Mosley: "Ferrari kleinzielig wat betreft motorkwestie"

Als het aan voormalig FIA-president Max Mosley ligt, gaat de toekomstige klantenmotor niet meer dan zes miljoen euro kosten. De Brit is van mening dat de motorfabrikanten gedwongen moeten worden om elke renstal die daarom vraagt, te voorzien van een krachtbron.

Over het dwarsliggen van Ferrari in het debat over een maximumprijs heeft Mosley geen goed woord. "Het is kleinzielig", meent de 75-jarige. "Het bedrag wat de teams voor een krachtbron moeten besteden, zou ergens tussen de vijf en de zes miljoen euro moeten liggen", vervolgt de oud-teambaas van March. "Ik ben niet van invloed geweest in dit huidige proces, maar als ik dat wel was geweest had ik de fabrikanten bijeen geroepen en gezegd dat ze deelnemen om hun merk te promoten", tierde de Brit. Mosley vindt dat het ontwikkelen van een fabrieksmotor toebehoort aan de fabriek zelf, en dus als R&D bestempeld moet worden.

"De F1-motoren zijn relevant voor de auto-industrie, al het onderzoek dat men doet is ook belangrijk voor de straatbolides. Formule 1 is een onderdeel van het onderzoek en van de uitstraling van het merk." Mosley zet zijn betoog voort: "Je bent van harte welkom als je een krachtbron in de F1 wil leveren, maar dan moet je met deze magische motoren wel het hele veld kunnen voorzien. Iedereen die er een wil kopen, zou daartoe in staat moeten zijn."

De voormalige baas van de autosportbond wil ook dat de blokken een langere levensduur hebben. Momenteel krijgt een coureur een straf als deze aan zijn vijfde krachtbron begint, maar Mosley denkt dat het getal verder omlaag kan. "Een andere manier om veel geld te besparen is door de levensduur van de motoren te vergroten. Als je de blokken een klein beetje aanpast, kunnen ze zo duizenden kilometers extra meegaan. En dan kan je zo een heel seizoen draaien met één motor", beweert hij. "Dan is vijf à zes miljoen ineens niet meer zo'n raar bedrag".

Ferrari geeft in Mosley's ogen het verkeerde voorbeeld door haaks tegen het idee van de kostenbesparingen in te gaan. "Je moet naar het grotere plaatje kijken", zegt de man die in 2009 na zestien jaar als FIA-president aftrad. "Als de Formule 1 niet werkt, is dat niet goed voor Ferrari. De hoogste autosportklasse is namelijk een zeer belangrijke marketingtool voor hen".

"Ik denk dat ze iets genereuzer in deze kwestie moeten zijn. Het veto is überhaupt wel een beetje des-Ferrari's, kijk maar naar de geschiedenis", refereert Mosley onder andere aan de FISA-FOCA-oorlog. "Het laat een bepaalde kleinzieligheid zien van de Scuderia, en als ikzelf in haar positie zou staan zou ik opener staan voor bepaalde vernieuwingen, omdat ik de F1 nodig heb om succesvol te zijn", besloot Mosley.