Suzuki-baas adviseert Ducati: "Houd Dovizioso nog twee jaar"

Lang leek het erop dat Dovizioso zonder al te veel drama nog eens twee jaar bij zou tekenen bij de renstal uit Borgo Panigale, maar in de Italiaanse media zijn recent berichten verschenen over een potentiële overstap naar KTM. Ook Dovizioso’s manager, Simone Battistella, gooide vorige maand wat olie op het vuur toen hij verklaarde ‘dat Ducati Dovizioso harder nodig heeft dan andersom’. Gevraagd naar zijn mening, verklaarde Brivio dat hij Dovizioso nog een periode naast een jongere coureur zou zetten.

“Dovizioso heeft bewezen dat hij een rijder is die kan winnen, hij heeft nu een aantal jaren op rij laten zien dat hij de grootste rivaal van Marc Marquez is. Ik zou hem er als garantie voor de toekomst bijhouden”, verklaarde Brivio in een teleconferentie met geselecteerde media, waaronder Motorsport.com. “Misschien zou ik juist proberen hem er nog bij te houden en zijn uiteindelijke vervanger voor de toekomst er alvast naast te zetten. [De vervanger] kan zich dan rustig ontwikkelen. Dovizioso zou ik niet gauw wegdoen, maar misschien zijn er bij Ducati problemen waar wij niets van weten. Ze moeten zelf een keuze maken. Uit sportief oogpunt denk ik niet dat ze Dovizioso op kunnen geven. Ik weet niet of er economische, marketingtechnische argumenten zijn.”

Suzuki wil gezonde rivaliteit binnen team

Terwijl Ducati nog geen rijderspaar heeft voor volgend seizoen, deed Suzuki eerder dit jaar goede zaken door zowel Alex Rins als Joan Mir met een nieuw tweejarig contract vast te leggen. Mir, die in 2020 begint aan zijn tweede seizoen in de MotoGP, verklaarde zichzelf niet meer als ‘tweede rijder’ achter Rins te zien. Brivio hoopt dat er een gezonde rivaliteit binnen het team ontstaat waardoor rijders elkaar tot grote hoogte drijven.

“Joan heeft zeker het potentieel om zich met Alex te meten”, vervolgde hij. “Een van de zaken waar we dit seizoen met veel plezier naar uitkeken was de competitieve sfeer binnen het team. Beide coureurs voelen dat. Het is wat we vorig jaar een beetje gemist hebben. In 2018 hadden we Iannone nog en Alex wilde hem ten koste van alles verslaan. Dankzij die interne competitie hebben we de laatste zes of zeven races altijd voor het podium mee kunnen doen. Wanneer een rijder op het podium stond, werd de ander boos omdat hij daar had willen staan. Ik hoop dat we deze sfeer in 2020 terugkrijgen, ik denk dat we de ingrediënten er wel voor hebben.”

Met medewerking van Jamie Klein en Franco Nugnes