Citroën hoopt dat Loeb uitgebreid WRC-programma wil rijden

Loeb ging afgelopen weekend tijdens de Rally van Mexico aan de leiding totdat hij door een lekke band op zaterdagochtend terugviel naar een vijfde plaats. Zowel Budar als Loeb’s teamgenoot Kris Meeke gaven toe Loeb graag vaker in de C3 te willen zien. “We hebben een overeenkomst voor drie rally’s en dat is wat we momenteel zeker weten”, zei Budar in gesprek met Motorsport.com. “We zullen de wedstrijden van dit jaar afwerken en na Corsica en Spanja [de volgende rally’s van Loeb] zullen we opnieuw met hem in gesprek gaan en kijken wat er mogelijk is. Maar ik ken geen enkele teambaas in dit servicepark die niet gebruik zou willen maken van de diensten van Loeb. Dat geldt voor ons ook.”

Budar vond de prestaties van Loeb in zijn eerste gravelrally sinds vijf jaar indrukwekkend. “In Mexico hebben we het bewijs van zijn ongekende talent gezien”, voegde Budar toe. “We hebben gezien dat hij nog altijd zeer snel is en hij heeft laten zien zich snel aan te kunnen passen aan de wagen. Toen hij de leiding nam tijdens de tweede dag waren we verrast dat hij zo snel een sterk tempo kon rijden. We wisten dat hij mooie dingen kon doen, maar ik had gedacht dat het meer tijd zou kosten.”

Meeke zei te hopen dat Citroën Loeb kan verleiden voor meer evenementen aangezien hij een positieve invloed had op de moraal van het team. “Het was een geweldige ervaring”, zei Meeke. “We hebben allemaal kunnen profiteren van de energie die hij meebracht, zeker ik heb dat kunnen doen. Het is heel positief geweest. Ik heb altijd gezegd dat ik hem graag in het team wil en dat is tijdens dit evenement nog meer duidelijk geworden. Ik weet dat ik heel veel zou leren als ik gewoon een volledig seizoen met hem zou kunnen rijden. Stel je eens voor dat we het hele seizoen de beschikking over hem hebben en Craig [Breen] in de derde auto? Dan zouden we direct aan het front mee kunnen strijden in het constructeurskampioenschap. We zouden een heel erg sterk team hebben als we hem kunnen overtuigen om meer te doen.”

Met medewerking van David Evans