Een bijkomende reden achter het verbod op motorstanden
Het aankomende verbod op het gebruik van verschillende motorstanden in de Formule 1 heeft een bijkomende reden. De FIA wil verhinderen dat teams het systeem misbruiken en prestaties winnen door updates die voor betrouwbaarheid zijn bedoeld.
Foto door: Glenn Dunbar / Motorsport Images
Vorige week kregen de teams een nieuwe technische richtlijn onder ogen. Vanaf de Italiaanse Grand Prix in Monza mogen teams geen verschillende motorstanden meer gebruiken om extra vermogen uit hun motor te halen tijdens de kwalificatie, of om de motor tijdens de race net dicht te schroeven om de betrouwbaarheid te garanderen.
Volgens de FIA moet de technische richtlijn ook met een ander fenomeen afrekenen. Constructeurs mogen de FIA aanpassingen aanvragen aan hun motor om de betrouwbaarheid en veiligheid te verbeteren. De FIA denkt echter dat die aanvragen er vooral komen omdat teams via de motorstanden tot het uiterste gaan om prestatiewinst te vinden en dat daardoor de betrouwbaarheid in het gedrang komt.
"We denken dat in veel gevallen betrouwbaarheidsproblemen een direct gevolg zijn van het feit dat de krachtbron buiten de operationele limieten wordt gebruikt. Aanvragen om de betrouwbaarheid te verbeteren zijn een indirect gevolg van die extra prestatiemodussen", klinkt het in de technische richtlijn. "In veel gevallen is het bijna onmogelijk voor de FIA om er zeker van te zijn dat alle die aanvragen om veranderingen aan te brengen enkel dienen om de betrouwbaarheid te verbeteren en geen effect hebben op prestaties."
Een bijkomend thema is de regel van de FIA die zegt dat de rijder de wagen "alleen en zonder hulp" moet besturen. Tegenwoordig krijgen rijders echter vaak instructies om van motormodus te veranderen. "We stellen vast dat de rijder vooral instructies uitvoert van het team zonder zelf controle over of kennis te hebben van de complexe processen die gaande zijn."
De nieuwe beperkingen gaan dus vooral over de verbrandingsmotor. Teams moeten nu een modus voor de kwalificatie en de race gebruiken, wat betekent dat de motor met een set controleparameters werkt die het vermogen en de manier waarom de motor werkt bepalen. De beperking gaat in van bij de start van de kwalificatie tot en met het einde van de race op zondag, maar enkel wanneer er voluit wordt gereden. Verschillende standen kunnen nog wel worden gebruikt tijdens in- en uitronden, de ronde op weg naar de startgrid en na de finish, en ronden achter de Safety Car of onder de Virtuele Safety Car.
De beperking op motorstanden geldt overigens ook voor alle klantenteams, dus alle klanten moeten dezelfde modus gebruiken als de fabrikant. Als toegeving mogen teams wel van modus veranderen tijdens de race als er zich een probleem met de betrouwbaarheid voordoet, maar het betrokken team moet dan onmiddellijk de FIA verwittigen en moet kunnen aantonen dat er iets specifieks fout is gegaan. Teams mogen dergelijke modus niet op voorhand inplannen om de betrouwbaarheid te verbeteren, er moet zich een duidelijk verlies aan prestaties voordoen en teams mogen later in de race niet meer terugschakelen naar de oorspronkelijke stand.
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.
Beste reacties