Van der Garde hoopt volgend jaar vaste plek in WEC te hebben

Afgelopen weekend kwam er in Bahrein een einde aan Van der Gardes eerste jaar in de langeafstandsracerij. De Nederlander werd kampioen in de European Le Mans Series, maakte zijn debuut in de 24 uur van Le Mans en deed bijna een half seizoen in het WEC. “Ik denk dat we met een positief gevoel terug kunnen kijken”, vertelt Van der Garde in de garage van ESM voor de camera van Motorsport.com. “We hebben een titel gepakt en Le Mans kunnen doen, die ik nog op mijn bucket list had staan. Helaas leverde Le Mans niet het resultaat op waarop we gehoopt hadden, maar om in je eerste jaar in de endurance gelijk kampioen te worden en te kunnen laten zien dat je snel bent, dat zijn dingen waar ik wel erg tevreden over ben.”

Er waren dit jaar natuurlijk wel een aantal zaken om aan te wennen voor de voormalig Formule 1-coureur. “In de single seaters is je teamgenoot een grote concurrent, maar als je naar het endurance-racen gaat, heb je ineens te maken met twee teamgenoten waarmee je moet samenwerken. Soms is de een sneller, soms de ander. Maar je moet ervoor zorgen dat je met zijn allen een goede pace uit de auto kunt halen en constant kunt zijn. Daar moest ik wel even aan wennen. Ik heb natuurlijk zo lang single seaters gedaan dat je gewend bent aan het gevoel dat je de snelste wil zijn binnen het team. Maar hier is dat gewoon anders. Je moet daarvoor wel een knop bij jezelf omzetten. Ik denk dat het team me daar wel goed bij geholpen heeft. Ik moet zeggen dat ik nu wel op mijn plek zit. Ik ben tevreden over hoe het is gegaan.”

In de Formule 1 is het hard tegen hard, maar hier gaat iedereen goed met elkaar om

Giedo van der Garde

Achter het stuur moest Van der Garde zich ook aanpassen. “De auto's zijn hier een stuk langzamer. Je hebt ook een andere manier van rijden nodig. Je moet een stuk eerder remmen dan in een single seater en we doen hier veel aan coasting. Dat was totaal niet mijn manier van rijden, maar goed, je moet eraan wennen en ervoor zorgen dat je je rijstijl aanpast”, aldus Van der Garde. “Ik had er twee of drie testdagen voor nodig om dat een beetje onder de knie te krijgen en daarna ging het steeds beter.”

De gemoedelijke sfeer in het langeafstandsracen spreekt Van der Garde ook wel aan. “In de Formule 1 is het hard tegen hard. Het is een keiharde business. Als je een keer niet goed presteert, kun je er zomaar uitgegooid worden. Hier in de WEC-paddock is het fantastisch. Het is gezellig en er zijn hier veel jongens die ik nog ken uit de Formule 1, de GP2 en de Formule 3. Het is leuk om hen hier weer te zien. Iedereen gaat goed met elkaar om en het is hier heel toegankelijk voor de fans.”

Ondanks dat de finish niet werd gehaald in de 24 uur van Le Mans, was de race op het Circuit de la Sarthe een van de hoogtepunten van het jaar. “Het was heel vet”, vertelt Van der Garde. “Het is een ontzettend gaaf circuit om over te rijden. Ik heb het daar goed naar mijn zin gehad. Het resultaat was natuurlijk niet wat we voor ogen hadden. Met nog vijf uur te gaan lagen we derde, toen mijn teamgenoot werd aangetikt door een GT. Hij vloog de banden in, einde verhaal. We lagen net derde, dus dat was heel erg jammer. Ik denk dat we zeker wel op het podium hadden kunnen eindigen.”

Volgend jaar

Van der Garde hoopt dat hij dit jaar voldoende heeft laten zien om volgend jaar voltijd in het WEC te kunnen racen. “We zijn druk bezig”, antwoordt hij op de vraag hoe het ervoor staat met de plannen voor 2017. “Ik ben in gesprek met verschillende teams. Ik hoop natuurlijk hier [in het WEC] te blijven, al is er misschien ook een mogelijkheid om nog een jaar European Le Mans Series te doen met Jota. Maar goed, uiteindelijk wil je het WEC in en een grote fabrikant achter je krijgen zodat je een paar jaar op dezelfde plek kan doorbrengen en echt kan laten zien wat je kan. We zijn dus druk bezig, maar er is nog niets rond.”