Wolff maakt zich zorgen over inkomstenstroom F1

De nieuwe Grand Prix in Miami die vanaf volgend jaar op het programma staat, wordt niet volgens het traditionele model georganiseerd. De promotor betaalt niet een grote som geld die in de loop der jaren verder oploopt, maar is daarentegen gebaseerd op het model waarin de risico’s en opbrengsten gedeeld worden. F1 deelt daarmee ook mee bij de entreegelden en de inkomsten van hospitality.

Die ontwikkeling heeft geleid tot een aantal promotors die zoeken naar betere overeenkomsten voor de toekomst. Zowel Hockenheim als Baku heeft publiekelijk aangegeven te willen onderhandelen over betere voorwaarden, terwijl Silverstone achter gesloten deuren werkt aan betere voorwaarden voor de toekomst van de F1 op het circuit.

Teams maken zich zorgen dat de opbrengsten verder zullen dalen wanneer de fees voor races komen te vervallen. Wolff verklaarde dat het niet eenvoudig zou worden om de deals uit het Bernie Ecclestone-tijdperk te herhalen en zei: “De fees waren een van de drie grote inkomstenbronnen in het businessmodel van Bernie. Hij was exceptioneel bij het onderhandelen van dit soort deals. Ik weet niet zeker of [dit systeem] duurzaam is. Het is duidelijk dat mensen en promotors proberen betere deals te bemachtigen en over het businessmodel willen onderhandelen. Bernie vocht tot de laatste cent voor zijn aandeelhouders en teams, maar promotors kwamen daardoor in een lastige economische situatie.”

Ondanks de kwaliteiten van Ecclestone, verwacht Wolff dat de sport elders genoeg inkomsten kan creëren. “Ik heb het vertrouwen dat het huidige management de juiste beslissingen neemt en goede deals kan beklinken met promotors en nieuwe circuits. Miami is een erg mooi project”, vervolgde Wolff. “Maar het is ook duidelijk dat het lastig wordt om een van de steunpilaren [qua inkomsten] te behouden op het niveau dat we eerder hadden. We moeten op andere gebieden groeien waar we nog nooit mee bezig zijn geweest. We moeten betere deals hebben op het gebied van televisie en digitale inkomsten en het vinden van alternatieve inkomstenstromen.” 

Met medewerking van Adam Cooper