Nyck de Vries wint kort geding van vastgoedinvesteerder Schothorst

AlphaTauri F1-coureur Nyck de Vries heeft het kort geding gewonnen dat vastgoedmiljonair Jeroen Schothorst tegen hem had aangespannen. De twee partijen hadden een geschil over een lening van 250.000 euro uit 2018. De rechter wees alle vorderingen van Investrand, de investeringsmaatschappij van Schothorst af.

Nyck de Vries, Scuderia AlphaTauri

Foto door: Michael Potts / LAT

Terwijl Nyck de Vries zich in het buitenland voorbereidt op zijn eerste Formule 1-seizoen, wordt er in Nederland gesteggeld over een financiële overeenkomst die hij in 2018 was aangegaan. De coureur uit Sneek kon dat jaar voor Prema in de Formule 2 rijden, maar moest daarvoor wel een half miljoen euro meenemen. Met eigen middelen en sponsorgeld van onder andere supermarktketen Jumbo kwam hij tot de helft. De Vries kwam vervolgens uit bij vastgoedhandelaar Jeroen Schothorst. Die verstrekte de coureur een lening voor de resterende 250.000 euro, wat gebeurde via investeringsmaatschappij Investrand.

De voormalig topman van het inmiddels ter ziele gegane modehuis McGregor rekende voor de lening een vaste rente van 3 procent. Ook kwamen beide partijen met elkaar overeen dat De Vries 50 procent van zijn inkomsten uit F1-activiteiten aan Schothorst moest afdragen, wat in de overeenkomst als variabele rente werd omschreven. De coureur moest Schothorst op de hoogte houden van alle relevante ontwikkelingen in zijn carrière en kopieën sturen van overeenkomsten die hij was aangegaan en betrekking hadden op activiteiten in F1. Ook werd afgesproken dat de lening zou worden kwijtgescholden als De Vries in 2022 nog altijd geen racecoureur was in de Formule 1.

Twee weken geleden werd duidelijk dat De Vries en Schothorst een dispuut hadden over de overeenkomst uit 2018. De Vries is van mening dat de lening moet worden kwijtgescholden, omdat hij in 2022 nog geen contract als racecoureur in de Formule 1 had. Schothorst kijkt daar anders tegenaan en wijst op het feit dat De Vries vorig jaar wel degelijk actief was in de Formule 1. Schothorst meent daarom recht te hebben op de helft van het salaris dat De Vries in 2023 bij AlphaTauri verdient en al zijn toekomstige inkomsten in de Formule 1. Ook vond hij dat De Vries zich niet aan de overeenkomst had gehouden door hem niet voldoende op de hoogte te houden over zijn F1-inkomsten. Schothorst wilde dat alle informatie alsnog boven tafel kwam, inclusief het contract dat De Vries heeft gesloten om dit jaar voor AlphaTauri te kunnen rijden.

Schothorst spande een kort geding aan dat op 17 januari in behandeling werd genomen door de rechtbank in Amsterdam. Daar betoogde de advocaat van De Vries dat Schothorst handelt uit rancune, aangezien De Vries niet in het laatste jaar van de overeenkomst een racecontract in de Formule 1 had gekregen maar in 2023. Ook zou volgens hem hebben meegespeeld dat De Vries niet was ingegaan op een aanbod van Schothorst om zijn manager te worden in de Formule 1.

Schothorst deelde eerder in een verklaring mee dat hij geen andere optie zag dan de zaak voor de rechter te brengen. “We hebben op een cruciaal moment in de carrière van De Vries geïnvesteerd, toen niemand anders dat meer wilde doen. We verschillen nu van mening over de uitleg van de overeenkomst die we destijds met elkaar zijn aangegaan. Dat soort dingen gebeuren en daardoor ontkomen we er helaas niet aan de zaak aan de rechter voor te leggen”, meldde hij in het statement. “We hadden dat liever anders gezien, maar dat neemt niet weg dat ik als autosportfan Nyck al het mogelijke succes wens in het vervolg van zijn carrière.”

Vrijdagmiddag werd er uitspraak gedaan in het kort geding. De rechter stelde vast dat De Vries in 2022 nog geen race driver was, met als gevolg dat de lening dient te worden kwijtgescholden. "Weliswaar heeft hij op 11 september 2022 deelgenomen aan de F1 tijdens de Grand Prix van Italië, maar hij deed dit als reserve driverHij was op dat moment niet gecontracteerd als race driverHij viel slechts in voor een andere coureur met een blindedarmontsteking."

Ook oordeelt de rechtbank dat ‘onvoldoende aannemelijk’ is geworden dat De Vries zich tot 2023 niet of structureel onvoldoende aan de afspraak zou hebben gehouden als het gaat om op de hoogte houden van Schothorst van alle relevante ontwikkelingen in zijn carrière en het verstrekken van kopieën van overeenkomsten. Schothorst had in januari 2022 namelijk zijn akkoord gegeven voor een betaling van 114.361 euro, wat vijftig procent van de inkomsten was over de periode tot en met 2021, en niet geprotesteerd hebben tegen een betaling van 75.000 euro, wat de helft van de inkomsten was over 2022 en vorig jaar in twee delen is overgemaakt. Verder kwam De Vries met een Whatsapp-conversatie van in totaal 26 A4-tjes, om aan te tonen dat hij in de periode van 2017 tot en met 2022 regelmatig contact had met Schothorst.

Ook de vordering van Schothorst om het contract van De Vries met AlphaTauri in te zien werd afgewezen, omdat de overeenkomst wat de rechter betreft per 2023 is beëindigd en volgens hem ’niet uitgesloten’ kan worden dat een bodemrechter tot hetzelfde oordeel zal komen. Schothorst kan er niettemin nog wel voor kiezen om een bodemprocedure op te starten.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Foto's: Red Bull toont nieuwe outfits Max Verstappen en Sergio Perez
Volgend artikel Red Bull houdt 2023-presentatie, maar toont echte RB19 van Verstappen nog niet

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland