Davidson pakte overwinning in Bahrein met gebroken teen

Samen met teamgenoten Sebastien Buemi en Kazuki Nakajima pakte Davidson in de #8 Toyota de derde overwinning op rij waarmee het totaal op vijf kwam voor dit seizoen. Het drietal was de enige van de vier LMP1-teams die een probleemloze race reden terwijl de zusterauto #7 Toyota en de #1 Porsche aanrijdingen hadden met GTE-wagens. De #2 Porsche werd al vroeg op achterstand gereden toen dat team een vroege pitstop moest maken vanwege een pion die vast kwam te zitten in het bodywork van de 919 Hybrid.

Toch ging de race niet helemaal vanzelf voor Davidson die met zijn voet tegen de deur van de pits stootte op het moment dat hij het stuur van de Toyota over wilde nemen. Hij verklaarde na afloop: “Ik brak mijn teen omdat ik tegen de deur schopte omdat ik iets te fanatiek naar de auto wilde rennen. Het komt soms voor dat je ineens in actie moet tijdens een neutralisatie. Dat is wat er nu ook gebeurde en daarbij kwam ik lelijk terecht tegen de deur. Ik voelde en realiseerde me dat het pijn deed. Het werd steeds erger gedurende de stint.

Hij voegde toe: “Als ik kon kiezen tussen een vijfde overwinning van het seizoen met een gebroken teen of helemaal geen overwinningen en geen gebroken teen, zou ik wel weten waar ik voor kies. Het maakt niet uit want het seizoen zit erop.”

Ondanks de gebroken teen zei Davidson na afloop genoten te hebben van het gevecht met de #1 Porsche in de laatste race van het Duitse merk. “Een geweldige race en voor de laatste keer een mooi gevecht met Porsche”, zei Davidson. “We raakten goed op stoom, de auto voelde direct erg goed aan. Het was een van die hele goede weekenden. Toen ik in de auto stapte was de balans erg goed en de grip was ook beter op dat punt van de race. Ik kon echt vertrouwen op de banden en kon het gat richting de leidende Porsche dichtrijden. Ik zette Nick [Tandy] onder druk, zoveel dat hij koos om voor een actie te gaan [op de #86 Gulf Porsche] en dat is waar we de race winnen. Het was echt leuk, ik heb er echt van genoten.”

Met medewerking van Jamie Klein