Grosjean: “Haas nooit gezien als springplank naar Ferrari”

“Ik wil nog steeds proberen om wereldkampioen te worden. Wat er per 2021 gebeurt, is nog een groot vraagteken”, zegt Grosjean tegen Motorsport.com, doelend op de nieuwe regels en commerciële structuur die voor dat seizoen worden ingevoerd. “Ik hoop dat meer teams dan kansen hebben om races te winnen. Ik zal nooit ontkennen dat het mijn droom is om voor Ferrari te rijden, maar dat is niet waarvoor ik bij Haas ben gekomen.” Haas maakt gebruik van power units van Ferrari en koopt verder alle toegestane onderdelen van de Scuderia.

Grosjean heeft een aflopend contract bij Haas en het is nog niet zeker of deze wordt verlengd. “Wie weet wat de toekomst brengt, maar voor nu wil ik hier blijven, want we doen het geweldig en ik denk dat we tot nog meer in staat zijn. Ik maak er graag deel van uit”, aldus Grosjean. Het Amerikaanse team staat momenteel vijfde bij de constructeurs en lijkt in potentie zelfs de vierde auto van de grid te hebben. Zelf beleeft Grosjean een moeizaam derde jaar bij Haas. In het kwalificatieduel staat hij met 9-3 achter ten opzichte van zijn teamgenoot Kevin Magnussen, daarnaast heeft hij minder dan de helft van de punten van zijn Deense collega (45 om 21).

Onder meer Charles Leclerc en Sergio Perez zouden in beeld zijn bij Haas, daarnaast is het de verwachting dat Magnussen een nieuw contract krijgt. Voor Leclerc is rechtstreekse promotie naar Ferrari ook een mogelijkheid, mocht Raikkonen daar vertrekken. Grosjean is onder de indruk van hetgeen de 20-jarige Monegask in diens debuutjaar al heeft laten zien bij Sauber. “Voor de Formule 2 wist ik niet heel veel van hem, maar in die klasse heeft hij heel sterk gepresteerd en ook dit seizoen doet hij het geweldig”, zegt Grosjean over de Formule 2-kampioen van 2017. “Wel is een tweede seizoen, voor mij, altijd lastiger dan het eerste. In je eerste jaar zijn er nog geen verwachtingen, in je tweede wel, zeker als je naar Ferrari gaat. Dat wordt interessant om te zien, maar zoals ik al zei: hij doet het echt heel goed.”

Met medewerking van Ben Anderson