Tweevoudig Formule 1-wereldkampioen Fernando Alonso voelt deze week voor de tweede maal de Dakar-winnende Toyota Hilux aan de tand. In Namibië zet hij de voorbereiding op een mogelijk Dakar-debuut in 2020 voort. De Spanjaard wil de komende periode bekijken of hij voldoende vertrouwen heeft in een succesvolle deelname aan de monsterrally. Deze week test hij vier dagen, ondersteund door voormalig Dakar-winnaar Giniel de Villiers.

In maart testte Alonso al in de Kalahari-woestijn, ditmaal zijn de gigantische duinen van Namibië aan de beurt. Het team heeft een uitgebreid programma opgesteld om kennis te maken met de uitdagingen van de Dakar: open terrein, duinen en de route bepalen middels het roadbook. In een exclusief gesprek met Motorsport.com erkent de ervaren coureur dat hij langzaam maar zeker meer vertrouwen krijgt, maar dat er nog wel werk aan de winkel is: “De indrukken zijn goed want tot op heden hebben we zeer gecontroleerde tests afgewerkt. We proberen een goed gemarkeerde route te volgen, met dank aan de ervaring van het team. Zij weten te allen tijde wat we zouden moeten doen. Ik probeer het rustig op te bouwen en gestaag progressie te boeken en ervaring op te doen. Vooralsnog gaat alles goed.”

Alonso maakt eveneens kennis met de lastige omstandigheden. Het is meer dan veertig graden in de woestijn. Bovendien zijn het geen eenvoudige duinen: menig zandhoop is meer dan driehonderd meter hoog. “Het is een zeer interessante ervaring om de grote duinen voor de eerste keer te beklimmen”, erkent de Spanjaard. “Ze waren in het begin tamelijk afschrikwekkend en ze dwongen respect af. Je hebt er een vrij verfijnde techniek voor nodig en die heb ik op dit moment nog niet. We moesten onszelf zo nu en dan uit wat problemen bevrijden. Maar we proberen zo snel mogelijk vooruitgang te boeken en hopelijk levert het elke keer minder schrikmomenten op.”

Na deze vierdaagse test, die op vrijdag eindigt, staat op 13 en 14 september de voorlaatste ronde van het Zuid-Afrikaans cross country-kampioenschap op het programma. Daar rijdt de Spanjaard de gehele route één dag voor de race en herhaalt hij sommige proeven tijdens het evenement, maar buiten mededinging.