Ferrari: “Goede progressie geboekt, maar missen nog wat vermogen”
Ten opzichte van 2020 heeft Ferrari dit jaar een flinke stap voorwaarts gezet met de nieuwe krachtbron. Teambaas Mattia Binotto beseft echter dat het team nog wat motorvermogen mist en voorziet een ‘grote klus’ om de motor aan te passen aan de nieuwe brandstof die volgend jaar wordt gebruikt in de F1.
Foto door: Steven Tee / Motorsport Images
De eerste drie Grands Prix van 2021 zijn redelijk voorspoedig verlopen voor Ferrari. Vorig jaar kende de Italiaanse renstal zijn slechtste seizoen sinds 1980, maar dit jaar lijkt er een voorzichtige stap vooruit te zijn gezet. Na de Portugese Grand Prix bezet het team de vierde plaats in het kampioenschap voor constructeurs, nadat het team zich eigenlijk op alle vlakken heeft verbeterd. De nieuwe motor is competitiever gebleken dan de krachtbron van 2020, terwijl er ook op aerodynamisch vlak progressie is geboekt.
Toch weet Ferrari-teambaas Mattia Binotto dat het team over de gehele linie nog wel wat tekort komt. “Hoewel we op dit vlak goede progressie hebben geboekt, missen we nog wel wat motorvermogen. Dat geldt zowel voor de kwalificatie als de race en dat kan ons tijdens races kwetsbaar maken in duels”, analyseert de Italiaan in gesprek met Auto, Motor und Sport. “Qua aerodynamica hebben we ook significante progressie geboekt, maar we zitten nog niet op het niveau van de twee topteams. Hierbij waren we gebonden aan de regels rond de homologatie, waardoor we de meeste vlakken niet konden ontwikkelen.”
Krachtbron verbeteren blijft lastig
Vanwege het coronavirus werd de aerodynamische ontwikkeling deels aan banden gelegd voor 2021. Op die manier wilde F1 de kosten voor de teams drukken. Desondanks vond Binotto het moeilijker om progressie te boeken met de krachtbron. “Je moet meer prestaties vinden zonder dat je de stabiliteit en betrouwbaarheid aantast. Dat zijn twee taken ineen. Je hebt dan ook meer tijd nodig om dat te ontwikkelen dan met de auto zelf. In de korte tijd die we hadden, hebben we goed gereageerd.”
Vanaf 2022 wordt ook de ontwikkeling van de motoren bevroren, maar voor die tijd moeten de fabrikanten hun motor nog aanpassen aan de nieuwe brandstof. Die bestaat vanaf volgend jaar voor 10 procent uit bio-ethanol. Op het oog lijkt dat geen enorme verandering, maar Binotto stelt dat de impact niet onderschat mag worden. “Het is een grote klus, want het draait om twee partijen. Als motorfabrikanten moeten we het verbrandingsproces veranderen, terwijl de brandstofleverancier zijn product moet aanpassen”, concludeert hij. “Een nieuw verbrandingsproces zorgt voor veranderingen in de krachten op bepaalde componenten in de motor, wat weer invloed heeft op het ontwerp. Maar ook de fine tuning en alle parameters rond de verbranding moeten opnieuw bekeken worden. Bovendien hebben de brandstofleveranciers slechts één kans, want daarna wordt de ontwikkeling voor drie jaar bevroren.”
Video: Wat Ferrari heeft veranderd aan de krachtbron voor 2021
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.
Beste reacties