Superbike-kampioen Rea blijft tot en met 2020 bij Kawasaki

Rea voegde zich in 2015 bij de door Provec gerunde Kawasaki-renstal na zijn vertrek bij Ten Kate Honda. Hij domineerde het WSBK de afgelopen drie jaar en werd de eerste rijder die drie achtereenvolgende kampioenschappen won. De Noord-Ier pakte tijdens het afgelopen raceweekend in Brno zijn zestigste zege waarmee hij het record van Carl Fogarty (59 overwinningen) uit de boeken reed. Van dat recordaantal won hij er 45 op de Kawasaki.

De regerend wereldkampioen gaf eerder dit jaar toe verschillende aanbiedingen te hebben waaronder de mogelijkheid over te stappen naar een fabrieksteam in de MotoGP. Tegelijkertijd onthulde hij ook in gesprek te zijn over een langer verblijf bij Kawasaki. Rea verklaarde dat hij een deal had gekregen waar hij "enthousiast van werd".

“Ik ben meer dan tevreden om langer bij het Kawasaki Racing Team te blijven in de komende twee seizoenen”, zei Rea die op 65 punten voorsprong staat in het huidige kampioenschap. “Sinds het eind van afgelopen seizoen zijn de gesprekken begonnen over het doorzetten van onze samenwerking, het is mooi om daar nu een handtekening onder te zetten zodat we ons kunnen concentreren op de resterende races in 2018. Ik voel me vanaf het moment dat ik bij Kawasaki kwam al erg thuis in dit team en wat we sindsdien bereikt hebben had ik zelfs in mijn stoutste dromen niet kunnen bedenken. Ik wilde hier graag blijven en het voelt goed om dit succesverhaal door te zetten. Ik wil graag iedereen binnen het team bedanken voor deze kans en hun geloof in mij.” 

Zijn huidige teamgenoot Tom Sykes lijkt na dit seizoen te vertrekken bij KRT na een moeilijke start van het seizoen. Hij wordt in verband gebracht met een overstap naar Yamaha terwijl Michael van der Mark en teamgenoot Alex Lowes de tegenovergestelde stap naar KRT kunnen maken. Ook Ducati-rijder Chaz Davies wordt gelinkt aan een switch naar Kawasaki, hij weegt zijn mogelijkheden op dit moment af na een lange periode van ontwikkeling van de nieuwe Panigale V4. 

Met medewerking van Lewis Duncan