Tom Coronel: "Meer zat er helaas niet in"

Het raceweekend in het Japanse Okayama heeft SEAT-coureur Tom Coronel niet het gewenste resultaat gebracht. In de eerste race werd hij slechts zestiende, na een tik op het linker voorwiel te hebben gekregen van een concurrent. In de tweede race wist Coronel nog een aantal plekken goed te maken en negende te worden.

De warm-up op zondagochtend, waarin Tom Coronel de derde tijd reed, werd nog bij droog weer verreden, maar zoals zo vaak in Japan zette voorafgaand aan de race de regen in. De wedstrijdleiding besloot daarop de race achter de safety car te laten starten. Voor Coronel liep ook de race niet fantastisch. Al in de beginfase werd hij aan de linker voorkant van zijn auto geraakt door Kristian Poulsen, toen die op de natte baan in de rondte ging. Daardoor was Coronel’s SEAT lastig te besturen. Wel vocht hij nog rondenlang met privérijder Yukinori Taniguchi, maar uiteindelijk zat er voor de Nederlander niet meer in dan de zestiende plaats. "De bevestiging van de schokdemper linksvoor was door die tik gebroken. Aan de linker kant stond mijn auto vijf centimeter lager. Ik kon de race uitrijden, maar leuk was het niet”, zei Coronel.

Merkwaardig genoeg werd Coronel op de startgrid voor de tweede race op de 21ste plaats gezet. Protesten van rijder en team leidden tot niets. “De tijdwaarneming had bij mijn resultaat in de eerste race één ronde vergeten mee te nemen, waardoor ik opeens 21ste was, in plaats van zestiende. Later hebben ze zich ervoor verontschuldigd, maar ja, daar had ik natuurlijk niks aan", zei Coronel. In de tweede race reed de coureur gestaag naar voren, waardoor hij als negende over de eindstreep kwam en daarmee in ieder geval nog wat punten scoorde. Coronel: “De rondetijden waren prima. Ik was de snelste van de SEAT-rijders, dus de snelheid was er in ieder geval, maar meer zat er gewoon niet in.” Coronel kijkt nu uit naar de finale van het WTCC, over drie weken op het stratencircuit van Macau, zijn favoriete circuit. “Hopelijk kunnen we het seizoen daar nog op een mooie manier afsluiten.”