Statistieken

Stats: Progressie van Verstappen en Red Bull door de jaren heen

Het jaar 2020 is daar en dat betekent voor zowel Max Verstappen als Red Bull Racing het gedroomde jaar van de waarheid. In dit laatste seizoen met stabiele F1-reglementen wil het Oostenrijkse team met Verstappen een greep naar de macht doen. Maar hoe zag de inhaaljacht er tot dusver eigenlijk uit? Motorsport.com duikt in de statistieken.

Max Verstappen, Red Bull Racing RB15

Foto door: Joe Portlock / Motorsport Images

Waar 2019 van meet af aan het 'overgangsjaar' was, moet 2020 in het teken staan van oogsten. Verstappen heeft zich - met Canada 2018 als kantelpunt - stabieler getoond dan voorheen en ook de combinatie Red Bull-Honda is gaandeweg gegroeid. Om de immer uitgesproken Helmut Marko nog maar eens aan te halen: "Voor volgend jaar zijn er geen excuses meer. De motor is top en Max is inmiddels ervaren en dus ook top. Nu is het aan ons om te leveren met het chassis."

Vooral die laatste woorden zijn uiterst reëel. Het chassis was begin 2019 duidelijk niet goed genoeg. De jaren daarvoor ging er nog wel eens een Renault-motor kapot of bleef Verstappen individueel niet foutloos. Maar wat krijgen we als we al die facetten op één hoop gooien en kijken hoe de achterstand in de afgelopen jaar is geëvolueerd? Daarvoor kijken we aan het begin van dit nieuwe jaar naar drie parameters, die we grofweg in twee categorieën kunnen opdelen. Voor de pure snelheid is de gemiddelde kwalificatie-achterstand een goede graadmeter. En voor de constantheid over een heel seizoen kijken we naar de procentuele achterstand in punten en naar het aantal gescoorde podiumplekken.

Lees ook:

De pure snelheid: Red Bull zet duidelijke stappen op zaterdag

Allereerst maar eens beginnen met de pure snelheid. De kwalificatietijden vormen daar een mooie graadmeter voor. Op zaterdagmiddag - zeker in Q3 - wordt immers alles opgeschroefd en zien we waar teams (inclusief party modes) maximaal toe in staat zijn. Voor iedere race is Verstappens achterstand ten opzichte van pole-position berekend. De onderstaande waarden zijn daar de gemiddelden van over een heel jaar.

Bij het onderstaande schema is het trouwens goed om te weten dat de kwalificaties in de regen zijn weggelaten. Op die dagen zegt de uitslag immers niet alles over de maximale potentie van de auto (vermogen speelt bijvoorbeeld een iets kleinere rol) en komt het meer op de coureur zelf aan. Het is in dat opzicht wel opvallend dat Verstappens gemiddelde kwalificatie-achterstand inclusief regen hoger uitvalt dan zonder regen. En dat voor een geprezen regenmeester.

  Gemiddelde kwalificatie-achterstand (seconden)
2017 0,835
2018 0,658
2019 0,504

In deze tabel is eigenlijk een vrij geleidelijke ontwikkeling te zien. Al is het qua factoren zeker geen rechte lijn te noemen. Zo zat er in de eerste periode nog een flink stuk persoonlijke ontwikkeling van Verstappen bij. Want waar Daniel Ricciardo de naam had 'een kwalificatiebeest' te zijn, heeft Verstappen dat stokje binnen Red Bull gaandeweg overgenomen. Het geeft vooral aan dat hij op zaterdag steeds iets dichter naar het potentieel van zijn auto is gekropen.

Daarnaast is het materiaal van Red Bull gaandeweg ook iets verbeterd. Het is nog niet op het niveau van Mercedes of Ferrari (de Scuderia was in 2019 vaak de benchmark op zaterdag), maar er zit wel degelijk progressie in. Zo was de Renault-motor in 2018 nog altijd onbetrouwbaar, maar leverde die wel iets meer vermogen dan in het jaar daarvoor. Technisch directeur Bob Bell sprak zelfs voorzichtig van een 'party mode', al wilde Marko daar nog niet aan. In zijn ogen leverde Honda pas voor het eerst die beloofde en veelbesproken motorstand.

Hoe dan ook: met het Japanse merk heeft Red Bull op zaterdag weer een nieuwe stap gezet. Ferrari bleef nog buiten schot, maar dat bleek door het povere chassis en de talloze tactische missers niet desastreus. Op zondag schoot de Scuderia zichzelf meestal in de voet. Maar om even bij Red Bull te blijven, is de conclusie helder. Verstappen is individueel inmiddels in staat om op zaterdag het maximale uit zijn auto te persen. En wat betreft die auto heeft Honda nu aan de randvoorwaarden voldaan door een competitieve motor te leveren inclusief party mode. Als Red Bull het chassis nog danig weet te verbeteren, moet het plaatje voor goede zaterdagen in 2020 wel aardig compleet zijn.

De constantheid: Betrouwbaarheid en persoonlijke groei

Maar daarmee zijn we natuurlijk nog maar halverwege. Een goede zaterdag is immers één ding, maar je koopt er verrekte weinig voor. Op zondag worden de punten pas verdeeld. En dus is het cruciaal om ook dat deel statistisch in beeld te brengen. Dat doen we met het aantal podia (percentage van de maximale score) en zijn procentuele achterstand op de wereldkampioen van ieder jaar. Dat is immers de stip aan de horizon die Verstappen en Red Bull hebben gezet.

  Aantal podia (% van maximale score)
2017 20,00 (4 van de 20 races)
2018 52,38 (11 van de 21 races)

2019

42,86 (9 van de 21 races)

  Achterstand in punten (% van wereldkampioen)
2017 53,72
2018 38,97
2019 32,69

Net als bij de kwalificatie-achterstand is ook hier een duidelijke ontwikkeling te zien. De grootste sprong vond van 2017 tot eind 2018 plaats. Dat is best logisch en zegt vooral veel over de persoonlijke groei van Verstappen junior. Want juist in die periode heeft hij zijn foutenlast drastisch teruggebracht. Het druistige dat hem begin 2018 nog parten speelde, heeft hij gaandeweg ingeruild voor gogme. Op sommige momenten - vooral in de openingsfase - heeft hij net dat halve metertje extra gelaten. Puur omdat je de race daar niet kunt winnen, maar wel verliezen.

Dat inzicht heeft geleid tot de ijzersterke tweede seizoenshelft van 2018. Verstappen stond toen in slechts twee races (Monza en Sochi) niet op het podium. Voor de rest was het iedere keer prijs. Dat brengt ons ook bij een ander interessant gegeven. Want waar eigenlijk overal een stijgende lijn in zat, gold dat in 2019 niet voor het aantal podiumplekken. Dat kwam onder meer doordat Red Bull toen een vormdipje beleefde in de tweede seizoenshelft: een tegenvallend weekend in Sochi en wat pech in Japan en Mexico.

Daartegenover staat dat Verstappen vorig jaar wel 27 WK-punten meer verzamelde dan in 2018. Dat was vooral toe te schrijven aan het veranderen van motorleverancier. De Honda-motor toonde zich ondanks enkele ongemakkelijk namelijk betrouwbaarder dan de creaties van Renault. Het aantal DNFs bleef het afgelopen jaar daardoor beperkt tot twee: België en Japan. In beide gevallen ging het om crashes en trof Honda geen enkele blaam. Qua betrouwbaarheid staan de seinen voor een titelstrijd nu dus eindelijk op groen. Voor Verstappen als individu gold dat grofweg vanaf Canada 2018, sindsdien is hij constanter geworden. In de loop der jaren zijn deze verschillende aspecten dus steeds los van elkaar verbeterd. Hoog tijd om in 2020 eens alles bij elkaar te brengen.

Video: Red Bull op termijn als Honda-fabrieksteam?

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Kubica wordt reserve bij Alfa en brengt sponsor mee
Volgend artikel Video: Tien reglementen die lelijke F1-wagens opleverden

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland