Hartley: “Terugkeer naar WEC stond hoog op verlanglijstje”

Onlangs maakte SMP Racing bekend dat Hartley de komende twee WEC-ronden op Sebring en Spa voor het team gaat rijden als vervanger van Jenson Button. “Ik heb naar een breed scala aan opties buiten de Formule 1 gekeken, terwijl ik tegelijkertijd een voet tussen de deur wilde houden, wat uiteindelijk is gelukt”, zegt Hartley, verwijzend naar zijn nieuwe baan als simulatorcoureur bij Ferrari, tegen Motorsport.com. “Eind vorig jaar nam ik contact op met een paar van de bekendere teams in met name het WEC die mogelijk nieuwe coureurs nodig hadden. SMP was een van de teams met wie ik contact had gelegd. Ongeveer een week geleden kwam SMP bij me terug met de boodschap dat ze iemand nodig hadden voor de komende paar WEC-races, en ze vroegen of ik interesse had.”

“Ik heb geweldige herinneringen aan mijn tijd in het WEC en een terugkeer naar de endurance erg hoog op mijn verlanglijstje”, vervolgt Hartley. “En dit was eigenlijk de perfectie manier voor mij om terug te komen in het WEC. SMP is een serieus team met fantastische coureurs. Ik zie dit als een enorme kans.”

Hartley hoopt na zijn optredens in Sebring en Spa ook deel te kunnen nemen aan de 24 uur van Le Mans, maar moet daarvoor wel op zoek naar een ander team, aangezien Button voor die race weer terugkeert in de SMP-bolide. Verder is hij betrokken bij het Formule E-project van Porsche, maar op het moment staat er niets concreets op de rol voor na zijn twee WEC-races met SMP. “Ik ben nog bezig met een aantal projecten voor de toekomst”, zegt Hartley. “Het WEC-seizoen nadert zijn einde, dus daar zijn zeker mogelijkheden met het oog op het nieuwe seizoen. Daarnaast ben ik nog steeds verbonden aan Porsche. Ik help ze met hun Formule E-project. Ik houd mijn ogen verder open, maar het is in elk geval geweldig dat die twee races met SMP nu bevestigd zijn. Ondanks hoe het vorig jaar is afgelopen in de Formule 1 ben ik altijd positief gebleven en heb ik er altijd vertrouwen in gehad dat er nieuwe kansen zouden komen.”

Met medewerking van Jamie Klein en Oleg Karpov