Audi-rijder Lotterer waarschuwt dat Porsche sneller is

De #7 Audi van Lotterer, Marcel Fässler en Benoît Tréluyer eindigden de wedstrijd voor de #2 Porsche 919 Hybrid, maar werd achteraf uit de uitslag geschrapt omdat de bodemplaat te veel was afgesleten.

De #1 Porsche reed de eerste twee uur van de wedstrijd aan de leiding totdat Brendon Harley hard crashte toen hij de GTE Am class Gulf Racing Porsche van Michael Wainwright op een ronde wilde zetten. Lotterer gaf toe dat de #1-bolide sneller was dan de Audi en voorspelde dat dit ook het geval zal zijn in Spa-Francorchamps. Deze wedstrijd staat komend weekend op het programma.

“Als je wint kun je zeggen dat je de beste auto hebt. Maar aan de andere kant moet je wel objectief blijven”, vertelde Lotterer aan Motorsport.com. “De #1 Porsche was erg snel en het was moeilijk om hen bij te houden voordat zij vanwege het ongeval wegvielen. We zijn realistisch en we hadden geluk dat de Porsche crashte.”

“We zitten er wel veel dichter op in vergelijking met vorig jaar, maar iedereen verbetert zich, ook Porsche. Zij zijn favoriet met hun 8JM benzine aangedreven auto in vergelijking met die van ons [6MJ diesel].”

Betrouwbaarheid

Lotterer prees het team voor de inspanningen omdat de #7-auto erg betrouwbaar was tijdens de zes uur durende wedstrijd op Silverstone, die gold als de eerste competitieve test voor radicaal gewijzigde R18 e-tron quattro.

“Tijdens het racen kan er veel gebeuren, het is een compleet pakket en wij moeten de race zonder problemen doorstaan”, voegde de Duitser eraan toe. “Het is bijzonder dat we geen enkel probleem zijn tegengekomen. De auto liep perfect en dat is een grote opluchting voor alle engineers.”

Maar de #8 Audi bereikte niet de finish vanwege een probleem aan het hybride systeem. Lotterer waarschuwde dat, met oog op de 24 uur van Le Mans, de betrouwbaarheid verbeterd kan worden. “We weten dat we nog werk te doen hebben”, zei hij. “We verloren de zusterauto; het is een jonge bolide en we ontdekken nog altijd dingen waarvan we kunnen leren.”

Interview door Guido Schittone