Pijn voor Nakagami: "Iedere bocht voelde alsof ik m'n enkel brak"

Nakagami werd aan het begin van de Dutch TT onderuit gereden door Valentino Rossi. Hoewel er geen breuken geconstateerd werden, heeft de coureur sinds de crash veel last van zijn enkel. Ondanks de pijn zorgde hij er wel voor dat Andrea Dovizioso zich niet wist te plaatsen voor Q2, hij kwam in Q2 ook nog voor Rossi terecht op de tiende plaats. De Japanner onthulde dat hij niet langer dan tien ronden op de motor kan zitten, hij noemde zijn huidige situatie “een ramp”.

“Tijdens de derde vrije training voelde ik me heel slecht, de pijn is verschrikkelijk en het wordt alleen maar erger”, zei hij. “Voor de vierde training hebben we nog een injectie gedaan om pijn te verminderen, maar dat hielp amper. De flexibiliteit is niet slecht, maar het grootste probleem is dat ik mijn voet niet op de grond kan zetten en dat ik de voetsteun niet kan gebruiken. Zelfs als ik m’n voet op de voetsteun zet voel ik al een hele scherpe pijn. Dat is nog het ergste. Misschien kan ik de finish van de race niet halen, ik kan maar tien ronden rijden. Maximaal. Daarna kan ik de motor niet meer houden. De pijn is verschrikkelijk, het voelt iedere bocht alsof ik m’n enkel breek. Ik heb nauw contact gehad met de artsen van Clinica Mobile, ze hebben me heel goed geholpen. Helaas voelde het ineens slechter tijdens de derde training, ik weet niet waarom, maar dit is een ramp. Ik doe mijn best om de laatste dag voor de zomerstop door te komen, daarna hebben we vakantie.”

Gevraagd naar zijn verrassende ronde in Q1, zei Nakagami dat zelfs zijn team verrast was door de ronde. Zelfs vond de coureur het bemoedigend dat hij zijn “potentieel” kon tonen op de 2018-Honda, ondanks zijn fysieke toestand. “Ik ben heel erg verrast. Ik wist tijdens de ronde dat ik heel erg dicht tegen P2, P3 of P4 zat”, voegde hij toe. “We wisten niet wat de situatie was en toen zag ik dat ik P2 was. Dat had niemand verwacht, want zelfs m’n team was heel erg verrast toen ik ze op televisie zag. Het is heel erg goed, ik heb tot het laatste moment m’n best gedaan en dat leverde een verbetering op. Dit is goed voor het team en goed voor mij. Ik ben blij dat ik op deze manier toch m’n potentie kan laten zien.”

Met medewerking van David Gruz