Analyse

Analyse: Red Bull en Mercedes kunnen met vertrouwen naar Melbourne

De Formule 1-wintertests in Barcelona zijn alweer voorbij. De tijden zeggen door allerlei variabelen lang niet alles, maar goed: wat zijn we dan wel wijzer geworden van zes dagen eindeloos rondjes draaien in Catalonië? Motorsport.com analyseert de prestaties van de drie topteams: Mercedes, Ferrari en Red Bull.

Max Verstappen, Red Bull Racing RB16

Max Verstappen, Red Bull Racing RB16

Andrew Hone / Motorsport Images

Daar stonden we dan zo'n anderhalve week geleden met de verzamelde wereldpers. Een voorzichtig zonnetje boven het Circuit de Barcelona-Catalunya luidde die woensdag het formele begin van het Formule 1-seizoen 2020 in. Alfa Romeo en Haas trokken in pitlane nog snel de doeken van hun nieuwe creaties, waarna het de hoogste tijd was voor een eerste kennismaking met alle 2020-bolides. Het zou voor de meeste teams een overwegend geslaagde kennismaking blijken.

In de zes testdagen die volgden, was namelijk zeer goed te zien dat we stabiele reglementen hebben voor dit seizoen. Zo viel er veel minder technisch malheur te bespeuren dan een jaar geleden. Dit was maar goed ook, aangezien teams niet acht maar slechts zes testdagen kregen voorgeschoteld in Catalonië. Negatieve gevolgen voor het aantal kilometers heeft dit nauwelijks gehad. Of zoals Christian Horner het treffend onder woorden bracht: "We hebben het programma van acht dagen eigenlijk in zes dagen afgewerkt." De beperking heeft teams dus veel minder pijn gedaan dan vooraf verwacht c.q. gevreesd. Volgend jaar - als de technische reglementen wel volledig op de schop gaan - zal dit waarschijnlijk een heel ander verhaal zijn.

Maar goed: eerst maar eens kijken naar het aanstaande seizoen. Want welke formaties hebben - voor wat het waard is - een goede indruk achter gelaten in het noordoosten van Spanje? Het flauwe antwoord zou zijn dat er tot aan de race in Melbourne nog geen zinnig woord over te zeggen valt. Of misschien wel tot aan de race in Bahrein, aangezien het semi-stratencircuit door het Albert Park in meerdere opzichten atypisch is. Maar het iets uitgebreidere antwoord luidt dat Mercedes en Red Bull Racing bij de topteams het meeste vertrouwen hebben getankt in Montmelo.

Mercedes: Visitekaartje afgegeven, maar zeker niet onaantastbaar

Laten we maar eens beginnen met de kampioensformatie uit Brackley. De redenen tot optimisme zijn hier vrij makkelijk te vinden. Mercedes kan qua statistieken immers verreweg de beste adelbrieven overleggen. De formatie van Toto Wolff heeft de snelste tijden op de klokken gezet en heeft ook nog eens de meeste ronden afgewerkt, 903 om precies te zijn. Het geeft aan dat de basis zowel qua snelheid als ook qua betrouwbaarheid weer dik in orde is. Maar ach: wie twijfelde daar eigenlijk ook aan bij het team met de 'Deutsche Gründlichkeit'.

Met het DAS-systeem heeft Mercedes daarnaast een mentaal tikje uitgedeeld aan de concurrentie. In de eerste week ging het in de paddock immers over niets anders dan over het innovatieve systeem, waarmee Mercedes-coureurs de hoek van de voorwielen onder het rijden kunnen aanpassen. Deze innovatie lijkt in rondetijd niet eens zo gek veel op te leveren, maar het helpt - door ongewenste wrijving te voorkomen - wel om de Pirelli-banden nog langer in leven te houden. Daarnaast fungeert het mogelijkerwijs als bliksemafleider voor veel belangrijkere innovaties op de W11, zoals de nieuwe achterwielophanging. Louter redenen om Mercedes opnieuw als dé uitgesproken favoriet voor 2020 te bestempelen.

En toch: wie eens iets verder dan deze kille cijfers kijkt, ziet ook andere signalen. Voor neutrale fans is dus nog niet alle hoop op een spannend jaar vervlogen. Zo is de 1.15.732 van Bottas niet zo buitenaards snel als dat het misschien lijkt. Natuurlijk het blijft een puike tijd, maar het verschil van meer dan een halve seconde ten opzichte van de concurrentie is behoorlijk vertekend. Vooral doordat Bottas al in de eerste week naar het zachtste rubber greep. Andere topteams deden dat in die fase nog niet. En juist dat heeft bijgedragen aan het enorme verschil. Het was tijdens de eerste week in Barcelona namelijk aanmerkelijk warmer dan tijdens de afsluitende vrijdag, toen concurrenten pas naar de zachtste compounds grepen. De omstandigheden waren dus veel beter op het moment dat de Fin zijn toptijd noteerde. Het heeft ontegenzeggelijk een rol gespeeld.

Daarnaast hebben we nog de motorische ongemakken van Mercedes als houvast. In de voorbije winter slingerde het merk met de ster een bijzondere video online, waarin het team sprak over 'enkele tegenslagen op motorisch vlak'. Hoongelach en cynisme waren de gevolgen. Want hoe kon Mercedes zich nou zo ongeloofwaardig indekken? Kwam dit misschien weer uit de trukendoos van Toto Wolff, die zijn team altijd in een underdogrol wil manoeuvreren? Maar in Barcelona bleek de video niet zo lachwekkend te zijn als dat het eerst leek. Mercedes kampte inderdaad met motorische tegenslagen. Zo heeft men maar liefst drie motoren moet gebruiken voor de zes testdagen.

Lewis Hamilton gaf hier na afloop een plausibele verklaring voor: het is de wet van de remmende voorsprong. Doordat het plafond van de V6 turbo-motoren in zicht komt voor Mercedes, kan dat merk veel minder grote stappen maken dan voorheen. Om toch nog die laatste paar procent eruit te halen, moet men meer risico nemen dan voorheen. En zie daar de verklaring van Hamilton voor alle motorische malheur. Nou moeten we daar wel tegenin brengen dat deze testweken ook bij uitstek geschikt zijn om dergelijke risico's te nemen en om de grens van het toelaatbare op te zoeken. In Australië zal men waarschijnlijk meer op safe spelen en dus geen panne krijgen. Maar goed: het geeft wel aan dat Mercedes de hete adem van concurrenten in de nek voelt en dus wordt gedwongen om de grens meer dan ooit op te zoeken.

De uitdagers: Red Bull voegt daad bij het woord, Ferrari blijft een vraagteken

Bij die concurrenten profileert Red Bull zich als voornaamste uitdager. Gedurende de wintermaanden gebeurde dit vooral met allerlei positieve uitspraken, maar in de voorbije weken heeft men de daad wel enigszins bij het woord gevoegd. Zo was de Brits-Oostenrijkse alliantie in de eerste week al zeer productief en liet men in de tweede week zien ook over de benodigde snelheid te beschikken. Daarbij moet wel worden aangetekend dat die tweede week zeker niet vlekkeloos verliep. Zo stond de RB16 net iets vaker binnen dan dat menig volger lief is. Verstappen en co. verkochten het naar de buitenwereld allemaal mooi, maar ideaal is natuurlijk anders.

Los van deze kinderziektes en van kleine probleempjes is er wel overwegend reden tot optimisme. Red Bull lijkt in staat om veel beter uit de startblokken te komen dan in de voorbije jaren. Dit blijkt ook als je hier een beetje tussen de regels (of cijfers) door leest. Zo noteerde Verstappen zijn snelste tijd op een C4-band en niet zoals de concurrenten op C5. Die allerzachtste compound heeft Red Bull helemaal niet van stal gehaald. Ze kunnen de tijden in computersimulaties gewoon doorrekenen naar C5, zonder het de concurrentie in de echte wereld te tonen. Volgens Pirelli-topman Mario Isola zit het verschil tussen C4 en C5 op 0.4 van een seconde. Daarnaast had Verstappen ook op C4 de toptijd nog wel kunnen pakken. Hij zat driemaal rond die tijd van Bottas, maar maakte tweemaal een foutje in de laatste sector en ging de derde keer bewust van het gas op start-finish. Natuurlijk blijven de motorstanden en de hoeveelheid meegenomen brandstof belangrijke variabelen, maar reden tot optimisme is er evengoed wel bij Red Bull.

Bij Ferrari ligt dat net ietsje anders. Of misschien wel heel anders. De Scuderia was weliswaar zeer productief en toonde zich (in de tweede week) uitermate betrouwbaar, maar de pure snelheid lijkt er nog niet te zijn. Nou blijft het bloedlink om dergelijke conclusies te vroeg te trekken, want voor hetzelfde geld heeft Ferrari bewust verstoppertje gespeeld na het echec van vorig jaar. Maar goed: de woorden van alle hoofdrolspelers doen iets anders vermoeden. Zo spreekt Mattia Binotto bij nagenoeg iedere gelegenheid fel tegen dat het merk uit Maranello bewust toneel heeft gespeeld. Volgens hem is de SF1000 nog simpelweg niet snel genoeg. Op basis hiervan zou je Ferrari op plek drie in de hiërarchie van teams zetten, al dringt zich wel de vraag op of al deze media-uitlatingen niet gewoon bij het grote spel (sandbaggen) horen?

Het is te hopen van wel. Want als dat niet zo is, dan heeft Ferrari een behoorlijk probleem. Juist omdat andere teams door stabiele reglementen niet bijster veel steken laten vallen, is het van cruciaal belang om in 2020 vanaf het begin sterk voor de dag te komen. Daar lijkt het nu nog niet op. Maar goed: zou een pover jaar van Ferrari dan zo verrassend zijn? Nee, dat ook weer niet. Na de technische richtlijn in Austin is hét voornaamste wapen van de Italianen - een superieure motor - voor een deel weggevallen. Tel daar het downforce-probleem van 2019 bij op en de enorme kopzorgen van Binotto zijn wel zo'n beetje geschetst. Dat downforce-probleem is volgens hem wel grotendeels opgelost, maar als de motor aan de andere kant niet meer superieur is, dan blijft de omvang van de problemen hetzelfde. In plaats van het vizier op het echte Mercedes te richten, zijn sommige betrokkenen bij Ferrari al bang voor de 'roze Mercedes' van Racing Point. Toneelspel of niet: Ferrari-fans zullen, in tegenstelling tot Mercedes- en Red Bull-aanhangers, niet al te veel hoop uit de voorbije weken hebben gehaald. Aan de Scuderia om het tegendeel te bewijzen. Laat die race in Melbourne maar komen.

Video: Wat hebben we geleerd van de F1-wintertests in Barcelona?

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Wintertest Barcelona F1 2020: Alle statistieken op een rijtje
Volgend artikel Marko na wintertests: "Weer een stap dichter bij ons doel"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland