Special feature

Retro: Het verhaal achter de meest wonderbaarlijke zege in de F1

Op 27 maart 1983 slaagde McLaren-rijder John Watson erin om een van de meest gedenkwaardige overwinningen in de Formule 1-geschiedenis te halen. Hij won the US GP West op het stratencircuit van Long Beach en dat vanaf een 22ste startpositie.

John Watson, McLaren MP4-1C

Foto door: Motorsport Images

We hebben wel vaker stunts gezien waarbij een rijder uit de achtergrond oprukt naar een podiumplek. Daar was vaak een regenrace voor nodig, of een brokkenrace met safety cars en een alternatieve strategie. Niets van dat alles in de Long Beach van Grand Prix 1983. Hoe slaagde Watson er dan in om te winnen?

Het seizoen 1983 was een omslagpunt in het turbotijdperk van de Formule 1. De zware onbetrouwbare turbo’s begonnen steeds beter te presteren ten opzichte van de oude, vertrouwde Cosworth DFV die het grootste deel van de grid van vermogen voorzag. Voor alle topteams was het een race om zo snel mogelijk over zo’n turbo te beschikken. Ferrari en Renault sprongen het snelste op de kar. Het McLaren van Ron Dennis en het Williams van Frank Williams zagen al snel in dat ook zij een motorbouwer moesten strikken. Terwijl Williams in de tweede helft van 1983 in zee zou gaan met Honda, werkte Dennis aan een deal met TAG en Porsche.

Bij de start van 1983 moest McLaren het net zoals Williams nog met de DFV V8-motor doen. Vooral in de kwalificatie, waarin de turbomotoren met extra turbodruk een ontzagwekkend vermogen wisten op te wekken, waren de teams zonder zo’n motor duidelijk in het nadeel. Williams, dat over een bijzonder sterke wagen beschikte kon met wereldkampioen Keke Rosberg in Brazilië nog de pole pakken, maar in Long Beach was Ferrari dominant. Patrick Tambay pakte de pole voor teamgenoot René Arnoux. 

Het was echter niet het type motor dat de belangrijkste factor was in Californië, maar wel het bandenmerk. De Williamsen pakten de tweede rij in met hun V8-motoren en Goodyear-banden. Op het hobbelige stratencircuit van Long Beach waren de klanten van Michelin, waaronder McLaren, echter helemaal nergens.

De Franse Michelins waren duidelijk ontwikkeld om te kunnen omgaan met turbomotoren, zoals die van het eveneens Franse Renault. “De banden waren meer geschikt om om te gaan met de energie die een Renault-turbowagen op de achterwielen overbrengt”, legt Watson uit. “In Long Beach, waar een deel van het circuit bestond uit beton, slaagden we er gewoon niet in om die verdomde dingen aan de praat te krijgen. De McLaren was niet heel zuinig op de banden, zeker in de kwalificatie. Daardoor kwalificeerden we ons als 22ste en 23ste. Ron Dennis en ontwerper John Barnard werden er gek van. Dit was een heel prestigieuze race die belangrijk was voor de sponsors.”

Derek Warwick, Toleman TG183B Hart, battles with Eddie Cheever, Renault RE30C, at the star

Derek Warwick, Toleman TG183B Hart, battles with Eddie Cheever, Renault RE30C, at the star

Photo by: Motorsport Images

In de race maakten de McLarens, door het feit dat ze zo goed met de banden konden omgaan, nog wel een kans. Bovendien waren de turbo’s niet in staat om zoveel vermogen te ontwikkelen als in de kwalificatie. Koppel dat aan een gebrekkige betrouwbaarheid van de turbo’s en een circuit waarbij op de rechte lijn nog wel in te halen viel, en de race zou nog een ander verhaal gaan worden. Wie weet zat een punt of twee er nog wel in.

Een goede warm-up gaf Watson hoop. “Op zondag, met een volle tank, begon ik te vliegen. Met die benzine aan boord breng je meer energie over op de band en daardoor warmde die op. Niki koos altijd voor de allersnelste optie, maar ik koos voor een band die iets trager maar meer regelmatig was voor mij. Ik had daardoor de wetenschap dat die band de hele race zou meegaan en dat ik zou kunnen pushen."

John Watson, McLaren MP4-1C

John Watson, McLaren MP4-1C

Photo by: Motorsport Images

Watson ging met een positieve mindset de race in en rukte in het spoor van Lauda op door het veld. Watson kon zo een lange tijd zijn illustere teamgenoot observeren. Ondertussen werden ze geholpen door verschillende uitvalbeurten en een aanrijding tussen Rosberg en Patrick Tambay. “Niki haalde me in bij de start en we gingen in tandem door het veld heen. Sommige mensen moesten opgeven, de anderen konden we inhalen. Niki reed als een bezetene, maar ik slaagde erin om hem te schaduwen. Elke keer hij iemand inhaalde worstelde ik mezelf er ook langs om te vermijden dat hij zou ontsnappen. Ik voelde me erg sterk en was vastberaden om Niki niet te laten wegrijden. Uiteindelijk wist ik hem in te halen, van heel ver. Niki besefte dat hij er niets aan kon doen en zo ging ik aan hem voorbij. Toen was het over, Niki was mentaal geklopt. Zo pragmatisch was Niki wel. Daarna haalde ik met veel zelfvertrouwen Jacques Lafitte in voor de leiding. Ik denk dat inhalen net zoveel in het hoofd gebeurt als op het circuit.”

 John Watson, McLaren MP4-1C Ford

John Watson, McLaren MP4-1C Ford

Photo by: Motorsport Images

Watson won de race, met maar liefst 28 seconden voorsprong op Lauda. René Arnoux werd als derde bijna op een ronde gezet met zijn Ferrari. “Het was een grote schok”, herinnert Watson zich. “John en Ron en de mensen van Marlboro zagen eruit alsof iemand hen net op heterdaad had betrapt. Het duurde even om te beseffen dat we de race hadden gewonnen van zo’n lage gridpositie.”
 
Je zou denken dat Ron Dennis en designer John Barnard door het dolle heen waren, maar eenmaal thuis in Engeland kreeg Watson de wind van voren van het team. Hij had namelijk aan de Britse pers verklapt dat niet de technisch directeur maar hijzelf de bandenkeuze had bepaald, iets wat bij McLaren niet kon. En zeker niet openbaar kon worden gemaakt. “Ik kwam binnen en Ron vertelde me dat John erg kwaad op me was. Het was echt apart dat dit gebeurde na een droomweekend en een 1-2 voor het team. Zij zochten alweer naar een schuldige. Ach, je bent nooit te oud om te leren. Ik heb me meteen verontschuldigd bij John. Het was voor mij wel een lesje."
Podium: race winner John Watson, second place Niki Lauda, third place René Arnoux

Podium: race winner John Watson, second place Niki Lauda, third place René Arnoux

Photo by: Motorsport Images

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Coronavirus: Zeven F1-teams werken samen in Project Pitlane
Volgend artikel Waarom een spannend silly season er dit jaar niet in zit

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland