FIA wil motorische ontwikkeling vanaf 2021 deels 'bevriezen'
Motorleveranciers in de Formule 1 verwachten dat de krachtbronnen, door stabiliteit in de reglementen, dichter bij elkaar zullen komen qua prestaties. Vanaf 2021 wil de FIA merken tegemoet komen door de motorische ontwikkeling deels te bevriezen en zo de kosten te drukken.
Foto door: Jerry Andre / Motorsport Images
Vanaf 2021 gaan de technische reglementen danig op schop. Vooral op aerodynamisch vlak grijpt de Formule 1 stevig in. Zo worden de vleugels en bargeboards enorm versimpeld en moet downforce vooral gegenereerd worden door het grondeffect. Motorisch verandert er echter weinig tot niets. De koningsklasse houdt vast aan de hybride V6-turbo's, die in 2014 werden geïntroduceerd. In eerste instantie leek de MGU-H vanaf 2021 te sneuvelen, maar daar hebben de motorfabrikanten gezamenlijk een stokje voor gestoken.
Op motorisch vlak hebben we met andere woorden stabiliteit voor op de lange termijn. Meestal betekent dit dat verschillende merken dichter bij elkaar komen en het veld dus in elkaar schuift. Binotto verwacht dit ook op motorisch vlak te zien. Daarnaast doet hij uit de doeken dat de FIA de doorontwikkeling van motoren op bepaalde vlakken gaat bevriezen. "Er zullen beperkingen komen en daardoor hoeven we de motoren op termijn niet meer zo te ontwikkelen als vandaag de dag. Bepaalde aspecten van de motor zullen [qua ontwikkeling] zelfs helemaal worden bevroren", legt Binotto aan Motorsport.com uit.
De gedeeltelijke bevriezing betekent vooral kostenbesparing voor de verschillende motorleveranciers. Een punt dat vooral Honda erg aan het hart gaat en cruciaal is voor het al dan niet langer in F1 blijven na 2021. De angst om Honda te verliezen, lijkt zelfs één van de redenen achter dit streven van de FIA te zijn. "Het is voor de toekomst goed dat ze dingen bevriezen en ook de tijd op testbanken gaan beperken", toont ook Binotto zich tevreden met de gekozen richting. "We zien nu al dat de motoren steeds dichter bij elkaar komen en in de komende tijd zal het zeker op die voet verdergaan."
De keerzijde is wel dat een motorleverancier eind 2020 de aansluiting moet hebben. Als je dan nog steeds achter de feiten aanloopt, zijn er vanaf 2021 veel minder mogelijkheden om het gat te dichten. Dit betekent vooral dat Renault nog werk aan de winkel heeft, al moet Honda naar eigen zeggen ook nog altijd een stap maken ten opzichte van Ferrari. "Maar we zijn zelf ook voor het bevriezen van de ontwikkeling", vult Toyoharu Tanabe namens Honda aan. "Alleen zijn wij iets later ingestapt dat Ferrari, dus daarom zegt Mattia [Binotto] misschien dat er niet veel marge meer in de motoren zit en dat alles dichter bij elkaar komt. Maar wij leren nog steeds veel en hebben een andere curve. Maar goed: het is wel zeer belangrijker dat we de kosten samen beperken", sluit Honda af met het bekende speerpunt.
Met medewerking van Scott Mitchell
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.
Beste reacties