Ricciardo: "Vertrouwen, niet de nieuwe motor, sleutel tot snelle tijd"

De Australiër zette in de middagtraining de snelste tijd op de klokken, ruim zes tienden voor de Mercedes van Lewis Hamilton. Direct werd er gewezen naar de nieuwe Renault-motor, maar volgens Ricciardo leverde hem dat maar een tijdwinst van maximaal twee tienden op.

“Ik heb veel vertrouwen in de auto, dat is het voornaamste hier in Monaco”, legde Ricciardo na afloop uit in gesprek met onder meer Motorsport.com. “We hebben een goede auto. Het is een combinatie van persoonlijke prestaties en de verbeterde motor. Laten we afwachten hoe de kwalificatie verloopt maar met deze dag ben ik tevreden. We kunnen nog wat tijd winnen als we de grenzen wat meer gaan opzoeken.”

“Ik geniet altijd van deze race. In de middag voelde ik me meer op mijn gemak met de balans, ik denk dat we goede vooruitgang hebben geboekt. Ons window is nu behoorlijk goed. Nu is het afwachten hoe de baan verder evolueert maar als er weinig verandert, zullen we er op zaterdag goed bij zitten. De zege op zondag is absoluut mijn doel. Mijn tijd is gekomen en dit is onze beste baan om het te doen. Hier kan je echt het verschil maken met commitment en vertrouwen. Mercedes zal nog veel tijd goedmaken maar hopelijk kan ik vooraan blijven.”

Gevraagd naar de nieuwe Renault-motor, zei Ricciardo: “Hij levert geen zes tienden op. Het is zeker een vooruitgang. Op dit moment denk ik dat hij goed is voor een tot twee tienden.”

Horner onder de indruk

Teambaas Christian Horner was erg te spreken over de prestatie van Ricciardo: “Dat was een zeer indrukwekkende sessie van hem”, zei de teambaas. “Op beide sets banden was hij sneller dan de Mercedessen. Uiteraard weet niemand de hoeveelheid brandstof aan boord en met welke motorafstelling zij rijden, maar het is zeker een positieve start. Korte en lange runs leken zeer competitief. Zijn precisie en foutloze rijstijl, hij is helemaal één met de auto. Geweldig om naar te kijken. En de auto werkt fantastisch. De rondetijden zeggen genoeg.”

Met medewerking van onze Formule 1-verslaggever Jonathan Noble