Latvala: "Mexico wordt de lastigste rally van het gehele seizoen"

Naast het nadeel dat Latvala tijdens de eerste gravelrally van het jaar als eerste moet starten, maakt de ervaren rijder zich zorgen over de betrouwbaarheid van zijn wagen. Toyota heeft in de voorbereiding op de terugkeer in het WRC nauwelijks onder hete omstandigheden en op grote hoogten getest. Zijn voormalig werkgever Volkswagen testte op locatie in Mexico, de Japanse fabrikant kwam niet verder dan een testsessie in Zuid-Spanje.

Dat baart Latvala zorgen voor de loodzware rally: “Ik denk niet dat ik veel kans maak op de overwinning”, erkende de Fin in gesprek met Motorsport.com. “Ik ben niet bang voor het openen van de proeven maar we moeten realistisch zijn over wat we vanuit die positie kunnen verwachten. Vorig jaar zag ik welk voordeel het heeft om later te mogen starten. Toen begon ik als zevende en na de eerste dag had ik een voorsprong van veertig seconden op Sebastien Ogier. Mexico wordt de moeilijkste rally voor ons. We zijn een nieuw team dat voor de eerste maal naar Mexico afreist. De andere teams hebben veel ervaring met deze omstandigheden. Het team heeft wat simulatiewerk verricht maar we weten nauwelijks hoe het ons in praktijk zal vergaan.”

De test in Spanje van afgelopen week was pas de tweede maal dat Latvala met de Yaris op gravel reed: “We hebben de hoogte opgezocht. We reden op zo’n 2.000 meter boven zeeniveau. Dat is goed, maar het had beter gekund. De weg liep door tot 2.300 meter maar boven de 2.000 meter lag er sneeuw. Niet erg bruikbaar voor Mexico!”

Koprol in Spanje

Tijdens de test sloeg Latvala over de kop maar dat had weinig invloed op het verdere testwerk: “Ik heb ervaring met dergelijke incidenten. En dit was misschien wel de koprol met de minste schade uit mijn gehele loopbaan. Ik reed met oude banden aan de achterzijde om dat gevoel te ervaren. Ik remde voor de bocht, verloor de achterkant en rolde door de bosjes. De achterbumper was beschadigd en er zaten wat krassen op de deur, dat was alles! Direct daarna heb ik nog honderd kilometer gereden.”

 Interview door Matt Beer