"Problemen Le Mans geen reclame voor LMP1", concludeert Jarvis

De 24 uur van Le Mans begon met vijf LMP1-fabrieksbolides: twee van Porsche en drie van Toyota. Stuk voor stuk kregen de topwagens te maken met mechanische problemen. Twee van de drie Japanse LMP1’s waren al voor het twaalfuur-punt uitgeschakeld. Toyota en Porsche kampten allebei met problemen aan de hybridesystemen, de Japanners hadden daarnaast te maken met een koppelingsprobleem terwijl Porsche last had van een oliedrukprobleem. 

De enig overgebleven Porsche 919 Hybrid pakte uiteindelijk de zege door in de slotfase de leidende LMP2 van onder meer Ho-Pin Tung te passeren. De collectieve problemen waren echter geen al te best visitekaartje voor de technologie van de LMP1-H klasse. Jarvis, vijf jaar actief geweest voor het Audi LMP1-team, profiteerde als teamgenoot van Tung en finishte als tweede. 

De Brit reageerde tegenover Motorsport.com op de problemen van de fabrieksteams. Jarvis was niet erg verrast, zo liet hij weten: “Ik had een weddenschap afgesloten met mijn engineers, dat een LMP2 op het podium zo eindigen. We hadden echter nooit verwacht dat we zelf aan de leiding van de race zouden rijden. Na de testdag was al duidelijk dat de LMP1’s op een bepaald moment in de race problemen zouden krijgen. De fabrikanten gaan extreem ver in het opzoeken van de limieten. Uiteindelijk leverde dat geen goede reclame op.”

Hij vervolgde: “De ACO heeft regels opgesteld om de auto’s langzamer te maken. Desondanks werd dit jaar het ronderecord verbroken en rijden de wagens harder dan ooit op minder brandstof dan ooit. Dat heeft een grote impact gehad op de betrouwbaarheid. Misschien zijn de wagens nu gewoon te technisch. Naar mijn mening moet er iets gedaan worden aan de kosten, wil de klasse levensvatbaar blijven.”

Met medewerking van Robert Ladbrook