Nyck de Vries beraadt zich op hoger beroep na uitspraak bodemprocedure

Nyck de Vries overweegt om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechter in de bodemprocedure, die door ondernemer Jeroen Schothorst is aangespannen. Door die uitspraak moet de coureur een lening van 250.000 euro terugbetalen. De uitleg van de overeenkomst door de rechter is echter 'heel creatief', benadrukt zijn advocaat Jeroen Bedaux in een reactie bij Motorsport.com.

Nyck de Vries, AlphaTauri AT04

Vrijdagochtend is bekend geworden dat Jeroen Schothorst met zijn investeringsmaatschappij Investrand in het gelijk is gesteld in een bodemprocedure die hij vorig jaar heeft aangespannen tegen Nyck de Vries en zijn vader. De ondernemer heeft in 2018 250.000 euro geïnvesteerd in de carrière van de Fries, zodat hij met Prema in de Formule 2 kon racen. Deze lening zou terugbetaald moeten worden, tenzij De Vries voor 2023 niet in de Formule 1 actief zou zijn als coureur. Op dat punt verschilden de meningen, doordat de eenmalig Formule E-kampioen in 2022 als invaller debuteerde tijdens de Grand Prix van Italië. Op basis daarvan eiste Schothorst dat de lening geheel wordt terugbetaald inclusief rente, terwijl hij ook aanspraak maakte op 50 procent van de inkomsten van De Vries als F1-coureur.

De rechter is meegegaan in de uitleg van Schothorst, die in het gelijk is gesteld. Daardoor moet De Vries de lening terugbetalen, terwijl hij ook zo'n 50 procent van zijn inkomsten als F1-coureur tot en met 31 juli 2023 moet afstaan. De huidige WEC- en Formule E-coureur heeft kennis genomen van de uitspraak, zegt zijn advocaat Jeroen Bedaux in een reactie bij Motorsport.com. "Dat de rechter de overeenkomst zodanig heeft uitgelegd dat de lening niet is komen te vervallen nu De Vries als reservecoureur en invaller in de Formule 1 Grand Prix van Italië in 2022 actief is geweest, is een wel heel creatieve uitleg van de overeenkomst en strookt niet met de bedoeling van De Vries bij het aangaan van de lening en hetgeen hij is overeengekomen", vertelt Bedaux.

De advocaat benadrukt dat De Vries volgens de rechter tot en met 2022 aan alle voorwaarden van de overeenkomst met Schothorst heeft voldaan. Daarom zijn de verzoeken tot inzage van de F1-overeenkomsten van De Vries ook afgewezen. "Daarmee staat vast dat De Vries tot en met 2022 aan al zijn verplichtingen jegens Investrand heeft voldaan en dat de vorderingen van Investrand, zowel op afschrift van overeenkomsten als additionele vergoedingen over de periode tot eind 2022, zijn afgewezen", vervolgt Bedaux. "Investrand heeft dan ook veel meer gevorderd dan waarop zij recht had, hetgeen ook door de rechtbank is afgewezen."

Wel moet de lening dus volledig terugbetaald worden, omdat De Vries in 2022 als invaller al debuteerde in de Formule 1. De uitleg van de rechtbank op dit vlak strookt volgens Bedaux dan ook niet met de bedoelingen van de coureur op het moment dat hij de overeenkomst sloot, waardoor hij overweegt om in hoger beroep te gaan. "De Vries heeft ook volledig en naar eer en geweten voldaan aan zijn verplichtingen tot en met 2022, hetgeen ook in rechte is bevestigd", aldus Bedeaux. "Dat De Vries desalniettemin is veroordeeld tot het terugbetalen van lening en tot betaling van vaste en variabele rente over de eerste maanden van 2023 staat dan ook haaks op hetgeen partijen hebben afgesproken, reden waarom De Vries zich nog beraadt op hoger beroep."

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Hoe Hamilton zijn Ferrari F1-bom dropte bij Mercedes
Volgend artikel F1 Academy: Wat is het, wie doen mee, waar wordt gereden en meer

Beste reacties

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Editie

Nederland Nederland