Breaking news

Abiteboul wil snel duidelijkheid over nieuwe power units

De power unit-regels per 2021 zijn nog altijd niet definitief vastgesteld. De tijd voor grote wijzigingen begint te dringen, benadrukt Renault-manager Cyril Abiteboul. Als het aan de vier huidige motorfabrikanten in de Formule 1 ligt, dan verschilt de nieuwe generatie power units niet heel veel ten opzichte van de huidige generatie.

Cyril Abiteboul, Renault Sport F1 Managing Director

Jerry Andre / Motorsport Images

Lewis Hamilton, Mercedes AMG F1 W09
Sebastian Vettel, Ferrari SF71H
Max Verstappen, Red Bull Racing RB14
Pierre Gasly, Scuderia Toro Rosso STR13
Esteban Ocon, Force India VJM11, voor Carlos Sainz Jr., Renault Sport F1 Team R.S. 18, en Romain Grosjean, Haas F1 Team VF-18
Kevin Magnussen, Haas F1 Team VF-18
Stoffel Vandoorne, McLaren MCL33
Charles Leclerc, Sauber C37
Lance Stroll, Williams FW41, voor Marcus Ericsson, Sauber C37

De FIA en Liberty Media wilden de power units aanvankelijk minder complex maken, onder meer door de MGU-H te schrappen en bepaalde onderdelen te standaardiseren. Mercedes, Ferrari, Renault en Honda zien dat echter niet zitten. Het ontwikkelen van een volledig nieuwe krachtbron kost namelijk veel geld en bovendien lijkt er in 2021 geen nieuwe motorleverancier toe te treden tot de Formule 1, beargumenteren ze hun gezamenlijke standpunt. Vorige week hadden de FIA, de Formule 1 en de vier fabrikanten een vergadering over de nieuwe power units-regels.

“Als we een volledig andere motor willen voor 2021, dan begint de tijd te dringen. Dan zou het uiterlijk in deze zomerstop geregeld moeten zijn”, zegt Abiteboul tegen Motorsport.com. “Het is geen geheim dat er twee hoofdredenen waren voor een verandering van het reglement. Ten eerste, de mogelijke toetreding van een nieuwe fabrikant. Ten tweede, de situatie bij Red Bull.” Red Bull heeft met Honda inmiddels een nieuwe motorpartner gevonden en andere fabrikanten lijken er niet bij te komen in de F1. “Een radicale verandering van het power unit-reglement is daarom minder noodzakelijk geworden, denk ik”, aldus Abiteboul.

Volgens Abiteboul zitten alle fabrikanten op één lijn. “Het gaat nu om de laatste details, maar over het algemeen zijn we het eens wat er moet gebeuren. We zijn het erover eens dat het beter is om verder te gaan met het huidige platform, maar dat we met dat huidige platform beter werk kunnen leveren”, vervolgt hij. “We accepteren dat we de power unit om andere redenen moeten verbeteren. Hoofdzakelijk voor de show, de race, de klantenteams en ook de kosten voor de fabrikant. Bepaalde dingen zouden we eerlijk gezegd ook al volgend jaar kunnen doen, daarvoor hoeven we niet tot 2021 te wachten. Dat is één van de dingen waarover we het naar mijn mening moeten hebben: als we het eens worden over een interessante verandering voor 2021, dan zouden we misschien moeten kijken welke van deze verbeteringen al eerder kunnen worden doorgevoerd.”

Abiteboul vindt het goed dat de MGU-H behouden lijkt te blijven. “We geloven dat de MGU-H een goed onderdeel voor de Formule 1 is. In deze sport wil je constant aanvallen, maar zonder MGU-H heb je een probleem met het behouden van het vermogen. Het zou ook gek zijn om na een aantal jaar afscheid te nemen van de MGU-H, waar autofabrikanten het omgekeerde doen”, legt hij uit. “Misschien kunnen we de werking van de MGU-H en ook de MGU-K vereenvoudigen. Wellicht kan de manier waarop de elektrische energie wordt ingezet iets bijdragen aan de show, in plaats van dat het iets wegneemt bij de show. Misschien kunnen bepaalde dingen rond het energiemanagement gestandaardiseerd worden. Dat zou het verschil iets kleiner maken en goed zijn voor het racen.”

Haas-teambaas Guenther Steiner is vooral van mening dat de power units per 2021 voor een redelijke prijs beschikbaar moeten zijn voor de klantenteams. “Ik hoef de fabrikanten niet te vertellen wat ze moeten maken, dat weten ze zelf wel. Wat ik wel graag zou willen, is dat er een maximumbedrag komt voor wat we moeten betalen voor de motoren”, zegt Steiner tegen Motorsport.com. “De fabrikanten kunnen vervolgens doen wat ze willen. Als ze een motor van goud willen maken en wij die voor de afgesproken prijs kunnen krijgen, dan is dat prima. Dat standpunt is omdat we niet de expertise hebben om erbij betrokken te worden. Eén of twee turbo’s, bij dat soort vragen willen we niet betrokken zijn omdat we ze zelf niet maken. Zolang we zeker zijn van een leverancier en de prijs gecontroleerd wordt, dan zijn we tevreden.”

Met medewerking van Adam Cooper

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Sainz: “WK-stand vertelt niet altijd volledige verhaal”
Volgend artikel Massa verbaasd door uitspraken Stroll: “Was close met hem”

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland