Wolff legt de lat hoog voor Bottas: “Moet op niveau van Lewis presteren”

De 29-jarige Bottas kende een teleurstellend 2018 waarin hij geen enkele race wist te winnen, ten opzichte van teamgenoot Hamilton die wereldkampioen werd. Met Mercedes-reserve Esteban Ocon in de wachtkamer voor een terugkeer in de Formule 1 in 2020, heeft Mercedes een goed alternatief als Bottas niet naar verwachting presteert. Wolff noemt de pech van Bottas een van de grote factoren achter de tegenvallende prestaties, maar benadrukt desalniettemin dat de koele Fin beter moet presteren om langer onderdeel uit te maken van het team.

“Valtteri weet precies wat er van hem verwacht wordt volgend jaar”, zei Wolff. “Hij moet alle pech kwijtraken en op hetzelfde niveau als Lewis presteren. Dat is wat hij nodig heeft voor 2020. Hij weet wat er van hem verwacht wordt en hij heeft het in zich.” Terwijl Bottas op het circuit nauwelijks verbetering liet zien, maakte Wolff duidelijk dat het alleen maar een grotere uitdaging gaat worden om het gat naar Hamilton te overbruggen omdat de wereldkampioen zelf ook steeds beter wordt. “Valtteri moet veel beter worden nu Lewis ook weer beter wordt”, vervolgde Wolff. “Ik heb gezien dat hij zich altijd kan meten op het gebied van progressie, maar je werkt met een vijfvoudig wereldkampioen. Hij heeft een goede start nodig zodat hij zich met Lewis en de andere coureurs in het kampioenschap kan meten.”

Ondanks dat de lat hoog ligt, heeft Wolff er alle vertrouwen in dat Bottas in staat is om het duel aan te gaan met Hamilton. “Ieder jaar zien we de beste versie van Lewis en er is een reden dat hij vijfvoudig wereldkampioen is”, voegde Wolff toe. “Het verslaan van een wereldkampioen die presteert op het toppen van zijn kunnen is heel erg lastig en Valtteri weet dat. Maar ik denk dat hij het in zich heeft. Ik denk dat hij kan winnen, dat heeft hij bewezen, maar hij had vaak pech of zat in een positie dat hij niet kon winnen. Als hij het momentum kan keren en eens voor een titel kan rijden, dan denk ik dat hij wereldkampioen kan worden.”

Met medewerking van Jonathan Noble