Waarom we minder wiel-aan-wiel duels zien tussen de F1-topteams
Het Formule 1-seizoen 2019 is na een stroeve aanloop – met bijvoorbeeld Paul Ricard – nog aardig tot ontbranding gekomen. Desondanks zien we tussen de drie topteams aanzienlijk minder wiel-aan-wiel gevechten dan daarachter. Motorsport.com legt met technisch expert Gary Anderson uit hoe dat komt.
Foto door: Steve Etherington / Motorsport Images
De slotfase van de Grand Prix van Singapore was bloedstollend spannend. Niet voor de TV-kijkers, want die keken vooral naar de gelopen race vooraan. Maar buiten het zicht van de regie vochten Carlos Sainz, Daniel Ricciardo, Romain Grosjean en Lance Stroll verbeten om de elfde stek. Een prachtig duel met close-racing en meerdere positiewisselingen. Het maakte duidelijk dat er met de Formule 1-auto’s anno 2019 nog best een stevig potje te racen valt. De vraag is vooral waarom we dit vooraan niet vaak zien, op enkele langdurige gevechten tussen Max Verstappen en Charles Leclerc na – denk bijvoorbeeld aan Silverstone.
Het antwoord schuilt in een combinatie van budget en het ontwerp van de huidige auto’s. De moderne F1-bolides genereren vooral downforce door de vleugels en allerlei innovatieve ontwerpen op dat vlak. In tegenstelling tot het grondeffect – dat vanaf 2021 pas terugkeert in de Formule 1 – zijn de auto’s door dit concept extreem gevoelig voor vuile lucht. Een voorganger betekent immers een verstoorde luchtstroom en dus een verlies aan downforce. De F1-ontwerpen zijn allemaal gebaseerd op een ideaalplaatje, in de windtunnel, waarbij een auto in vrije lucht opereert. Hierdoor moet het aerodynamische design in de kwalificatie optimaal werken, maar levert men in racesituaties vaak in.
Dit geldt voor alle teams, alleen voor de topteams nog net iets meer. Dat komt gek genoeg doordat zij meer geld hebben en de boel aerodynamisch dus beter voor elkaar hebben. Het klinkt paradoxaal, maar dat is het niet. De drie topteams, te weten Mercedes, Ferrari en Red Bull Racing, hebben namelijk meer financiële middelen om met een goed aerodynamisch design op de proppen te komen. Dit gebeurt wederom op de tekentafel en vervolgens in de windtunnel, een concept voor ideale omstandigheden en vrije lucht dus. Met het extra budget weten topteams doorgaans vernuftigere ontwerpen te maken dan middenvelders en dus meer downforce te genereren. Juist door die extra downforce, valt er ook meer weg in duels met anderen en zijn ze veel gevoeliger voor vuile lucht.
Het verschil tussen de ideale situatie en de racesituatie is met andere woorden groter bij topteams, waardoor zij er meer hinder van ondervinden en we tussen de grote namen minder close racing zien. Of zoals technisch expert Gary Anderson het voor Motorsport.com uitlegt: “De reden dat de top-zes auto’s minder met elkaar kunnen vechten, is omdat die auto’s meer downforce genereren. Hierdoor verliezen ze in het verkeer ook veel meer downforce dan anderen”, legt de voormalig technisch directeur van onder meer Jordan uit. “De zoektocht naar meer downforce betekent automatisch dat je op alle fronten de limiet opzoekt. Daardoor ben je met meer downforce ook vatbaarder voor een voorligger die de ideale luchtstroom verstoort. Je verliest met zo’n concept dus meer neerwaartse druk. Als je een Mercedes in vrije lucht vergelijkt met een Racing Point scheelt dat namelijk wel tien procent aan downforce. Dat zie je terug in de duels.”
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.
Beste reacties