Vandoorne over racen op Bathurst: "Waarom niet?"

McLaren-directeur Zak Brown is een man die dankzij zijn omvangrijke netwerk overal thuis is. Zo hielp hij zijn ster Fernando Alonso vorig jaar aan een zitje in de Indianapolis 500 met Andretti en in januari dit jaar verscheen de Spanjaard in de 24 uur van Daytona met zijn eigen LMP2-team United Autosports. Sinds kort is Brown samen met Michael Andretti ook een partner in de Australische Supercars. De twee zijn mede-eigenaars van het team Walkinshaw Andretti United.

Fernando Alonso voelde vorig jaar bijna een Holden Supercar aan de tand tijdens een test in het Spaanse Navarra. Alonso was er ook aanwezig om de LMP2 Ligier van United Autosports te testen. Omdat de aanwezige Supercar zonder benzine kwam te vallen, kreeg de tweevoudige wereldkampioen niet meer de kans om de wagen uit te proberen.

"We zijn allemaal autosportfreaks"

Teamgenoot Stoffel Vandoorne heeft zelf de Supercars ook op zijn verlanglijstje staan en dan vooral de Bathurst 1000 op de mythische Mount Panorama. Zak Brown zal bij de race aanwezig zijn en mist daardoor de Grand Prix van Japan, die traditioneel op dezelfde datum staat geprogrammeerd. Dat kan in de toekomst een moeilijkheid zijn om de Vlaming aan de start te krijgen.

"Toen we Daytona deden vroeg ik aan Stoffel of hij ook eens een andere race wilde proberen en hij zei: 'Ja, ik wil Bathurst doen'", zegt Brown. "Dat was de race van zijn keuze. Hij was serieus, maar hij kan Japan natuurlijk niet missen!"

Vandoorne hoopt in de toekomst aan de wedstrijd te kunnen deelnemen zolang het niet ten koste gaat van zijn verrichtingen in de Formule 1. "Mijn focus blijft honderd procent op de Formule 1. het belangrijkste is dat ik daar slag, dat is mijn doel", aldus Vandoorne. "In de toekomst zien we wel welke kansen er liggen. Als het past in onze kalender, dan waarom niet? Ik praat veel met Zak omdat we allemaal autosportfreaks zijn. Bathurst is een heel coole race. Ik heb enkele vrienden die eraan hebben deelgenomen, dus we zien wel wat de toekomst brengt."

Met medewerking van Scott Mitchell