F1 Legends: De mooiste rivaliteiten in de geschiedenis van de sport

Rivaliteit is een van de elementen die een sportseizoen of -wedstrijd maken tot wat hij is. Het brengt strijd, passie en emotie. In dit artikel kijken we naar de mooiste rivaliteiten die de Formule 1 ooit heeft gekend.

Ayrton Senna, en Alain Prost, McLaren

Ayrton Senna, en Alain Prost, McLaren

Sutton Images

De geschiedenis van de Formule 1 zit vol met rivaliteit. Elk tijdperk kent zijn helden. Als er twee legendes elkaars pad kruisen levert het vaak een spannende situatie op. Wie delft het onderspit? Sommige coureurs hebben één aartsrivaal, sommigen zijn zo lang aan de macht dat ze meerdere vijanden tegenkomen. In deze special kijken we naar de grootste rivaliteiten in de geschiedenis van de Formule 1.

Niki Lauda vs James Hunt 

Waar kun je beter beginnen dan bij de strijd die een bioscoopfilm opleverde? Niki Lauda en James Hunt doorliepen samen de opstapklassen richting de Formule 1 en bouwden een mooie vriendschap op. In 1975 boekte James Hunt op Zandvoort zijn eerste overwinning in de Formule 1. De aandacht ging dat jaar echter uit naar Lauda, die zijn eerste wereldtitel pakte.

Het seizoen 1976 had alles voor het perfecte filmscript. Hunt stapte over naar McLaren en had een matige start van het jaar. Later ging het nek-aan-nek tussen de uitgesproken Brit en Lauda, die bij Ferrari reed. Een bepalend moment in het leven van de Oostenrijker, en misschien ook wel van vele anderen, was de crash op de Nordschleife. Het regende hevig op het legendarische circuit en Lauda wilde eigenlijk helemaal niet racen. Tegen zijn zin startte hij toch, waarna hij een enorm ongeval meemaakte. Hij ging keihard de muur in, zijn wagen vatte vlam en hij zat lang klem in de vuurzee. Lauda ontsnapte aan de dood. Het leek einde seizoen en wellicht einde carrière, maar niets was minder waar. Drie races later zat hij weer achter het stuur en het seizoen werd beslist in de laatste race in Fuji. Het regende opnieuw, en Lauda besloot snel na de start om uit te stappen. Hij weigerde om opnieuw gevaar te lopen in natte omstandigheden. Hunt pakte zijn eerste en enige wereldtitel.

In 1977 sloeg Lauda terug en werd hij weer kampioen. Na dat jaar kon Hunt niet meer meedoen om zeges en stopte hij in 1979 met racen. Ook Lauda stapte uit de sport, maar kwam nog terug en pakte in 1984 zijn derde en laatste wereldtitel.

Niki Lauda, Ferrari en James Hunt, McLaren

Niki Lauda, Ferrari en James Hunt, McLaren

Foto: Sutton Images

Nigel Mansell vs Nelson Piquet 

Toen Nelson Piquet zich in 1986 bij Williams aansloot, was hij al tweevoudig wereldkampioen. Hij dacht automatisch de nummer één-status te krijgen tegenover Nigel Mansell. De twee coureurs waren echter zeer aan elkaar gewaagd. Qua overwinningen was het 5-4 voor Mansell. De Brit leek de titel te gaan pakken, totdat in de laatste race in Adelaide zijn band klapte. Het leverde beroemde beelden op waarop Mansell alles moest doen om niet vol de muur in te gaan. Alain Prost profiteerde en werd wereldkampioen.

In 1987 ging de strijd verder. Ondanks dat Mansell niet altijd hetzelfde materiaal kreeg als Piquet won hij zes races, tegenover drie van de Braziliaan. Toch was het Piquet die de wereldtitel pakte nadat Mansell een blessure opliep door een crash in de kwalificatie van Japan. Het jaar erop vertrok Piquet naar Lotus en deed hij niet altijd meer vooraan mee. In 1992 pakte Mansell alsnog zijn wereldtitel met Williams na een korte periode bij Ferrari.

De laatste directe confrontatie was in de Grand Prix van Australië in 1990, waarin Piquet een snel achtervolgende Mansell de baas was.

Senna vs Prost 

Het komt zelden voor dat twee coureurs die beide in de absolute topcategorie vallen tegen elkaar racen om titels. Alain Prost en Ayrton Senna streden jarenlang samen om de prijzen en verdeelden maar liefst zeven wereldtitels. Prost pakte in 1985 zijn eerste kampioenschap, en in dat jaar won Senna zijn eerste race.

De rivaliteit begon echt toen de heren in 1988 samen bij McLaren reden. De MP4/4 was misschien wel de meest dominante auto uit de geschiedenis van de Formule 1 en Senna en Prost duelleerden om de titel. De spanning steeg toen Senna Prost bijna in de pitmuur drukte in de GP van Portugal. Senna won het seizoen in Suzuka en eindigde met acht overwinningen tegen zeven voor Prost. Eigenlijk had de Fransman meer zeges, maar aangezien alleen de beste elf resultaten toen meetelden hield Senna meer punten over.

Een jaar later ontplofte de boel pas echt. Prost was niet blij met Senna als teamgenoot. Volgens Prost hield de Braziliaan zich niet aan afspraken en was hij te agressief. Samenwerken zat er niet meer in en Prost had zelfs het gevoel dat Senna voorgetrokken werd door motorleverancier Honda. De Fransman zei dat hij bij de laatste race van het seizoen, wederom op Suzuka, niet aan de kant zou gaan als Senna in een gat dook. Zo geschiedde. Senna gooide een ‘divebomb’ en de twee kemphanen vlogen eraf. Prost lag eruit, Senna kon door, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij illegaal het circuit weer op reed. Na lange discussies werd Prost uitgeroepen tot wereldkampioen.

Alain Prost, McLaren, Ayrton Senna, McLaren

Alain Prost, McLaren, Ayrton Senna, McLaren

Foto: Motorsport Images

In 1990 reed Prost voor Ferrari. Hij kende een sterk seizoen maar leek net tekort te gaan komen voor de titel. De race op Suzuka was dit seizoen de voorlaatste horde. Bij de start haalde Prost Senna in. De Braziliaan was boos dat hij vanaf pole op de vuile kant moest starten. Zijn plan was even brutaal als simpel. Senna stuurde niet in voor de eerste bocht en kegelde Prost en zichzelf eraf. Dit keer kwam Senna ermee weg en zo werd hij wereldkampioen. Nadat Prost ontslagen werd door Ferrari nam hij een jaar vrijaf, om daarna in te stappen bij Williams. Daar pakte ‘Le Professeur’ zijn laatste kampioenschap, ondanks dat Senna weer ouderwets sterk was. Nadat Prost definitief stopte met Formule 1 werd de onderlinge relatie beter, en zei Senna zijn oud-teamgenoot te missen. De nieuwe uitdager van de Braziliaan leek Michael Schumacher te worden. Dat duel kreeg nooit de kans om uit te groeien tot een rivaliteit, aangezien Senna vroeg in 1994 overleed na een crash bij de race in San Marino. Grote kampioenen die lang aan de macht zijn kennen vaak meerdere rivalen.

Schumacher vs Hill

Nadat Ayrton Senna overleed was Damon Hill ineens de leider van het team van Williams. Michael Schumacher was ijzersterk in het seizoen van 1994. Hij had een ruime voorsprong maar kreeg na een controversiële race in Engeland een schorsing opgelegd. De Duitser moest twee races missen, die beide gewonnen werden door Hill en zo maakte hij zijn achterstand goed. Toen Schumacher terugkeerde won hij meteen weer een race en uiteindelijk zou het WK beslist worden bij de seizoensfinale in Adelaide.

Hill zat die hele race achter Schumacher aan. Toen de man uit Hürth een foutje maakte, zette Hill de aanval in. Schumacher liet zich niet passeren en stuurde in. Na het contact lagen beide heren uit de race en zo pakte Schumacher zijn eerste wereldtitel. In 1995 kon Hill de Duitser totaal niet bijhouden. Toen Schumacher in 1996 naar een toen nog zwak Ferrari verkaste pakte Hill eindelijk zijn kampioenschap. Het was meteen zijn laatste seizoen bij Williams. In de jaren erna kon de Brit op enkele momenten na niet meer mee met Schumacher. De rivaliteit was kort maar krachtig.

Michael Schumacher, Benetton B194 Ford voor Damon Hill, Williams FW16B Renault

Michael Schumacher, Benetton B194 Ford voor Damon Hill, Williams FW16B Renault

Foto: Motorsport Images

Schumacher vs Hakkinen

Misschien wel de grootste rivaal van Michael Schumacher was Mika Hakkinen. De Fin was enorm snel over een vliegende ronde, al was zijn racecraft misschien iets minder dan die van zijn Duitse tegenstrever. In 1990 raceten de heren al tegen elkaar in de Formule 3 Grand Prix van Macau, en in 1998 vochten de twee een fantastisch titelgevecht uit. De McLaren van Hakkinen was in het begin van het seizoen veel sneller, maar Ferrari en Schumacher maakten er een echte strijd van. Pas in de laatste race van het seizoen pakte de Fin de titel, nadat bij Schumacher eigenlijk alles mis ging wat in een race mis kon gaan.

1999 leek net zo’n zinderend jaar te worden, maar halverwege het seizoen brak Schumacher zijn been bij een crash op Silverstone. Na zes races kwam hij terug en liet hij onder meer in de kwalificatie in Maleisië nog zijn snelheid zien, met een tijd die meer dan een seconde sneller was dan de rest. Hakkinen haalde in de laatste race echter zijn tweede wereldtitel binnen.

In 2000 was het eindelijk raak voor Schumacher en ook in 2001 waren hij en Ferrari sterker dan Hakkinen in de McLaren. Met name in een direct gevecht was het vaak de Fin die het onderspit moest delven, al kwam hij één van de meest legendarische inhaalacties uit de F1-geschiedenis grappig genoeg wel van Hakkinen. Hij plaatste hem nota bene op Schumacher in de Belgische GP van 2000, waar hij op Kemmel Straight aan zowel Schumacher als achterblijver Ricardo Zonta voorbijging. Uiteindelijk zou Schumacher vijf titels bij Ferrari pakken, en stopte Hakkinen na 2001 met racen in de Formule 1. 

Hamilton vs Alonso

Nadat Fernando Alonso met Renault twee titels veroverde, stapte hij over naar McLaren. Daar trof hij debutant Lewis Hamilton als teamgenoot. Alonso dacht, net als Piquet met Mansell, dat hij duidelijk de eerste man zou zijn. Niets bleek minder waar.

Want waar de Spanjaard aan het begin nog dikke vrienden was met Hamilton, veranderde dit toen de Brit ook races ging winnen. Het onderlinge vertrouwen nam razendsnel af en bereikte een dieptepunt in Hongarije. Omdat Hamilton een afspraak zou hebben geschonden blokkeerde Alonso in Q3 het pitvak van McLaren zo lang, dat Hamilton niet meer naar buiten kon om zichzelf te verbeteren. Alonso redde dit net wel en pakte ook nog de pole-position. Die werd hem door de stewards afgenomen. Hamilton won de race vanaf de geërfde pole. Later in het seizoen werden de spanningen er niet minder om, en kreeg Alonso een FIA-official in de garage die controleerde of hij wel hetzelfde materiaal kreeg. Uiteindelijk kwam zowel Alonso als Hamilton precies één puntje tekort om kampioen te worden, want Raikkonen ging er met de titel vandoor. Alonso verliet het team na een seizoen alweer.

In 2008 pakte Hamilton alsnog zijn eerste wereldtitel. In de jaren daarna kwamen hij en Alonso elkaar zo nu en dan tegen om overwinningen. Beide heren hadden echter nooit het beste materiaal. In 2009 was Brawn GP met Jenson Button en Rubens Barrichello dominant, de vier jaar erna maakte Red Bull Racing de dienst uit. Toen Hamilton vanaf 2014 een dominante auto kreeg, maakte Alonso verkeerde keuzes en reed hij vaker in het achterveld. Die enkele keren dat ze elkaar tegenkwamen leverden wel meteen vuurwerk op. Denk aan het gevecht in Mexico in 2017, of Hongarije 2021. Ook dit jaar kwamen de spanningen weer naar boven bij de botsing tussen de beide heren in België. Oud zeer leek een understatement.

Lewis Hamilton, McLaren MP4-22, voor teamgenoot Fernando Alonso, McLaren MP4-22

Lewis Hamilton, McLaren MP4-22, voor teamgenoot Fernando Alonso, McLaren MP4-22

Foto: Steven Tee / Motorsport Images

Hamilton vs Rosberg 

Lewis Hamilton en Nico Rosberg waren extreem goede vrienden in de jeugd. Ze deelden alles met elkaar. De knuffel toen ze bij de Grand Prix van Australië in 2008 samen op het podium stonden, zei heel veel. Deze goede relatie veranderde drastisch toen ze samen bij Mercedes kwamen.

In 2013, toen Hamilton bij instapte bij de Zilverpijlen en Mercedes de tweede wagen had qua snelheid, ging het nog goed. Een jaar later toverde Mercedes een raket uit de hoge hoed en als er niks fout ging, was een 1-2 eerder de regel dan de uitzondering. In het begin verliepen alle gevechten fair, kijk naar de fantastische strijd in Bahrein. In België sloeg alles om toen de heren elkaar raakten in de eerste ronde. Hamilton viel ver terug met een lekke band, Rosberg haalde nog het podium. Later in het jaar kreeg de Duitser met tegenslag te maken en pakte Hamilton de tweede titel van zijn carrière. In 2015 was Hamilton echt een klasse apart en dat stak bij Rosberg. De Engelsman zocht vaak de grens op en schroomde niet zijn concurrent wijd te duwen. Iedereen kent de iconische beelden waarop Hamilton, net nadat hij in Amerika het kampioenschap won, het petje voor de tweede plaats naar Rosberg gooide, en Rosberg die uit volle frustratie met een mooie curve terug smeet.

In 2016 werd het er niet beter op voor teambaas Toto Wolff. In Spanje reden beide heren elkaar van de baan. In Oostenrijk was er contact in de laatste ronde en er waren nog meer incidenten. Toen Rosberg zijn titel binnenhaalde, stopte hij meteen met racen in de Formule 1. Zo stopte een vete tussen (voormalige) vrienden die de Formule 1 op zijn kop zette. Dat was jammer voor de fans, al zullen ze bij Mercedes toch stiekem ook een zucht van verlichting hebben geslaakt.

Hamilton vs Verstappen

Vanaf het begin van zijn carrière liet Max Verstappen zien dat hij goed kon racen. In zijn eerste jaren had hij vaak de wagen [of motor] niet om vooraan mee te kunnen doen. Toch liet hij al regelmatig zien mee te kunnen met de allerbesten. In 2015 werd hij in de Toro Rosso twee keer vierde. In 2016 won hij zijn eerste race bij Red Bull en in 2017 versloeg hij in Maleisië Hamilton in een rechtstreeks duel. In de jaren die volgden pakte Verstappen regelmatig zijn kans op het moment dat het kon. Als de auto het toestond kon je hem nooit uitvlakken.

In 2021 had hij eindelijk een auto waarmee hij voor de titel kon strijden, en kregen de fans meteen een van de allermooiste seizoenen ooit voorgeschoteld. Inhaalacties, dominante zeges, crashes, penalty’s, controverse, etc. Alles kwam naar boven. De relatie met Hamilton, die voorafgaand aan het seizoen prima was, verslechterde snel en bereikte een dieptepunt nadat de twee elkaar in Jeddah voor de zoveelste keer in het seizoen raakten. In de laatste ronde van de laatste race in Abu Dhabi werd de titelstrijd beslist nadat wedstrijdleider Michael Masi koos om de safety car binnen te halen om nog een ronde te kunnen racen. Max Verstappen pakte het kampioenschap en onttroonde Lewis Hamilton. De rivaliteit, die rustig opkwam, zorgde voor het mooiste titelgevecht sinds jaren.

Max Verstappen, Red Bull Racing RB16B, en Lewis Hamilton, Mercedes W12, strijden bij de herstart

Max Verstappen, Red Bull Racing RB16B, en Lewis Hamilton, Mercedes W12, strijden bij de herstart

Foto: Steve Etherington / Motorsport Images

Dit seizoen komt Hamilton er, vooral door de mislukte Mercedes W13, niet aan te pas. Maar volgend jaar worden de kaarten opnieuw geschud en wie weet zien we dan deel twee in deze rivaliteit.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Formule 1 blijft Monaco voorlopig trouw met nieuw driejarig contract
Volgend artikel Aston Martin looft "ultieme professional" Vettel: "Een machine"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland