Plan voor combinatie Super GT en DTM opnieuw op tafel

Twee jaar geleden werkten de DTM en Super GT al aan een plan om gemeenschappelijke reglementen in te voeren zodat de Duitse en Japanse toerwagenklasses samen racen zouden kunnen rijden. Dat idee kreeg geen vervolg, maar door het aangekondigde vertrek van Mercedes in de DTM is de interesse voor een samenwerking met Japan weer aangewakkerd.

Bij de seizoensfinale van de DTM in Hockenheim was er al een demo met GT500-wagens van Lexus en Nissan. Op zaterdag maakten enkele DTM-wagens de omgekeerde beweging met een demo in Motegi, samen met drie Super GT-bolides. Loïc Duval, Maro Engel en Augusto Farfus vertegenwoordigden respectievelijk Audi, Mercedes en BMW. Zij kregen het gezelschap van Heikki Kovalainen (Lexus), Ronnie Quintarelli (Nissan) en Tomoki Nojiri (Honda). Het is de eerste keer dat alle zes constructeurs het circuit deelden.

Demo DTM en Super GT

Foto: Takahiro Masuda

Super GT-voorzitter Masaaki Bandoh suggereert dat een gecombineerde wedstrijd van de twee kampioenschappen, met gelijke reglementen, nog altijd bespreekbaar is. "Het was een ontroerend moment om de [Nissan] GT-R en [Lexus] LC500 samen met DTM-wagens te zien rijden op Hockenheim", zei Bandoh in Motegi. "Vandaag was het ook emotioneel met de zes wagens samen op circuit. De afstand tussen Europa en Japan is kleiner geworden. Deze wagens samenbrengen voor de fans is een grote stap naar een wedstrijd over de twee kampioenschappen heen."

"Wat voorzitter Bandoh en ik doen is niet enkel onze vriendschapsband aanhalen, maar een gezamenlijk reglement proberen op te stellen", voegt ITR-vooorzitter Gerhard Berger toe. "Als constructeurs van Japan en Duitsland racewagens bouwen naar gemeenschappelijke reglementen, dan kunnen de wagens in beide kampioenschappen rijden, wat de merken ten goede komt en de kosten vermindert. We hopen ons einddoel, een race met de twee kampioenschappen te realiseren voor onze fans."