Marcus Ericsson wint Indy 500 na drama voor Scott Dixon

Marcus Ericsson is een Indy 500-winnaar. De Zweedse coureur speelde een groot deel van de race een bijrol, maar kwam na de laatste reeks pitstops aan de leiding. Na een zenuwslopende slotfase hield hij Pato O'Ward achter zich.

Marcus Ericsson, Chip Ganassi Racing Honda qualifying run

Foto door: Geoffrey M. Miller / Motorsport Images

Zo’n 300.000 fans hadden zich op Memorial Day verzameld op de Indianapolis Motor Speedway voor de Indy 500. Na alle plichtplegingen sprak de legendarische teambaas, eigenaar van de Indianapolis Motor Speedway en directeur van IndyCar Roger Penske het publiek op de speedway toe. The Captain gaf het startsein voor de opwarmronden met de legendarische woorden “drivers, start your engines”. Scott Dixon, Alex Palou en Rinus van Kalmthout brachten het veld om 12.46 uur lokale tijd naar de groene vlag voor een race over 500 mijl, 200 ronden.

Van Kalmthout crasht na veelbelovend begin

Scott Dixon maakte de beste start en dook als eerste de eerste bocht in. Alex Palou kwam aan het eind van het tweede rechte stuk even langszij. De CGR-teamgenoten werkten samen door steeds enkele ronden op kop te rijden en zo het brandstofverbruik te optimaliseren. Het team meldde zich echter wel op de radio bij Palou omdat ze geen inzicht hadden in zijn telemetrie. In de 30ronde was Scott Dixon de eerste die een pitstop maakte. Palou volgde een ronde later en VeeKay maakte nog een ronde later ook een cleane eerste stop vanaf de leidende positie. Hij sloot direct weer aan bij de beide Ganassi-coureurs, maar nestelde zich enkele ronden later tussen de regerend IndyCar-kampioen en de zesvoudig kampioen.

Het veelbelovende begin van Van Kalmthout eindigde echter in een gigantisch fiasco. In de 39ste ronde brak de achterkant van de ECR Chevrolet uit en was de Nederlander kansloos. Hij kwam hard in aanraking met de muur en er ontstond een grote vuurbal achter de auto. De zwaar beschadigde wagen van Van Kalmthout kon geen meter meer rijden. De rijder stapte op eigen kracht uit, maar moest – zoals altijd het geval is in IndyCar - wel voor controle naar het medisch centrum op het circuit. Voor Van Kalmthout eindigde zijn derde Indy 500 met een DNF.

 

Klapper van Ilott gooit roet in het eten voor Palou

In de 48ste ronde werd de race hervat met Dixon en Palou aan de leiding. Zij waren bijna aan het eind van de tweede stint. Dixon had net zijn tweede stop gemaakt voor brandstof toen Callum Ilott in bocht 2 een soortgelijke crash als VeeKay meemaakte. De Engelse coureur vloog aan de buitenkant van de baan en maakte daarna nog een flinke smak tegen de muur aan de binnenkant van het circuit. Dat leverde de tweede neutralisatie op en de pitstraat ging dicht op het moment dat Palou binnen wilde komen. Hij werd doorgestuurd, maar had niet genoeg brandstof en moest alsnog naar binnen terwijl de pits nog gesloten was.

Dixon lag bij de herstart nog aan de leiding, maar was zijn bondgenoot Palou kwijt. De Catalaan moest achteraan starten vanwege de onreglementaire pitstop even daarvoor. Dixon had met Conor Daly en Pato O’Ward twee Chevrolets in zijn nek met Marcus Ericsson en Tony Kanaan op de plekken vier en vijf. O’Ward probeerde direct te profiteren bij de herstart door Daly aan te vallen, maar betaalde daar de prijs voor. Hij moest even van het gas toen Daly, die voor de pitstops op de achttiende plek lag, de deur dichtsmeet en kreeg direct Ericsson om zijn oren. Daardoor ontstond een gaatje met Dixon en Daly die vooraan ineens een aardige marge hadden.

Grosjean vroeg klaar bij Indy 500-debuut

Daly probeerde brandstof te sparen in de slipstream van Dixon, maar zag aan het begin van ronde 81 zijn kans schoon om de leiding over te nemen. Het was van korte duur, een ronde later keerde Dixon alweer terug aan het front. O’Ward had zich na een hectische herstart gesetteld op de derde plaats en vond de rust om extra brandstof te sparen. De McLaren-coureur had ten opzichte van Dixon en Daly al een voordeel en kon dat ten volste benutten door de beide leiders voor zich te houden en niet al te veel inspanning te leveren door bijvoorbeeld onnodig vooraan te rijden. Heel vaak nam Daly echter niet over.

In de 105e ronde moest Daly naar binnen voor nieuwe banden en brandstof. Hij was net op tijd aangezien Romain Grosjean een ronde later de controle over de Andretti Autosport-wagen kwijtraakte en ook zijn Waterloo vond in bocht 2. Grosjean was bijzonder teleurgesteld, maar stapte ongedeerd uit de wagen om terug te keren naar de paddock. Opnieuw was het wachten tot de wedstrijdleiding de pitstraat opende. Dixon kwam op de laatste druppels brandstof in de pits en ontliep zo het scenario van Palou. Dixon begon als tweede aan de herstart, achter Daly die zijn stop even daarvoor al gemaakt had.

Daly maakte geen geweldige herstart en kreeg meteen Dixon en O’Ward om de oren. Ook Santino Ferrucci probeerde te profiteren, maar die werd hardhandig aan de kant gezet. Daly kon zo de derde plek houden, maar het stuivertje wisselen ging nog even door.  Het kwam een paar ronden daarna zelfs tot een aanraking tussen Daly en Ferrucci, maar beide coureurs ontsnapten aan een crash. Vooraan had Dixon het initiatief genomen en vond O’Ward het wel best om de zesvoudig kampioen te volgen. Colton Herta had de wedstrijd intussen verlaten. Na zijn crash op Carb Day moest Herta over op de reservewagen en dat bleek een verschrikkelijk moeilijke opgave. Hij maakte een paar keer melding van een bijna-crash en gaf na zo’n 130 ronden op.

Dixon was in ronde 142 de eerste die in de pits kwam voor de volgende stop, de eerste volledige reeks green flag pitstops. O’Ward kon dat moment nog twee ronden uitstellen en was ijzersterk in zijn ronde voor en na de stop. Het leverde hem de leiding in de wedstrijd op en een voorsprong van anderhalve seconde ten opzichte van achtervolger Dixon. De machtsgreep van McLaren leek geslaagd omdat ook Felix Rosenqvist zich vooraan genesteld had, hij had de derde plek van Daly overgenomen. In ronde 151 raakte Team Penske haar hoogstgeplaatste coureur Scott McLaughlin kwijt. De Nieuw-Zeelander had een moment van onbalans bij het insturen van de derde bocht en kon zijn wagen niet uit de muur houden. De marshals mochten daardoor voor de vierde keer deze race aan het werk. McLaughlin was ongedeerd, maar er was een flinke ravage ontstaan op de baan.

Drama voor Dixon, Ericsson profiteert

Met 43 ronden te gaan bracht O’Ward het veld naar de groene vlag en was duidelijk dat iedereen het eind van de race kon halen met nog één pitstop. O’Ward kon de eerste plaats niet houden. Hij klaagde via de teamradio over het gedrag van de wagen, Dixon nam de leiding in de wedstrijd weer over voor de beide McLarens. In ronde 173 was Felix Rosenqvist de eerste van de top-vijf die binnenkwam voor zijn laatste stop. In de 175ste ronde was Scott Dixon de volgende, maar hij was iets te laat met remmen in de pitbox en niet veel later kwam het bericht dat hij te snel was bij de ingang van de pits. Dixon moest nogmaals binnenkomen voor een drive through-penalty en verloor de kans op een nieuwe overwinning.

Ganassi was daardoor na Palou ook Dixon kwijt in de tijd voor de overwinning. Marcus Ericsson was de resterende coureur van het team die zich kon mengen in de strijd om de overwinning. Met achttien ronden te gaan pakte hij Rosenqvist en was zo de virtuele leider in de wedstrijd. De beide McLaren-coureurs hadden niet direct een antwoord en verloren terrein op de Ganassi-coureur. Hij bouwde in een paar rondjes een voorsprong op van drie seconden op O’Ward en had vrij baan op weg naar zijn eerste Indy 500-overwinning.

Het zou echter de Indy 500 niet zijn als er nóg een twist kwam. Met zes ronden te gaan raakte Jimmie Johnson de controle over zijn wagen kwijt in bocht 2. De wedstrijdleiding besloot over te gaan op een rode vlag. Met nog vier ronden te gaan werden alle wagens in de pits opgesteld.

Ericsson houdt O'Ward van het lijf

Nadat de wagen van Johnson opgeruimd was, werd het veld op gang gebracht voor twee opwarmronden en een finale van twee rondjes met Marcus Ericsson aan de leiding voor Pato O’Ward, Tony Kanaan, Felix Rosenqvist en Alexander Rossi.

Bij de herstart verdedigde Ericsson zijn positie met succes. O’Ward kwam bij het ingaan van de laatste ronde eenmaal langszij, maar Ericsson dwong hem naar de buitenkant en de McLaren-coureur kon de aanval niet afmaken. Ericsson kreeg daardoor iets meer lucht en kon de achtervolgers in de laatste ronde afhouden, mede doordat de laatste halve ronde geneutraliseerd werd verreden door een crash van Sage Karam. Ericsson won de Indy 500 voor Chip Ganassi Racing en mocht in Victory Lane van de volle melk genieten.

 

Pato O’Ward eindigde op de tweede plek voor Tony Kanaan, die de derde plek terug wist te veroveren na een mindere herstart. Rosenqvist was de tweede McLaren op de vierde plek voor Alexander Rossi op de vijfde plek. Conor Daly kwam als zesde aan de meet voor Helio Castroneves en Simon Pagenaud. Na zijn vroege straf kwam Alex Palou nog tot de negende plaats, Santino Ferrucci maakte de top-tien compleet.

Uitslag: 106e Indy 500

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel VIDEO: Van Kalmthout ligt uit de Indy 500 na zware crash
Volgend artikel Ericsson wint Indy 500 na late rode vlag: “Ik kan het niet geloven!”

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland