeurs en bleef in de helft van de eerste zes races puntloos. De problemen liggen bovendien op verschillende vlakken. Allereerst lijkt men motorisch voorbijgestreefd door Honda, terwijl het ook op aerodynamisch vlak nog geen hosanna is.

Dit laatste wordt duidelijk als we de resultaten afzetten tegen die van klantenteam McLaren, de afgelopen jaren ook bepaald geen hoogvlieger. Desalniettemin heeft formatie uit Woking nog wel twee keer zoveel punten verzameld. Carlos Sainz en Lando Norris presteerden vooral beter op banen als Barcelona en Monaco, niet geheel toevallig twee circuits waar het chassis belangrijk is. Of zoals technisch expert Gary Anderon, onder meer ex-technisch directeur van Jordan, het verwoordt: "Ondanks allerlei boude uitspraken over hun progressie, zien de zaken er op beide vlakken - chassis en motor - nog niet goed uit."

 

Ondanks dit deprimerende verhaal is er volgens Renault nog wel hoop voor diens fans, licht aan het eind van de tunnel. Zo heeft Abiteboul recentelijk enkele struikelblokken openbaar gemaakt en verwacht hij binnenkort op het niveau van de Mercedes- en Ferrari-motoren te kunnen opereren. Een probleem met de drijfstang zou dergelijk succes nu nog in de weg staan. Een grote upgrade richting de Grand Prix van Frankrijk moet definitief afrekenen met deze ongemakken, waarna het fabrieksteam eindelijk kan scoren.

Lees ook:

Hoe mooi deze woorden ook klinken, ze zijn in zekere zin onder onderdeel van het probleem. Het helpt Renault namelijk niet, integendeel zelfs. De woorden van Abiteboul dragen niets bij aan technische oplossingen, maar leiden enkel tot een hoger verwachtingspatroon. Rond de Franse Grand Prix zullen alle volgers weer met een vergrootglas naar Renault kijken. Een eventuele tegenvaller - op basis van het recente verleden bepaald niet uit te sluiten - zal het cynisme alleen maar voeden. Het wordt met andere woorden een negatieve spiraal, een vicieuze cirkel.

Dit roept de vraag op waarom Abiteboul überhaupt nog dergelijke uitspraken doet? Het antwoord is simpel: de druk is inmiddels zo groot dat er geen weg terug is. De F1-afdeling moet haar meerderen namelijk laten geloven dat er meer in het vat zit, om zo de geldstroom te continueren. "Om het moederbedrijf ervan te overtuigen geld te blijven pompen, moet het team laten zien dat er licht aan het eind van de tunnel is", weet ook Anderson. Het is met andere woorden een kwestie van moeten, al maakt iedere nieuwe tegenvaller de situatie penibeler.

Met het vastleggen van Daniel Ricciardo en de bijbehorende vergezichten zal Renault de stekker niet zomaar uit het F1-project trekken. Maar dat neemt niet weg dat het beter moet. Renault wil terug naar de gloriejaren met Fernando Alonso, waarin winnen nog heel normaal was. Anderson weet na zijn onderzoek van de progressie echter dat dit op korte termijn een utopie is. Zo bewijzen onderstaande resultaten van de 'supertijd-methode' - percentuele achterstand ten opzichte van de snelste auto - dat Renault meteen na haar F1-terugkeer nog veel terrein goedmaakte, maar vervolgens wat is gestagneerd.

F1-seizoen Achterstand
2019 102.084%
2018 102.137%
2017 102.186%
2016 103.238%

Op basis van zijn berekeningen trekt Anderson dan ook stevige conclusies: beide coureurs zijn goed, maar het management moet op de schop voor succes. "Qua coureurs heeft Renault geen excuses meer. Geef Ricciardo en Hülkenberg de middelen en ze zullen leveren", weet hij. "Maar ze missen momenteel juist die middelen. Als dat te lang blijft voortduren, zal het bestuur onvermijdelijk vragen stellen." Het brengt Anderson tot slechts één mogelijke oplossing: "Renault heeft een sterkere managementstructuur nodig. Minder praten en meer actie. En als ze de geschikte mensen in huis hebben, dan moeten ze meer luisteren naar mensen als Alain Prost."

De problemen van Renault nader geanalyseerd:

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Vasseur: Weekend Alfa Romeo na rampzalig verlopen Q2 al voorbij
Volgend artikel Steiner haalt andermaal uit naar F1-stewards: "Niet op niveau"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland