Mercedes F1-motor beleeft bijzondere doorbraak

Deze prestatie is het bewijs dat de fabrikant uit Stuttgart nog altijd met man en macht werkt aan het verbeteren van de motor. De Mercedes-krachtbron is de meest efficiënte racemotor uit de geschiedenis van de sport. Thermische efficiëntie is vandaag de dag de sleutel tot succes voor de fabrikanten, en wordt berekend op basis van de hoeveelheid bruikbare energie die geproduceerd kan worden vanuit een bepaalde hoeveelheid brandstof. In de Formule 1 is dat van groot belang, aangezien de brandstofstroom maar 100 kilogram per uur mag bedragen.

De efficiëntie-ratio van 50 procent maakt de Mercedes F1-krachtbron een van de beste verbrandingsmotoren ter wereld. De Duitse fabrikant nadert nu een efficiëntieniveau dat vergelijkbaar is met dieselmotoren die gebruikt worden in grote containerschepen. Deze doorbraak - overigens nog niet bereikt op het circuit - ligt veel hoger dan de gebruikelijke 30 procent efficiëntie van normale atmosferische motoren.

Toen in 2014 de nieuwe hybridemotoren geïntroduceerd werden in de Formule 1, had Mercedes een conversieratio van 44 procent. In een column op de website van het merk, schreef het team: “De oude, atmosferische motoren bereikten in het V8-tijdperk een piek van 29 procent thermische efficiëntie terwijl de laatste keer dat we een dergelijk vermogen zagen in de F1 in 2005 was, met een V10 die 194 kilogram brandstof per uur slurpte. Het is bijzonder dat we de brandstofhoeveelheid hebben gehalveerd voor dezelfde hoeveelheid vermogen. Ruim drie jaar na het debuut, heeft de Mercedes-AMG F1-motor een conversie-efficiëntie van meer dan 50 procent bereikt. Met andere woorden: het produceert nu meer vermogen dan dat er energie verspild wordt. Een opmerkelijke mijlpaal voor elke hybride, en zeker voor een racemotor. Ten opzichte van 2014 is de output 109 pk meer met dezelfde hoeveelheid brandstof.”