Wat de resultaten niet vertellen over de ontwikkeling van Stoffel Vandoorne

Vandoorne kent voorlopig een vrij anoniem bestaan in de koningsklasse van de autosport als teamgenoot van een ster als Fernando Alonso. Door de aanhoudende problemen bij McLaren heeft de Belg ook op het circuit nog geen krantenkoppen gehaald.

Vandoorne werd in 2018 tot nu toe in elke race geklopt door zijn teamgenoot in de kwalificatie en verzamelde acht punten tegenover 32 voor Alonso. De Formule 1-paddock heeft snel de neiging om een rookie die geen resultaten haalt af te branden, maar McLaren weet wel beter. Op basis van alle gegevens weet het team precies wat het aan Vandoorne heeft. Het verschil met de tweevoudige wereldkampioen is een stuk kleiner dan de uitslagen doen vermoeden.

Tom Stallard is de race-ingenieur van Vandoorne bij McLaren en in die rol dus zijn eerste aanspreekpunt en vertrouwenspersoon. Volgens Stallard heeft Vandoorne dit jaar veel vooruitgang gemaakt met een wagen die hem in principe minder goed ligt. Vandoorne sukkelde dit seizoen met de onvoorspelbaarheid van de achterkant van de McLaren, terwijl zijn rijstijl - net zoals die van ene Sebastian Vettel - net een stabiele achterkant nodig heeft. Alonso heeft daar met zijn andere stijl minder last van.

“De rijstijl van Stoffel is om heel veel snelheid mee te nemen in de bocht, waardoor je soms het uitkomen van de bocht in het gedrang brengt”, vertelt Stallard aan Motorsport.com. “We hebben met Stoffel gewerkt om de wagen wat stabieler te maken. Zo kan hij beter de juiste balans vinden om met genoeg snelheid de bocht in te gaan zonder dat te moeten terugbetalen bij het uitsturen. Vettel rijdt ook zo en omdat die meestal in een goede wagen zit, ziet hij er goed uit. In zijn laatste seizoen met Red Bull in 2014 was de wagen minder en zag hij er naast Daniel Ricciardo niet zo speciaal uit, wat hij duidelijk wel is. Met Stoffel maken we nu hetzelfde proces door.”

De specificatie die McLaren in de Grand Prix van Spanje introduceerde [met nieuwe voorvleugel, video boven] maakte de MCL33 niet veel competitiever, maar wel voorspelbaarder en dat is essentieel voor Vandoorne. Sindsdien schurkt hij veel dichter aan bij Alonso. Waar hij op dit moment vorig seizoen gemiddeld zeven tiende per ronde trager in de kwalificatie, is dat nu nog maar twee tiende. Dat is niet slecht voor iemand die vaak pas als tweede de nieuwe updates van McLaren krijgt.

In Monaco was de voormalige GP2-kampioen zelfs het hele weekend sneller tot hij voor de kwalificatie problemen met de ophanging kreeg. In Canada was hij slechts 0.009 langzamer. “De verbeteringen helpen hem zeker”, bevestigt Stallard. “Maar hij wordt zelf ook steeds beter. Hij is nu preciezer bij het uitsturen. “In Monaco was hij het hele weekend snel tot we achteraan een probleem met de ophanging hadden in de kwalificatie”, vervolgt Stallard. “Dat kostte hem tijd en zorgde er mee voor dat hij onderstuur kreeg en de voorbanden sneller ging verslijten. Dat ruïneerde onze race. Hij was ook sterk in Bahrein waar hij een verschrikkelijke start had, wat niet zijn schuld was. Toen was hij laatste en heeft hij enorm veel wagens ingehaald. Jammer genoeg was daar op televisie niks van te zien.” Vandoorne rukte uiteindelijk op naar de achtste plek net na Alonso.

Stoffel Vandoorne, McLaren MCL33, Sebastian Vettel, Ferrari SF71H, Marcus Ericsson, Sauber C37, Brendon Hartley, Toro Rosso STR13

Foto: Zak Mauger / LAT Images

Alonso mag dan traditioneel zijn teamgenoten het leven zuur maken, toch is het voor Vandoorne een enorm leerrijke ervaring om zich twintig keer per jaar met de Spanjaard te kunnen meten. Zeker omdat tegenwoordig het aantal testdagen voor een rookie minimaal zijn. Lewis Hamilton stond er bij zijn debuut in 2007 meteen, maar had toen al 27 testdagen achter de kiezen. Dat zijn er nog altijd meer dan Vandoorne nu. “De kracht van Fernando is dat hij ongeacht de omstandigheden altijd 99 procent uit de wagen haalt”, legt Vandoorne uit. “Daarom is hij voor mij een goede waardemeter. Je weet exact waar je staat. Hij heeft ook zeventien jaar ervaring en is een van de groten van onze sport. Voor mij is het heel positief geweest om met hem te rijden. Ik heb veel geleerd over hoe je een weekend opbouwt, wat belangrijk is en wat niet.” 

Fernando Alonso, McLaren en Peter Prodromou, technisch directeur McLaren

Foto: LAT Images

Voor Vandoorne wordt het nu essentieel om al die knowhow om te zetten in resultaten. Dan is er voor McLaren geen reden om aan de Rumbekenaar te gaan twijfelen. Naast de baan heeft hij zijn waarde al bewezen. “Hij heeft een heel goed gevoel voor de wagen en geeft goede feedback”, zegt Stallard nog. “Hij zit constant in de fabriek en brengt veel tijd door met [technisch directeur] Peter Prodromou. Peter vertrouwt zijn feedback. Ze hebben samen geluncht in Baku en uit dat gesprek zijn enkele testonderdelen voortgekomen voor Barcelona. Stoffel is erg nauw betrokken bij de ontwikkeling van de wagen op de langere termijn. Hij heeft op zijn eigen, rustigere manier dus een grote invloed."