Volvo: "In 2018 moeten we strijden om de WTCC-titel"

De Zweedse fabrikant keerde dit jaar met een volwaardig fabrieksteam terug in het WTCC. Tot op heden blijven successen uit, maar desondanks hoopt Volvo binnen twee jaar mee te kunnen doen om de titel. “In het eerste jaar [dit seizoen] wilden we af en toe in de top-vijf eindigen. Volgend jaar willen we zo nu en dan op het podium staan”, vertelde Alexander Murdzevski Schedvin, Polestar Motorsport-baas, in gesprek met Motorsport.com. “Het daaropvolgende jaar zijn er geen excuses meer mogelijk, we moeten strijden om het kampioenschap. 2018, 2019, dat is ons doel. Maar volgend jaar zo nu en dan een podium, mogelijk een zege. Ik denk dat we dat kunnen bereiken.”

Schedvin is van mening dat de S60 beschikt over de sterkste motor van het veld: “Ik denk dat we de beste motor hebben, dat is vrij duidelijk als je bovenaan staat in alle lijstjes met topsnelheden. We hebben motoren ontwikkeld voor het Australische V8 Supercars-kampioenschap. Daar hadden we de beste krachtbron dus we zijn behoorlijk blij met de aandrijflijn en de kennis van technologie. We moeten vooral het gripniveau optimaliseren. Daar kunnen we nog de meeste progressie boeken.”

Geen Zweedse coureurs in 2017?

Dit seizoen concentreert het Zweedse merk zich op het ontwikkelen van de auto. Daarom hield het vast aan de Zweedse ontwikkelingsrijders. Schedvin sluit niet uit dat er vanaf volgend jaar andere coureurs in de auto stappen: “We denken dat de auto volgend jaar wat sneller zal zijn. Dan kan je op zoek naar een line-up waarbij de snelheid belangrijker is dan dit jaar het geval is. Er is een kans dat we kiezen voor snelle rijders die niet uit Zweden afkomstig zijn.”

In de toekomst wil Schedvin vijf Volvo’s inzetten: drie in een fabrieksteam en twee privé ingeschreven S60’s: “Mogelijk over twee tot drie jaar. Nu kan dat nog niet, maar mogelijk is het tegen die tijd effectiever om privateers te hebben.”

Waardering voor Citroën

Op de vraag of het vertrek van Citroën een aderlating is voor het kampioenschap, zei Schedvin: “Er is sprake van zowel sportieve als commercieel perspectieven. Hun aanwezigheid levert veel voordelen op. Het vertrek is daardoor niet goed, maar aan de andere kant blijft geen enkele fabrikant eeuwig in een kampioenschap. Het is uniek dat in de Formule 1 Ferrari en McLaren al zo lang rondrijden. BMW racete dertig jaar niet in de DTM, voordat zij in 2012 terugkeerden. Je kunt Citroën niets kwalijk nemen dat zij vertrekken. We moeten blij zijn dat ze zo lang gebleven zijn.”

“Het is voor geen enkel kampioenschap goed om een fabrikant te verliezen. Sportief gezien staan er ook komend jaar Citroëns op de grid. De auto is goed ontwikkeld, dus ze zullen niet achteraan spartelen. We krijgen volgend jaar een sportieve uitdaging voor de kiezen.”

Interview door Federico Faturos, Motorsport.com LAT-AM