Special feature

Herinneringen aan de Dutch Grand Prix: marshals Severijn en Van Coevorden

In de rubriek 'Herinneringen aan de Dutch Grand Prix' blikt Motorsport.com met bekende en minder bekende personen terug op eerdere edities van de Formule 1-race in Zandvoort. In het zesde deel van deze serie: Peter Severijn en Pieter van Coevorden, die als marshal verschillende keren langs de baan stonden bij de Grote Prijs van Nederland.

Marshals tijdens de Dutch Grand Prix

Foto door: Peter Severijn (privé-archief)

Grand Prix van Nederland

Alle ontwikkelingen over de mogelijke Formule 1 Grand Prix van Nederland.

Ze kennen elkaar al bijna veertig jaar, Peter Severijn (58) uit Wormerveer en Pieter van Coevorden (73) uit Zoetermeer. Als marshal hebben ze menig dag met elkaar doorgebracht op het circuit van Zandvoort. In weer en wind. En niet alleen bij de grotere, meer aansprekende evenementen, waarbij de Formule 1 vroeger natuurlijk het hoogtepunt van het jaar vormde, maar ook bij clubraces, die heel wat minder publiek trekken. Ook de mindere goden moeten er immers op kunnen vertrouwen dat de hulptroepen klaarstaan als ze van de baan raken. De marshals die in Zandvoort langs het circuit staan opgesteld, zijn allemaal vrijwilligers bij de OCA (Officials Club Automobielsport). Zij spelen op de achtergrond een cruciale en vaak onderbelichte rol. Zij zijn degenen die er als eersten bij zijn als er iets misgaat, ervoor zorgen dat de races soepel verlopen door gestrande wagens op een snelle en veilige manier te bergen en de coureurs waarschuwen voor mogelijke gevaren door te vlaggen.

Lees ook:

Severijn is al bijna vier decennia actief als marshal en maakte in de jaren tachtig vier edities van de Nederlandse Grand Prix mee. Van Coevorden, die Severijn de fijne kneepjes van het vak leerde, stopte in 2006, na dertig jaar baancommissaris te zijn geweest, waaronder bij de Formule 1. Ze zijn trouwens de eersten om het toe te geven: je moet er een beetje gek voor zijn om in je vrije tijd van vrijdag tot en met zondag, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat en onder uiteenlopende weersomstandigheden naast een strook asfalt te staan. Dus ook met Pinksteren, Pasen en als er iemand in het weekend zijn verjaardag viert. Dat Severijn en Van Coevorden nog steeds goed contact met elkaar hebben, is daarentegen tekenend voor de kameraadschap die onder marshals leeft. Ze vormen een hechte community.

De pas van een marshal bij de Grote Prijs van Nederland van 1985

De pas van een marshal bij de Grote Prijs van Nederland van 1985.

De twee zijn al even met elkaar herinneringen aan het ophalen, wanneer Motorsport.com aanschuift. Op tafel liggen foto’s, een programmaboekje van de Nederlandse Grand Prix van ’85 en passen die een marshal vroeger diende te dragen als de Formule 1 op het circuit was. Materiaal dat niet zou misstaan in een museum. Severijn begon 38 jaar geleden als marshal. “Ik kwam in ’77 voor het eerst op het circuit. Ik was toen zestien. Ik ging eigenlijk om een vriend van mij de mond te snoeren. Hij was op school alleen maar met Formule 1 bezig en stond erop dat ik een keer met hem meeging naar het circuit. Om van zijn gezeur af te zijn ging ik mee naar de Paasraces. Ik ben hem daar nog steeds dankbaar voor.” Severijn was gelijk verkocht. “Vanaf dat moment ging ik naar alle races, waaronder de Formule 1. Nadat de verkering in ’81 uit was gegaan, besloot ik om het jaar erna te gaan vlaggen.” Het waren echter moeilijke tijden voor het circuit en even dreigden er helemaal geen marshals meer nodig te zijn in Zandvoort. “Mijn eerste officiële evenement als ordecommissaris, zoals het destijds heette, was nota bene de actie Redt Zandvoort”, aldus Severijn. In eerste instantie zou er in ’82 ook geen Grand Prix zijn, maar nadat er een paar races waren uitgevallen, werd Zandvoort op het laatste moment nog aan de Formule 1-kalender toegevoegd. "Dat vond ik natuurlijk hartstikke leuk, aangezien het er eerder naar uitzag dat ik als marshal geen Grand Prix zou meemaken.”

“Het was gaaf”, zegt Severijn over de eerste keer dat hij als marshal bij de Formule 1 diende. “Ik stond met twee anderen op Post 7, Scheivlak uit. Het contract met de Formule 1 werd daarna verlengd, waardoor ik de Formule 1 in ’83, ’84 en ’85 ook van dichtbij meemaakte. Met name de Nederlandse Grand Prix van ’84 is me bijgebleven. Dat jaar was ik met een hele groep Engelsen werkzaam bij de Panoramabocht, wat een geweldig punt was om te staan. In de verte zag je de auto’s knoeperhard over de tunnel komen, waarna ze flink hard in de remmen moesten voor de rechts-links-combinatie. Het was dat jaar beregezellig. De vrouwen en vriendinnen waren er ook bij. Je nam als marshal je familie in die tijd gewoon mee. Die stonden ook achter de vangrail. Dat is nu onvoorstelbaar.” Andere tijden, wordt er instemmend geknikt.

De Lotus 94T van Elio de Angelis wordt na de race naar de pits gesleept, met achter het stuur Peter Severijn.

De Lotus 94T van Elio de Angelis wordt na de race naar de pits gesleept, met achter het stuur Peter Severijn.

In 1983 maakte Severijn ook nog iets bijzonders mee. Severijn: “Dat jaar stond ik op mijn favoriete punt, het Scheivlak. Tijdens de race stopte Elio de Angelis bij ons met pech en na afloop van de Grand Prix moest zijn Lotus terug naar de pits worden gesleept. Ik was een van de weinigen die in de auto paste en zo zat ik ineens met een brandweerhelmpje op achter het stuur van een Formule 1-wagen. Dat heeft wel indruk op me gemaakt, ook al was het aan een sleepkabel achter een oranje rescue-auto. Bij het opkomen van het rechte stuk kwam ik nog langs een volle tribune. Dat is wel een speciale herinnering.” Tegenwoordig worden de auto’s meteen naar een veilige plek achter de vangrail gebracht, nadat ze om wat voor reden dan ook op de baan zijn gestrand. In de jaren tachtig bleef een wagen echter rustig een hele race in de berm staan. Severijn: “De wedstrijd ging gewoon door. Er was geen safety car die je in de gelegenheid stelde om de auto weg te halen. De wagen stond daar dus gewoon de hele tijd.”

Severijn heeft zijn ronde in de Lotus van De Angelis te danken aan Van Coevorden. “Ik was degene die zei: ‘Ga jij er maar in’”, stoot Van Coevorden zijn oude collega plagerig aan. Met een lach: “Maar het was gewoon praktisch, hoor. Die auto moest weg!” Van Coevorden kwam in 1973 voor het eerst op het circuit van Zandvoort, als bezoeker van de Grote Prijs van Nederland. Het fatale ongeluk van Roger Williamson zag hij voor zijn neus gebeuren. “We stonden iets voor Tunnel Oost”, vertelt Van Coevorden. “Die twee Marches kwamen aan en opeens viel er iets weg in het geluid. De voorste liet zijn gas los en kwam tegen de vangrail. De auto ging de lucht in en je keek zo in de cockpit. De wagen kwam neer en zo ineens was hij ook weer verdwenen. We hebben de brand alleen in de verte gezien. We zijn er niet heen gegaan. Daar hadden we geen behoefte aan.” Van Coevorden leerde een les die hem later als marshal van pas zou komen. “Ik besefte op dat moment dat je niet alleen goed moet kijken, maar ook goed moet luisteren. Als er een ongeluk gebeurt, verandert het geluid.”

Drie jaar later maakte Van Coevorden zijn debuut als marshal. De beweegredenen om te gaan vlaggen waren simpel: “Je stond vooraan en het was gratis.” Lachend: “Pas later kom je erachter dat je een vermogen kwijt bent aan eten en benzine om je hobby uit te kunnen oefenen.” Nadat Van Coevorden zich had bewezen tijdens een aantal 'gewone' wedstrijden, mocht hij ook acteren bij de Formule 1. Het werd een zwart omrand weekend: marshal Ron Lenderink kwam tijdens de toerwagenrace op zaterdag om het leven. Van Coevorden: “Na het Scheivlak had je een snelle S-bocht en daar ging het fout. Op het rechte eind was het droog, maar achter bij ons regende het. Ze bleven echter doorrijden op slicks. Er was de hele dag niets gebeurd, we verveelden ons een beetje en opeens klapte een Renault Alpine dwars door de hekken heen. De coureur stapte gewoon uit en er was verder niets aan de hand. Maar er was een track marshal die door het gat in de vanghekken richting de auto rende - in die tijd werd je ook beoordeeld op hoe snel je bij de coureur in problemen was - en toen kwam er nog een tweede auto die door hetzelfde gat ging. Die werd gelanceerd, sloeg over de vangrail en kwam boven op die marshal terecht. Ik heb me meteen omgedraaid en de telefoon gepakt om te bellen naar de wedstrijdleiding dat er een dokter en een ambulance moest komen.”

Hoe moeilijk ook, de marshals moesten op zondag gewoon weer aantreden voor het restant van het programma, waaronder de Grand Prix. Van Coevorden: “Het was een schok, maar de volgende ochtend werden we opgevangen door de leiding van de OCA. We gingen met zijn allen een bus in en werden naar het Scheivlak gebracht omdat het daar rustig was. De toenmalige hoofdbaancommissaris hield daar een hele goede toespraak over dat het ongeluk ons zelfvertrouwen niet mocht aantasten en dat we goed moesten blijven opletten en goed om ons heen moesten blijven kijken. Vervolgens gingen we naar onze post en was het tijd voor de Grand Prix.” De marshal weet als geen ander: the show must go on.

Een ander opmerkelijk moment beleefde Van Coevorden bij de start van de Grand Prix van ’78. “We stonden gezellig met onze vrouwen bij Post 2, de uitgang van de Tarzanbocht. Na de start kwam het veld voorbij en ik meen dat het Hans-Joachim Stuck was die een duw gaf aan Didier Pironi. Die schoof weer tegen Riccardo Patrese, en Pironi en Patrese vlogen er bij Post 3 af. Vervolgens werd er een poging gedaan om de Arrows van Patrese van de baan te schuiven. Die was midden op de baan beland. Het was zo’n puinhoop dat we met zijn allen zoiets hadden van: de wedstrijdleiding vlagt de race wel af. Ik liep er langzaam naartoe om ook mee te helpen met opruimen. Maar toen kwamen de auto’s er weer aan! We moesten ons dus ineens uit de voeten maken. De ene helft van het veld ging er boven langs en de ander helft er onder langs. We zijn vervolgens met die auto gaan sjouwen tot er een BMW aankwam die hem wegtrok. Van de manier waarop dat gebeurde zou men nu trouwens gruwelen: de auto werd aangehaakt en door het gras getrokken, met nog meer schade tot gevolg.”

Marshals bij het Scheivlak tijdens de Grand Prix van Nederland.

Marshals bij het Scheivlak tijdens de Grand Prix van Nederland.

Terug naar Zandvoort

Severijn en Van Coevorden zijn er dit jaar allebei bij als de Formule 1 terugkeert naar Nederland. Severijn heeft zich opgegeven om als marshal te werken bij de Grand Prix en weet inmiddels dat hij in het eerste weekend van mei langs de kant van de baan staat. Van Coevorden is op de zaterdag als bezoeker aanwezig. Severijn had, net als veel anderen, niet verwacht dat de Formule 1 ooit nog terug zou keren naar Zandvoort, maar kreeg begin 2018 wel een voorgevoel dat er iets stond te gebeuren. “Toen begonnen ze met het plaatsen van een omheining om het circuit. De achterkant van het circuit is eigenlijk altijd open geweest. Als mensen op het fietspad beneden hoorden dat er auto’s reden, dan werd de fiets aan de kant gezet en kwamen ze naar boven. Maar toen ze aan die omheining begonnen, dacht ik wel even bij mezelf: misschien dat er iets gaat gebeuren”, aldus Severijn, die aanvankelijk sceptisch was over de komst van de Formule 1. “Ik was altijd bezorgd of het circuit niet te veel vernacheld zou worden. Zo was er sprake van dat de Hugenholtzbocht eruit zou gaan om een grotere paddock te creëren voor de Formule 1. Maar er waren al evenementen waarbij de paddock een beetje leeg oogde, wat het niet zo sfeervol maakt. En als je de paddock dan nog groter gaat maken, wordt dat natuurlijk alleen maar erger. Ik ben er dus ontzettend blij mee dat ze die bocht intact hebben gelaten en hem zelfs nog een iets mooiere lijn hebben gegeven.”

Ook na de officiële bekendmaking dat Circuit Zandvoort weer een Grand Prix zal huisvesten, zag Severijn het nog niet helemaal voor zich. Maar dat is sinds december helemaal veranderd. Severijn: “Persoonlijk vond ik het moeilijk om me er een voorstelling van te maken. Maar sinds de verbouwing onderweg is, is wel duidelijk dat er meer gebeurt dan alleen een paar bochten aanpassen. Als je kijkt wat er nu gaande is, dan is dat echt fantastisch. Hoe de hele accommodatie wordt opgeknapt en er hoe er aan de baan wordt gewerkt, is geweldig. En ik mag het misschien niet zeggen, maar van sommige dingen vind ik het stiekem ook wel mooi dat ze nu eindelijk worden aangepakt. Zoals dat er op bepaalde plekken kerbstones en uitloopstrookjes worden neergelegd, zodat de auto’s daar niet zomaar meer tegen de vangrail kletteren.” Severijn, die vier dagen in de week als promo producer werkt bij RTL, heeft er duidelijk zin in gekregen. “Het wordt fantastisch om de wagens straks voor het eerst richting de Tarzanbocht te zien gaan. Als je daar staat en je ziet de auto's op je af komen, dan zul je waarschijnlijk denken: gaan ze nog remmen of eindigen ze bij Tata Steel in IJmuiden! Om de moderne Formule 1-auto’s in volle vaart naar het Scheivlak te zien gaan, lijkt me ook geweldig.”

“Hoe gaan ze het doen?”, was de eerste gedachte van Van Coevorden - tijdens zijn werkzame leven scheepsbouwkundig ingenieur bij de Koninklijke Marine in Den Haag - toen hij hoorde dat de F1 terugkwam. “Ook gezien alle tegenstand die er was vanuit de milieuhoek. Maar chapeau, er is een geweldige prestatie neergezet door het team van Prins Bernhard. Ik ben ook erg benieuwd naar hoe het circuit er straks uitziet. Naar welke lijnen er gereden kunnen worden en dergelijke. Jan Lammers kan nu wel zeggen dat ze straks met zijn tweeën naast elkaar door de Hugenholtzbocht kunnen, maar we zien straks pas wat er echt mogelijk is.”

Severijn, die ook marshal was bij de Formule 1 op Brands Hatch en Silverstone, verwacht kippenvel te krijgen als Zandvoort begin mei oranje kleurt. Van Coevorden heeft veel minder met de Nederlandse Formule 1-gekte. “Ik ben in 2016 naar Spa geweest voor de Grand Prix, omdat ik wel eens wilde horen hoe een moderne Formule 1-auto op snelheid klinkt. Maar als ik een oranje leeuw zie lopen, dan denk ik bij mezelf: waar is de voetbalwedstrijd?”, zegt Van Coevorden, die een verschil ziet tussen degenen die fan zijn van de Formule 1 als geheel en degenen die puur en alleen fan zijn van Max Verstappen. “Ik ben gewend dat je langs de baan met iedereen een gesprek aan kan gaan over de goede en slechte kanten van welke coureur dan ook. Ik zat in Spa op de tribune tussen mensen uit Nieuw-Zeeland, Engeland en Frankrijk en ik kon met iedereen zo’n gesprek beginnen. Er zat niemand met zijn nationale vlag te zwaaien en te gillen. Maar ik hoorde van mijn broer, die bij de vorige in race in Spa was, dat er Nederlanders waren die meteen vertrokken toen Max na twee bochten was uitgevallen!" Hoewel Van Coevorden het zich maar moeilijk kan voorstellen dat je nog voor het einde van de eerste ronde de uitgang van het circuit opzoekt omdat één van de twintig coureurs uit de wedstrijd ligt, is hij natuurlijk niet tegen de inmiddels over de hele wereld bekende Verstappen-fans. Van Coevorden: "Ik gun iedereen zijn lolletje hoor! Het wordt één groot feest straks!”

Ook marshal worden? Aanmelden kan op de website van de OCA.

Video: Hoe Zandvoort de Dutch GP tot een 'ultiem racefestival' wil maken

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Racing Point wil in 2020 al grote stap zetten: "Best of the rest"
Volgend artikel Vettel en Alonso niet naar Red Bull, Verstappen mogelijk duurste coureur

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland