OTD: 70 jaar Ferrari in de Formule 1, de successen op een rij
Vandaag precies zeventig jaar geleden reed Ferrari haar allereerste race in het wereldkampioenschap Formule 1. In die zeventig jaar zou de Italiaanse renstal uitgroeien tot een uithangbord van de Formule 1.
Ferrari had ook op 13 mei 1950 al op Silverstone aanwezig kunnen zijn bij de allereerste race in het WK Formule ooit, maar Enzo Ferrari had vanwege de kosten de Britse GP laten schieten. Zijn Scuderia sloot pas een week later aan in Monaco.
Het debuut
Alberto Ascari, Ferrari 125
Photo by: Motorsport Images
In die eerste wedstrijd reed Alberto Ascari gelijk naar het podium voor Ferrari, zij het op een volle ronde achterstand van winnaar Juan Manuel Fangio die voor Alfa Romeo reed. Dat team was de bovenliggende partij in de eerste jaren van de sport, met Nino Farina en Fangio pakte Alfa de eerste twee wereldtitels. In 1952 was er het eerste grote succes voor Ferrari, met een titel voor Ascari. Dit kunstje herhaalde de Italiaan een jaar later. Ook Fangio werd een paar jaar later kampioen in een Ferrari. Vanaf 1958 werd in de Formule 1 het constructeurskampioenschap ingevoerd, maar dat leverde niet direct prijzen op voor Ferrari. Pas in 1961 won Phil Hill niet alleen de rijderstitel, maar pakte Ferrari ook het eerste constructeurskampioenschap.
Superster aan boord met Lauda
Luca di Montezemolo, Clay Regazzoni, Niki Lauda, Ferrari
Photo by: Ercole Colombo
Vanaf de jaren zeventig ging het hard met Ferrari. Niki Lauda kwam voor de Scuderia rijden en dat bleek een schot in de roos. In 1975 pakte hij zijn eerste wereldtitel. Maar de prestatie van een jaar later was wellicht nog heldhaftiger. Op de Nürburgring maakte hij een megacrash mee en zat hij lang in een brandende auto. Bijna zijn hele lijf was verbrand en de carrière van de Oostenrijker leek voorbij. Nog datzelfde seizoen keerde Lauda echter terug en hij ging de laatste wedstrijd in Japan zelfs in met kans op de wereldtitel. Hij weigerde de finale echter te rijden wegens gevaarlijke weersomstandigheden, wat James Hunt de wereldtitel opleverde. Wel ging de constructeurstitel naar Ferrari. In 1977 kon de champagne opnieuw ontkurkt worden. Lauda pakte zijn tweede wereldtitel en Ferrari was weer het beste team. Twee jaar later was het opnieuw feest in Italië, ditmaal een dubbele titel met Jody Scheckter als winnende coureur.
Opbouw na lastige periode
Podium: Race winnaar Alain Prost, Ferrari. tweede Nigel Mansell, Ferrari
Photo by: Motorsport Images
In de jaren tachtig werden slechts twee constructeurstitels gepakt en werden er zelfs helemaal geen rijderstitels binnengebracht. Met supersterren als Alain Prost en Nigel Mansell probeerde de Scuderia het tij te keren, maar Williams, McLaren en Benneton waren te sterk. In 1996 werd een inmiddels tweevoudig wereldkampioen aangetrokken die oude tijden moest doen herleven. Michael Schumacher was tweemaal de beste gebleken in een Benneton en moest stal uit Maranello naar een hoger plan tillen.
De top van de Olympus
Michael Schumacher, Ferrari F1-2000
Photo by: Motorsport Images
Dit lukte. In de drie jaar die volgden werd de weg omhoog gestaag ingezet: in 1996 pakte Schumacher de derde plaats in het WK. Een jaar later leek Schumi tweede te worden, maar werd hij gediskwalificeerd na een crash met Jacques Villeneuve. In 1998 werd die tweede plek wel behaald. Het jaar dat volgde had twee gezichten voor het team van Ferrari. Na een zware crash in Groot-Brittannië moest Schumacher een aantal wedstrijden missen, wat de kans op een rijderstitel om zeep hielp. Maar aan het eind van het seizoen was het toch feest. Voor het eerst in zestien jaar pakte Ferrari weer eens de constructeurstitel. Meer succes zou volgen.
De combinatie Schumacher-Ferrari bleek een ongekend succes. De geschiedenisboeken werden herschreven. Maar liefst vijf dubbele wereldtitels werden er tussen 2000 en 2004 binnengehaald. De Rode Baron kroonde zich tot Rekordmeister en Ferrari kende hoogtijdagen. Nadat Fernando Alonso de reeks onderbrak namens Renault en Schumacher de Formule 1 verliet, was het nog niet klaar voor de Scuderia. In 2007 werd met Kimi Raikkonnen de dubbel behaald en een jaar later ook nog een constructeurstitel. Voor twintig seconden was Felipe Massa ook rijderskampioen, maar een héle late inhaalactie van Lewis Hamilton op Timo ('is that') Glock verpestte het feest voor de Braziliaan.
Terugval
Sebastian Vettel, Ferrari SF71H, ridder te voet na zijn crash
Photo by: Steve Etherington / Motorsport Images
Wat niemand kon voorzien, was dat het hierna klaar was met de Ferrari-successen. Topcoureurs als Fernando Alonso en Sebastian Vettel kwamen naar het team en waren een aantal keer verraderlijk dichtbij een titel, maar de hegemonie van eerst Red Bull en later Mercedes werd niet doorbroken. De afgelopen tien jaar doen verdacht veel denken aan de droogte in de late jaren tachtig en negentig. Toen hielp één superster Ferrari uit het dal. Of dat spoedig opnieuw gaat gebeuren is de vraag, maar met een coureur als Charles Leclerc aan boord hoeft de toekomst er zeker niet grauw en grijs uit te zien.
Ferrari 1950-2020 in cijfers:
Grands Prix | 991 |
Overwinningen | 238 |
Podiums | 770 |
Pole positions | 228 |
Snelste rondes | 254 |
Wereldtitels constructeurs |
16 (1961, 1964, 1975, 1976, 1977, 1979, 1982, 1983, 1999, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2007, 2008) |
Wereldtitels coureurs | 15 (1952, 1953, 1956, 1958, 1961, 1964, 1975, 1977, 1979, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2007) |
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Beste reacties
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.