Interview

Interview met TT-voorzitter Arjan Bos: “Alleen de Formule 1 ontbreekt nog”

Hij is al bijna twintig jaar betrokken bij het TT Circuit en deze maand precies tien jaar voorzitter van de Drentse omloop. Arjan Bos is echter nog nooit zo vaak in het nieuws geweest als het afgelopen jaar. En dat allemaal dankzij de Formule 1-discussie die Nederland al enige tijd in zijn greep houdt. Motorsport.com sprak uitgebreid met Bos op het kantoor van TVM, waar hij CEO is.

Arjan Bos, voorzitter TT Circuit Assen

Foto door: TT Circuit Assen

Grand Prix van Nederland

Alle ontwikkelingen over de mogelijke Formule 1 Grand Prix van Nederland.

De Formule 1 en het TT Circuit. Een tot voor kort ondenkbare combinatie. Niet op de laatste plaats omdat de asfaltlus even ten zuiden van Assen als een echt motorcircuit wordt gezien. Een zekere Limburger bracht daar twee jaar geleden echter verandering in door de Grand Prix van Spanje op zijn naam te schrijven. Nederland raakte in de ban van de Formule 1 en al snel diende zich de vraag aan of Max Verstappen geen thuisrace verdient. En dan zijn er eigenlijk maar twee plekken waar dat mogelijk is: het Circuit Zandvoort, waar de Formule 1 ooit eens eerder is geweest, en het moderne, bij motorcoureurs geliefde TT Circuit.

Bekijk ook:

Sindsdien zijn er in Assen verschillende stappen genomen om de koningsklasse van de autosport naar het TT Circuit te halen. The Netherlands Grand Prix Foundation is opgericht om met F1-eigenaar Liberty Media in gesprek te treden, Charlie Whiting is namens de internationale autosportbond FIA langs geweest om te beoordelen of het circuit aan alle veiligheidseisen voldoet en de gemeente Assen en provincie Drenthe hebben onderzoek laten doen naar de impact van een Grand Prix. In Zandvoort zit men ondertussen echter ook niet stil. Hoewel het TT Circuit lange tijd de beste papieren in handen leek te hebben voor een Nederlandse Grand Prix, werd begin november duidelijk dat de voorkeur van de Formule 1 uitgaat naar Zandvoort.

Dat er in Nederland twee circuits om de gunst van de Formule 1 aan het vechten zijn, daar snapt men in het buitenland maar weinig van. Menigeen vraagt zich af of het niet slimmer was geweest als er vanuit Nederland maar één partij naar voren was getreden. “Ik denk dat de grote winst is dat de Formule 1, zoals het er nu naar uitziet, sowieso naar Nederland komt”, aldus Bos over het feit dat er twee circuits zijn die zich hard maken voor de komst van een Grand Prix. “Daar ging het mij in eerste instantie om, en naar het zich laat aanzien gaat dat lukken. Eigenlijk kunnen we nu wel zeggen dat het binnen is en de Formule 1 waarschijnlijk in 2020 in Nederland racet.”

‘Assen het veilige alternatief’

Het TT Circuit heeft inmiddels ook van de Formule 1 zelf te horen gekregen dat een Nederlandse Grand Prix in principe in Zandvoort wordt gehouden en Assen als back-up fungeert. “We hebben begrepen dat de voorkeur op dit moment uitgaat naar Zandvoort, maar dan moeten ze daar alles wel waar kunnen maken. Dus daar moet nog wat gebeuren”, waarschuwt Bos. “Maar als het ze lukt, dan hebben ze het hartstikke goed gedaan. Dan hebben ze echt een huzarenstukje geleverd. En lukt het ze niet, dan is de Formule 1 van harte welkom in Assen.” Volgens Bos is het TT Circuit ‘het veilige alternatief’. “Als Zandvoort het niet voor elkaar krijgt, dan weten ze dat het in Assen kan. Want wij zijn er wel klaar voor. Ze weten dat er een risico is met Zandvoort, aangezien ze daar op het gebied van infrastructuur en accommodaties toch wat achterlopen. Maar misschien weten ze dat met tijdelijke voorzieningen wel op te lossen. Ik ben benieuwd.”

Bekijk ook:

Bos blijft hopen op een Formule 1-race in Drenthe. “Natuurlijk zou ik ervan balen als de race niet naar Assen zou komen. Ik wil graag winnen, net zoals dat Prins Bernhard van Oranje graag wil winnen”, aldus Bos, die daarbij opmerkt dat het niet het einde van de wereld is als de Formule 1 besluit om de ‘Cathedral of Speed’ links te laten liggen. “Het voortbestaan van het circuit hangt er niet vanaf. We hebben een heel gezond en goedlopend circuit met enorm veel mooie wedstrijden. We hebben al een unieke kalender met de MotoGP, Superbikes, MXGP en DTM. Maar het zou nog veel unieker zijn met de Formule 1 erbij.” Voor Bos zou de komst van de Formule 1 de kroon op het werk zijn. “Toch wel. We zijn trots op hoe het circuit erbij ligt. Door keihard te werken en in het verleden slimme beslissingen te nemen staat alles er prachtig bij”, stelt Bos. “Een Formule 1-race zou het circuit natuurlijk een extra boost geven, ook financieel. Het zou gewoon geweldig zijn, helemaal als je kijkt naar hoe de sport leeft in Nederland, dankzij de prestaties van Max Verstappen. Ik zou het persoonlijk heel mooi vinden en we zijn ervan overtuigd dat we het ook kunnen. Het zou jammer zijn als het niet lukt. Ik hou niet van verliezen en ben het ook niet gewend om te verliezen, dus ik zou er wel van balen.”

Ook al staat Zandvoort momenteel op pole, op het TT Circuit werkt men onverstoord verder voor een race in de koningsklasse. Zo wordt een Grade 1-licentie aangevraagd, die nodig is om een Formule 1-race te mogen organiseren, en wordt de Strubben verbreed. “Voor de MotoGP kan dat ook een voordeel zijn, zij staan daar ook achter”, zegt Bos over het aanpassen van de Strubben. “Zij kunnen in die bocht dan meerdere lijnen rijden, waardoor het gemakkelijker wordt om daar in te halen.” De verbreding wordt eind 2019 uitgevoerd, wanneer er groot onderhoud plaatsvindt. “Het circuit wordt dan voorzien van een nieuwe deklaag en dan nemen we meteen die verbreding bij de Strubben mee. Verder krijgen ook de kerbstones een upgrade.” Het verlengen van de Veenslang om een DRS-zone voor de Formule 1 te creëren, staat momenteel niet op de lijst met werkzaamheden. Bos: “Op dit moment zegt de Formule 1 dat je die DRS-zones moet hebben, maar misschien schaffen ze die in de toekomst wel weer af, en dan is het de vraag wanneer dat gebeurt. Stel de Formule 1 komt in 2020 naar Assen en zij stellen een extra DRS-zone als eis, dan gaan we het sowieso doen. Maar als dat niet gebeurt, dan doen we het niet, want het heeft verder geen toegevoegde waarde voor ons.” Ook zonder het langer maken van het rechte stuk naar de Ruskenhoek komt het circuit in aanmerking voor een Grade 1-licentie. “We gaan een Grade 1 aanvragen en die gaan we ook krijgen. Qua veiligheid is het circuit helemaal op orde. Charlie Whiting heeft alles bekeken en zijn akkoord gegeven, en de MotoGP ook.”

‘Verrast dat voorkeur uitgaat naar nostalgie’

De eerste keer dat er in Assen serieus over de Formule 1 werd gesproken, was in de aanloop naar de Dutch TT van twee jaar geleden, toen Verstappen net zijn eerste Grand Prix-zege had behaald. Bos: “Met de TT hebben we altijd heel veel pers op bezoek, en Edith Schippers, de minister van Sport, kwam ook langs, dus ik hield er rekening mee dat er een vraag zou komen of de Formule 1 niet iets voor Assen zou zijn. Ik heb daarom het bestuur bij elkaar gebracht en gevraagd: ‘Jongens, wat doen we als we die vraag krijgen?’ We zijn natuurlijk een motorcircuit, maar we hebben ook best veel autosportevenementen. De meningen waren eerst verdeeld, om eerlijk te zijn. Maar wat als er niets hoeft te worden aangepast, de motoren er geen hinder van hebben en de investeringen meevallen? We hadden ook net aangekondigd dat we weer voor 16 miljoen euro gingen investeren, en we zijn als circuit heel ambitieus. Het zou dan eigenlijk raar zijn als we zouden roepen dat we de Formule 1 niet interessant zouden vinden. Bovendien weten we dat we ons makkelijk kunnen meten met andere circuits waarop al door de Formule 1 wordt gereden. Dus uiteindelijk hadden we met zijn allen zoiets van: ‘Als we de vraag krijgen, dan zeggen we: als het kan, dan doen we het.’ Dat was het eerste moment dat we onze vinger opstaken.”

“Wetende dat Zandvoort ook graag de Formule 1 wil hebben, hebben we vervolgens gezegd: ‘Als het niet in Zandvoort kan, dan willen we het heel graag in Assen organiseren’”, vervolgt Bos. “Ik heb in het begin wel gedacht dat Zandvoort de meest logische locatie zou zijn voor een Grand Prix, omdat dat toch het autocircuit in Nederland is. Maar als je gaat kijken naar de accommodaties en wat je allemaal nodig hebt en van welk niveau alles moet zijn, dan moet je toch concluderen dat dit in Zandvoort niet aanwezig is en dat Assen dan een logischere plek is. Om eerlijk te zijn ben ik toch wel verrast dat nostalgie en historie de doorslag hebben gegeven om de voorkeur naar Zandvoort uit te laten gaan.”

Bos vroeg zich in eerste instantie af of het bericht wel klopte dat het Formula One Management een plek voor Zandvoort had gereserveerd op de kalender voor 2020. “Op dat moment wisten we ook nog niets, al hield ik er wel rekening mee dat het nieuws betrouwbaar was”, zegt Bos. “Natuurlijk heeft Zandvoort een voorsprong qua nostalgie en historie en hebben zij als voordeel dat de hoofdstad heel dichtbij is, wat toch ook een bepaalde uitstraling geeft, maar volgens mij moet het uiteindelijk toch het belangrijkste zijn dat je circuit up-to-date is. Dat was bij de MotoGP in elk geval wel zo. Die zeiden vijftien jaar geleden tegen ons dat we moesten blijven investeren, omdat ze anders niet konden garanderen dat ze zouden blijven komen, ook al wordt het TT Circuit de Kathedraal genoemd. Dus ik ben achteraf toch verrast dat historie zo zwaar meeweegt.” Bos zegt nooit te hebben onderschat dat er ‘veel belangrijke mensen’ aan het Circuit Zandvoort verbonden zijn. “En dan doel ik niet alleen op Prins Bernhard van Oranje, want dat kan zelfs nog een nadeel zijn. Er zitten veel mensen met geld die ook daadkracht willen laten zien. Die mensen roepen niet voor niets iets. Ze zullen ongetwijfeld hun best doen om het ook echt te realiseren, dus ik ben wel nieuwsgierig.”

Of de Formule 1 naar Assen komt, is vooralsnog een groot vraagteken, maar het TT Circuit wordt vanaf 2019 in elk geval wel aangedaan door de DTM. Het Duitse toerwagenkampioenschap was in het verleden een vaste waarde op de kalender van Zandvoort. Dat de DTM nu naar Assen gaat, ziet Bos niet als een overwinning op het duinenparcours. “Nee, ik houd me eigenlijk totaal niet bezig met Zandvoort”, aldus Bos. “Als we dat hadden gewild, hadden we de DTM al tien jaar geleden kunnen krijgen. Zij zijn altijd geïnteresseerd geweest in een race in Assen. Misschien ook wel omdat het Duitse achterland niet ver weg is. Maar we hebben in het verleden zelf de boot afgehouden. Ze lieten echter duidelijk merken dat ze nu toch echt graag willen komen en promotor Lee van Dam zag er wel iets in en kon de financiën hiervoor rond krijgen. Maar het is niet gebeurd om Zandvoort een hak te zetten. Nee, wij varen onze eigen koers.”

‘Volgend jaar afvoer Dutch TT op orde’

De Dutch TT was dit jaar met 105.000 toeschouwers op de zondag net als voorgaande jaren stijf uitverkocht en trok over het gehele weekend genomen meer bezoekers doordat er meer mensen naar de trainingen kwamen kijken. Over het gehele weekeinde trok de MotoGP ruim 167.000 bezoekers. Nog geen record, weet Bos. “Vroeger was het circuit langer en konden we meer mensen langs de baan kwijt. In de tijden van Jack Middelburg en Boet van Dulmen zijn er dus wel eens meer toeschouwers geweest. Maar over de afgelopen tien of twintig jaar bekeken, was het waarschijnlijk wel een record”, aldus de TT-voorzitter

Volgens Bos zijn er twee belangrijke oorzaken voor de goede opkomst in 2018. “Ten eerste speelt mee dat we sinds enkele jaren op de zondag racen. Onderzoeken hebben uitgewezen dat mensen op zaterdag toch vaak andere verplichtingen hebben. We hebben het nu drie keer op zondag gehad en tot dusver zitten we steeds boven de bezoekersaantallen die we eerder op de zaterdag hadden. Deze verandering hield ook in dat de trainingen niet langer op donderdag en vrijdag zijn, maar op vrijdag en zaterdag. De donderdag was altijd wel een gezellige, maar niet per se een heel drukbezette dag. De verhuizing van de race naar zondag heeft dus goed uitgepakt, waar we heel blij mee zijn. Als bestuur maak je toch een einde aan een lange traditie, dus het is dan wel belangrijk dat het resultaat positief is. Als zoiets niet goed uitpakt, dan kijkt iedereen natuurlijk maar één kant op en dat is naar mij en mijn mede-bestuursleden.” Lachend: “Maar met name naar de voorzitter!” Daarnaast profiteert het TT Circuit van de opwaartse economie. Bos: “We hebben het allemaal weer iets beter en permitteren het ons om ook weer wat leuke dingen te doen, zoals naar de MotoGP gaan.”

De aanvoer van het publiek liep dit jaar gesmeerd, maar de afvoer verliep op zijn zachtst gezegd minder vlotjes, erkent Bos. “We denken dat dit deels kwam doordat er die dag ook een Formule 1-wedstrijd was [Max Verstappen boekte op diezelfde dag een overwinning in de Grand Prix van Oostenrijk]. Vaak vertrekt het publiek heel geleidelijk, maar dit keer ging iedereen na de MotoGP gelijk op huis aan. Maar we zijn bezig om dit verder te verbeteren. We hebben al een paar dingen bedacht die dit volgend jaar moeten voorkomen. Dit doen we samen met een bedrijf dat gespecialiseerd is in infrastructuur en logistieke stromen. Zij hebben afgelopen jaar geweldig werk geleverd met de aanvoer en volgend jaar moet ook de afvoer voor elkaar zijn. Om heel eerlijk te zijn hadden we ons dit jaar minder gefocust op de afvoer omdat we dit probleem eigenlijk niet eerder hebben gehad.”

Tien jaar voorzitterschap

Bos heeft onlangs voor zijn vijftigste verjaardag en tienjarig jubileum als voorzitter motorrijlessen van zijn collega-bestuursleden van het TT Circuit Assen cadeau gekregen. “Dat vond ik wel heel erg leuk”, zegt Bos, om vervolgens schoorvoetend toe te geven dat het behalen van het motorrijbewijs niet bepaald een langgekoesterde wens van hem is. “Dat klinkt misschien heel stom, maar ik heb het altijd best wel gevaarlijk gevonden. Het is niet zo dat ik niet goed zou kunnen rijden, maar je bent wel heel kwetsbaar in het verkeer. Mijn vrouw heeft wel een motorrijbewijs en we hebben het er ook wel eens over gehad of het niet leuk zou zijn als ik er ook één zou hebben, maar ik heb dat eigenlijk altijd bewust afgehouden. Maar ik vind het nu toch wel leuk dat het gaat gebeuren.”

De liefde voor de motorsport is pas op latere leeftijd tot bloei gekomen bij Bos. “Die was er in eerste instantie niet, die is gegroeid”, zegt Bos over zijn passie voor het motorracen. “Toen ik achttien, negentien jaar geleden gevraagd werd voor het bestuur, was ik zelfs nog nooit op het circuit geweest! Dat kwam doordat TVM destijds een professionele wielerploeg had en in het weekend van de TT ook altijd het Nederlands kampioenschap wielrennen was, waar ik altijd bij aanwezig was. Maar nadat het TT Circuit verbouwd was, ben ik eens gaan kijken. Ik zat daarna in een radio-interview met Relus ter Beek, destijds Commissaris van de Koningin in Drenthe, en Jos Vaessen, die toen voorzitter van het circuit was. Dat ging over sport in het algemeen en ook over het circuit, waar ik erg lovend over was. Een week later klopte Vaessen bij me aan met de vraag of ik niet het bestuur wilde komen versterken. Korte tijd later vroeg hij me ook of ik hem wilde opvolgen als voorzitter, als hij ging stoppen. Ik ben dankzij het TT Circuit wel echt van motorracen gaan houden. Heel eerlijk vind ik het vaak spannender dan de Formule 1.”

Bos is er trots op hoe hij het circuit samen met de rest van het bestuur verder heeft kunnen ontwikkelen in de afgelopen tien jaar. “Er staat nu een heel professionele organisatie”, aldus Bos, die ook wel moeilijke tijden heeft meegemaakt. “Dat is al wat langer geleden, maar we hebben er financieel wat lastig voor gestaan. We hebben wel een keer gesproken over hoe het verder moest als de TT door omstandigheden eens niet door kon gaan, omdat we dan in één klap failliet zouden zijn. We hadden een heel smalle basis, maar we hebben flink geïnvesteerd en een betere spreiding in de kalender aangebracht om zo minder afhankelijk te worden van de TT. Daarnaast hebben we het circuit verder opgewaardeerd met een glasvezelnetwerk, zonnepanelenpark, verbeterde infrastructuur en de bouw van nieuwe tribunes.”

Op de vraag welke ambities hij nog heeft als voorzitter van het TT Circuit, antwoordt Bos lachend: “Dat is er eigenlijk maar één: de Formule 1 binnenhalen!” Op serieuze toon: “Je hebt natuurlijk altijd wensen. Zo zag ik dat ze bij de Amerikaanse Grand Prix een flypast hebben. Dat zou ik bij de TT ook wel willen. Maar dat ligt toch vaak wat moeilijk, al hebben we wel een keer straaljagers gehad die laag overvlogen. We hebben het dan dus meer over het nog mooier maken van wat we al hebben. De grootste uitdaging is toch wel om ervoor te zorgen dat we behouden wat we hebben, want we hebben al heel veel. Maar er is één ding dat eigenlijk nog ontbreekt en dat is de Formule 1. Voor de rest hebben we alles al.”

Met Carlos Sainz Jr. mee over het TT Circuit Assen:

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Vader en zoon Sainz zien Alonso graag in Dakar Rally
Volgend artikel Sainz niet altijd beloond: “Dat doet veel pijn”

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland