Analyse: Hoe McLaren al tien jaar lang de plank helemaal misslaat
De overstap naar Renault bracht McLaren nog steeds niet waar het wil zijn. Als een ontevreden kleuter greep het team de afgelopen jaren alle kansen aan om de problemen bij een ander neer te leggen. Motorsport.com analyseert een pijnlijke periode.
Foto door: Sutton Images
In de periode met Honda schreef McLaren alle problemen toe aan de motor en riep men dat - als McLaren een betere motor zou hebben - er races gewonnen zouden worden. Het was echter duidelijk dat er meer aan de hand was. Nu de motorwissel plaats heeft gevonden is het ook voor McLaren zelf pijnlijk duidelijk dat het tekortkomt op meerdere vlakken. De wagen is zeker vooruit gegaan, maar nog altijd niet zo snel op het rechte stuk als het zou moeten zijn. Je moet je dan ook afvragen of men niet meer rekening had moeten houden met de balans tussen de eisen van de motor en het chassis. Het is dan ook maar zeer de vraag of de juiste beslissingen en doelstellingen zijn vastgelegd. Nu het met dezelfde motor rijdt als Red Bull Racing, heeft McLaren in ieder geval niets om zich achter te verschuilen.
Zak Brown, nog niet zo lang de CEO van het team, praat regelmatig over de verantwoordelijkheid binnen het technische team. Dat is natuurlijk iets dat enorm van belang is, al is het verontrustend als dit niet al aanwezig was. McLaren heeft lang geloofd dat een horizontale structuur, met de recent vertrokken Eric Boullier, Tim Goss, Peter Prodromou en Matt Morris bovenin, beter werkt dan een pyramide-structuur. Maar dat zal nooit werken.
Je hebt altijd iemand nodig die aan het roer staat en verantwoordelijk is voor het geheel, zowel financieel als qua personeel. Iemand die in de gaten houdt dat het potentieel optimaal wordt benut. Ook moet er iemand sterk genoeg zijn om de beslissingen te nemen die ervoor zorgen dat het bedrijf blijft bewegen. En tot slot, maar zeker niet onbelangrijk: die persoon moet in staat zijn de hand op te steken als het de verkeerde kant op dreigt te gaan.
Het is een positief signaal dat McLaren die stap lijkt te gaan maken, ook al heeft het veel te lang geduurd. Een nieuwe structuur opzetten is zeker niet makkelijk. Ze hebben een paar mensen aan boord met de visie, know-how en mogelijkheden om technisch directeur te zijn. Jazeker, er zijn mensen die eraan komen die het tij kunnen keren, maar McLaren kan zich niet veroorloven om een gok te wagen met een relatieve onbekende en onzekere factor in deze situatie.
Iets wat McLaren zich ook moet realiseren, is dat de faciliteiten allang niet meer zijn wat ze tien jaar geleden waren. Dat betekent dat het wel een tijdje kan duren om de juiste persoon te vinden. Dat is natuurlijk vervelend, als je ook nog het gat met de topteams wil dichten.
Het McLaren Technology Centre werd gebouwd rondom de windtunnel, die nu gedateerd is. Dat is waarom McLaren gebruik maakt van de windtunnel van Toyota Motorsport in Duitsland. De huidige F1-wagens hebben heel veel downforce en gezien het feit dat de luchtstroom van de endplates van de voorvleugels zo’n belangrijke rol speelt, is het belangrijk dat de windtunnel groot genoeg is om deze te simuleren. Zolang dat niet het geval is, is het onmogelijk om de problemen met de luchtstroom op te lossen.
De simulatietesten van McLaren zijn goed, maar niet van het niveau van sommige andere concurrenten. McLaren was de eerste die hiermee werkte, maar is inmiddels achterhaald en dan bevindt je je al snel op het verkeerde pad. Het Britse team mag zich gelukkig prijzen met hele, hele rijke aandeelhouders, maar zij werden niet rijk door slecht met hun geld om te gaan. Er zit altijd een plan achter en er moet geld binnenkomen, want anders ebt het enthousiasme gauw weg. Ook de contractbreuk met Honda en het aantrekken van Renault kostte het team heel veel geld.
Met grote veranderingen op komst voor 2021 is het wellicht geen slecht idee voor McLaren om tijd te investeren om de structuur op orde te krijgen om op tijd klaar te zijn voor de nieuwe reglementen. Ook voor de kleine wijzigingen op aerodynamisch gebied voor volgend seizoen is het goed dat McLaren nu al werk maakt van die nieuwe structuur.
Maar je kunt geen nieuwe auto tevoorschijn toveren, je moet een concept hebben met het potentieel en het vertrouwen erin hebben dat je op termijn kan winnen. McLaren is niet meer het innovatieve team dat het ooit was. Het is gewoon een van de teams dat moet vechten om zijn plekje. Je moet hard werken en een paar klappen opvangen. Maar de meeste teams gaan door dit proces en het gaat erom hoe je ermee om gaat. Je kan niet bij iedere tegenslag het roer omgooien, want dan word je er nooit echt beter van.
Veranderen om te veranderen is lang niet altijd iets positiefs. Het is als een dam met een gat erin, je sloopt hem niet gelijk, want je weet dat de volgende waarschijnlijk ook wel ergens een gaatje heeft. Het gaat erom dat je de gaten weet de dichten totdat je het probleem hebt opgelost. Op die manier kun je stappen maken.
Het is absoluut positief dat McLaren zich realiseert dat er meer zwaktes zijn dan de motor en dat ze die recht willen zetten. Wat er nu toe doet is dat de juiste beslissingen worden gemaakt om de technische structuur op orde te krijgen. Als dat zo is, dan kan McLaren de weg naar boven weer inslaan. Anders belandt het weer in een vicueuze cirkel.
De problemen van McLaren dateren al van ver voor de Honda-periode en een blik terug in de tijd leert ons dat er sinds het kampioenschapsjaar van Lewis Hamilton in 2008, maar weinig goed is gegaan. In 1988 won McLaren vijftien van de zestien races en pakte het 78 procent van de punten. Tien jaar later won het negen van de zestien races en pakte het 61 procent van het totaal aantal mogelijke punten. Dat geeft wel aan hoe dominant het team is geweest tijdens het tijdperk Ron Dennis. Maar in die twee jaren had het ook de beschikking over de individuele technische leiderschap van Gordon Murray en Adrian Newey.
De laatste tien jaar zagen er heel anders uit. Hieronder hebben we de laatste tien seizoen van het team samengevat. De punten in het kampioenschap worden als percentages gegeven, zodat het verschil in puntensystemen een beetje wordt gecompenseerd. Bijvoorbeeld: als McLaren alle races met een een-twee was gefinisht, dan scoren ze honderd procent.
2008
Tweede in het constructeurskampioenschap
Punten: 47%
Dit was geen slecht seizoen in sportief opzicht. Hamilton won het kampioenschap bij de rijders en McLaren werd tweede in het constructeurskampioenschap. Het team was gedreven en hakte vlug knopen door, zo verving het Fernando Alonso.
2009
Derde in het construceurskampioenschap
Punten: 23%
McLaren miste de boot volledig met de nieuwe reglementen op aerodynamisch gebied. De dubbele diffuser van Brawn, Williams en Toyota speelden McLaren natuurlijk parten, maar er waren ook andere missers bij McLaren. Dit toonde aan dat niet iedereen vooruitstrevend genoeg dacht. In deze periode kreeg McLaren complimenten voor de ontwikkeling tijdens het seizoen. Dat is positief, maar je koopt er zo weinig voor als je met een slechte auto begint.
2010
Tweede in constructeurskampioenschap
Punten: 56%
Een goede line-up, waarin Heikki Kovalainen plaatsmaakte voor Jenson Button, waardoor de twee meest recente wereldkampioenen samen gingen rijden, liet zien dat McLaren een oog had voor succes en dat betaalde zich veelvuldig uit in 2010.
McLaren knokte met Red Bull, dat zich onder technisch bewind van Adrian Newey stormachtig ontwikkelde. Maar bij afwezigheid van een technisch brein bij McLaren dwong de Britten tot een andere keuze binnen de technische organisatie. Hieruit volgde de vlakke structuur, waarin iedereen alles moest overleggen aan iedereen die in die structuur zat in tegenstelling tot iemand aan de top hebben als Newey, die het schip bestuurt.
2011
Tweede in het constructeurskampioenschap
Punten: 61%
Opnieuw een prima jaar met wederom een sterke line-up. McLaren behield de tweede positive en wist het puntenpercentage iets op te krikken. De dominantie van Red Bull was echter in volle gang en dus was er bijna geen verbetering mogelijk.
Er waren echter ook problemen. Dit was het jaar dat McLaren met de ‘octopus’ uitlaat begon, waar het grote problemen mee kreeg tijdens de tests. Uiteindelijk werd het geschrapt en werd een versie gebaseerd op Red Bull’s concept gebruikt. Deze werkte wel, al was het weer een voorbeeld van het rechtzetten van een foute beslissing.
2012
Derde het constructeurskampioenschap
Punten: 44%
McLaren had de mogelijkheden om het kampioenschap in 2012 te winnen, maar er ging teveel mis op en naast de baan. Een van de grootste fouten was om Hamilton te laten gaan aan het einde van het seizoen. Of je nu een fan bent van Hamilton of niet, het is een hele snelle rijder die goed met de auto om kan gaan, hoe deze ook is afgesteld. Toegegeven: om top te zijn moet alles kloppen voor Hamilton, maar zijn vermogen om diep te kunnen graven en de resultaten te bereiken die nodig zijn houdt het team scherp.
2013
Vijfde in het constructeurskampioenschap
Punten: 15%
De gok om Hamilton te vervangen door Sergio Perez bleek geen meesterzet, al moet worden gezegd dat de auto ook niet best was. Ook intern begon het te rommelen in Woking. Dennis en Martin Whitmarsh werden het niet eens met elkaar en het team viel uit elkaar. Ook Perez had daar last van en ervoer dat McLaren niet goed om kan gaan met nieuwe en jonge rijders en dat er weinig plek is voor fouten, tenzij je Lewis Hamilton heet misschien.
2014
Vijfde in het constructeurskampioenschap
Punten: 22%
Het eerste jaar van de hybride-motoren en McLaren’s laatste seizoen in samenwerking met Mercedes. Het was geen best jaar voor McLaren. Williams eindigde met dezelfde motor als McLaren derde in het kampioenschap. Force India, het andere team met Mercedes-motoren, eindigde vlak achter McLaren. Er werd veel verwacht van McLaren en het was duidelijk dat de technische beperkingen in aanloop naar het Honda-tijdperk het team dwarszaten.
2015
Negende in het constructeurskampioenschap
Punten: 3%
McLaren had met recht het idee dat het een volwaardig fabrieksteam moest worden als het de strijd aan wilde gaan met de topteams. Daarom nam het team afscheid van Mercedes en stapte het over op Honda. Op papier een logische zet. 2015 werd een jaar van investeren in de relatie. Nooit leek McLaren in de gaten te hebben hoe het Honda in het nauw dreef met haar ‘size zero’-filosifie, waarbij de achterkant van de wagen zo compact mogelijk moest blijven. Door de beperkte ruimte had Honda nul mogelijkheden om creatief te zijn met de motor. Door aan deze filosofie vast te houden hebben McLaren en Honda nooit het probleem bij de nek gegrepen in de hoop dat het probleem zichzelf op zou lossen.
2016
Zesde in het constructeurskampioenschap
Punten: 8%
Er was zeker wat progressie gedurende het seizoen, maar nog altijd had McLaren het gevoel dat het ver achter lag met de krachtbron. In plaats van dat het alles in het werk stelde om erbovenop te komen, besloten de Britten om Honda bij iedere kans te kakken te zetten. Alonso’s demonstratieve houding op de ligstoel in Brazilië na problemen met zijn krachtbron heeft de verstandhouding echt geen goed gedaan. Dat signaal had beter achter gesloten deuren kunnen worden afgegeven. Maar daar bleek het management van McLaren niet toe in staat.
Ondanks de problemen met de wagen en het gebrek aan vermogen, paste McLaren zich nooit aan. Er werd niet gekozen voor een optimale afstelling voor een auto die topsnelheid tekortkwam. Het ging altijd over hoe goed het chassis wel niet was. Dat McLaren dat dacht, komt niet als een verrassing. Als je met extra downforce en minder koppel rijdt dan anderen betekent dat dat de auto snel is in de bochten maar langzaam op rechte stukken.
2017
Negende in het constructeurskampioenschap
Punten: 3%
Dit was het jaar waarin McLaren had verwacht dat het Honda-pakket een stap zou maken, maar dat deed het niet. Zowel de betrouwbaarheid als de snelheid ging juist achteruit. De rijderswissel van Button naar Stoffel Vandoorne hielp ook niet echt. De Vlaming was nieuw en werd in het diepe gegooid en verloor wat zelfvertrouwen. Halverwege het seizoen zat hij weer goed op snelheid, maar had hij nog altijd geen referentie van hoe een goede auto aanvoelt. Alonso had weer alles in handen en de beste strategie volgens hem was om Honda maar belachelijk te blijven maken. McLaren verloor het vertrouwen in Honda tijdens de tests en begon zich te richten op een uitweg. Laat in het seizoen kon het overstappen naar Renault voor 2018.
Drie jaar investeren en bouwen aan een relatie die McLaren een fabrieksteam moest laten worden ging de prullenbak in. Honda moet zeker wel wat schuld op zich nemen, maar McLaren heeft ook fouten gemaakt. Het team deed veel te weinig haar best om samen te werken met een bedrijf dat moeite had om terug te komen, maar wees altijd beschuldigend naar Honda.
Dit seizoen is iets beter, maar nog lang niet zo goed als het team had gehoopt. Voordat McLaren echt in de buurt komt bij de top, moet er nog heel veel gebeuren. Misschien is het vertrek van Eric Boullier die broodnodige eerste stap...
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.
Beste reacties