Analyse

Waarom Quartararo en Mir weinig kans maken op een megatransfer

De contracten van de meeste MotoGP-rijders lopen aan het eind van dit seizoen af, ook die van de twee meest recente wereldkampioenen. Fabio Quartararo en Joan Mir zouden in deze positie in het verleden voldoende keuze gehad hebben om een mooie deal te scoren voor de volgende contractperiode. Maar dat lijkt in 2022 toch iets anders te zitten. De mogelijkheden zijn beperkt, evenals de financiële winst die ze kunnen boeken. Is het verlengen van het contract bij de huidige werkgever de beste optie? Motorsport.com analyseert.

Fabio Quartararo, Yamaha Factory Racing

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

De manier waarop de MotoGP omgaat met haar wereldkampioenen is de afgelopen paar seizoenen flink veranderd. Voorheen zouden wereldkampioenen als Fabio Quartararo en Joan Mir flink kunnen cashen na het behalen van de wereldtitel. Ook zouden zij bij de concurrerende merken op de verlanglijst staan. De managers konden zich uitleven om een lucratief contract uit het vuur te slepen. Nu lijkt het erop dat de belangenbehartigers van de coureurs juist conservatief te werk moeten gaan en zich vooral richten op lijfsbehoud. Dat heeft te maken met een gebrek aan opties door de strategieën die merken als Ducati en Honda nu toepassen. De miljoenencontracten liggen niet meer voor het oprapen en van die situatie kunnen Yamaha en Suzuki gebruik maken. Als gevolg daarvan maakt bijna niemand bij Yamaha of Suzuki zich zorgen dat de meest recente MotoGP-kampioenen de deur uit wandelen.

Yamaha moet contract van Quartararo opwaarderen na wereldtitel

Uit onderzoek van deze site bleek recent dat de MotoGP-rijders in totaal zo’n 20 procent van hun salaris hebben moeten inleveren ten opzichte van 2018. Quartararo en Mir zijn hier amper door geraakt, hoewel er in beide gevallen een aantal nuances zijn die verder uitgelicht moeten worden. We beginnen met Quartararo.

De nieuwste MotoGP-wereldkampioen kwam een week na afloop van het seizoen tijdens de post-season test alweer in actie met zijn Yamaha. De tweedaagse op het circuit van Jerez gaf hem meer twijfel dan zekerheid over zijn situatie bij Yamaha. De Japanse formatie kwam met een vergevorderde machine op de proppen, maar de basis van de M1 was niet naar wens voor Quartararo. En direct begon de twijfel over een eventueel langer verblijf bij Yamaha toe te slaan. “Het is te vroeg om te tekenen”, zei Quartararo destijds. “Ik wil zeker niet tekenen voordat we in Maleisië zijn voor de wintertest. Ik wil de evolutie van de motor eerst zien, dat lijkt me niet meer dan normaal. Het is niet normaal om al voor 2023 te tekenen wanneer 2022 nog moet beginnen. Ik weet wat ik wil en ik zal wachten op de vooruitgang van Yamaha, dat zullen we tijdens de test in Sepang zien.” De Fransman benadrukte zijn intenties niet veel later nog eens door te zeggen: “Als ik zie dat Yamaha voor een totaal andere richting kiest, dan heeft dat mogelijk invloed op mijn toekomst.”

Quartararo's contract moet opgewaardeerd worden als hij een nieuwe deal tekent voor 2023, is er een andere fabrikant die dat wil betalen?

Quartararo's contract moet opgewaardeerd worden als hij een nieuwe deal tekent voor 2023, is er een andere fabrikant die dat wil betalen?

Foto: Yamaha

Quartararo tekende begin 2020 al voor een zitje bij het fabrieksteam in 2021. De coureur uit Nice kreeg na zijn stormachtige ontwikkeling in de MotoGP gelijk een vergelijkbare status met Valentino Rossi en Maverick Viñales, op dat moment de twee vaandeldragers bij Yamaha. Als fabriekscoureur kreeg Quartararo een basissalaris van ongeveer 2,5 miljoen euro met daarnaast nog een bonusstructuur op basis van de behaalde resultaten. Dit jaar haalde hij vijf overwinningen en een wereldtitel, waarmee hij goed was voor zo’n 4 miljoen euro. Een koopje voor de Japanse constructeur, die dankzij het vertrek van Rossi en Viñales flink konden besparen op de salarishuishouding.

Nu Quartararo de wereldtitel gewonnen heeft voor Yamaha, zullen de Japanners dieper in de buidel moeten tasten om te voldoen aan de wensen van de nieuwe wereldkampioen. Naar verwachting gaat het om een basissalaris van zo’n 7 miljoen euro, aangevuld met eventuele bonussen. Wat Quartararo en zijn management ook van dat aanbod vinden, op basis van de huidige grid en de situaties waarin fabrikanten zich bevinden, zal niemand zoveel geld neertellen voor Quartararo. De reden daarvoor is dat niemand urgent een goede rijder nodig heeft.

Honda-flirt van Mir hangt af van Marquez' succes

Datzelfde geldt ook voor Mir, die na zijn gewonnen wereldkampioenschap in 2020 goed was voor zo’n 7 miljoen euro bij Suzuki. De managers van Quartararo en Mir bevinden zich wat dat betreft in een lastig parket. Want hoe groot is de bereidheid van andere merken om dergelijke bedragen neer te leggen voor een rijder? Niet heel groot, lijkt het. Daarnaast is het ook belangrijk om de context van de andere fabrikanten te begrijpen. Aprilia en KTM zijn duidelijk in de opbouwfase en bezig met het verbeteren van de motor, dat is de eerste prioriteit voordat ze proberen een toprijder te verleiden die ze prijzen kan brengen. Ducati heeft aan de andere kant een flinke hervorming achter de rug. Grootverdieners als Jorge Lorenzo en Andrea Dovizioso zijn ingeruild voor veelbelovende, jonge rijders die niet direct om het grote geld rijden. Ducati is helemaal niet van plan om de markt op te gaan en nieuwe rijders te halen, liet sportief directeur Paolo Ciabatti recent aan Motorsport.com weten. Wel is duidelijk dat het merk op bepaalde vlakken de portemonnee moet trekken om de coureurs beter te waarderen.

En Honda dan? Dat is een partij die mogelijk geïnteresseerd is, maar dat hangt van een aantal factoren af. Hoe staat Marc Marquez ervoor als hij aankomend weekend tijdens de test weer op de motor stapt? Honda richt alle pijlen op de achtvoudig wereldkampioen, die terugkeert van twee blessures. Marquez heeft nog een contract tot en met het eind van 2024, maar zijn welzijn zal toch meewegen in de vraag of Honda in de buidel moet tasten voor een toprijder. In principe mag van Marquez verwacht worden dat hij zich in 2022 weer gaat mengen in de strijd om de prijzen, hij won ondanks zijn beperkte fitheid in 2021 immers ook drie races. De match met teamgenoot Pol Espargaro is bovendien vrij aardig gebleken tot nu toe. Het is allesbehalve een garantie dat een coureur als Quartararo overweg kan met de Honda RC213V, hetzelfde geldt ook voor Mir.

Bij Honda was men overigens wel overtuigd van Mir, die in 2019 voor zijn promotie naar de MotoGP ook al eens lonkte naar Honda. Hem werd een plek aangeboden bij LCR, maar Mir koos uiteindelijk voor het fabrieksavontuur bij Suzuki. Bij dat team groeide hij uit tot kopman, een status die hem bij Honda niet direct ten deel zal vallen. Paco Sanchez, de manager van Mir en ook Remy Gardner, liet recent in gesprek met Motorsport.com weten dat een langer verblijf van Mir bij Suzuki waarschijnlijk is. 

De MotoGP-transfermarkt heeft ons de afgelopen jaren vaker versteld doen staan, maar voorlopig lijkt het erop dat de laatste twee wereldkampioenen op de plek blijven waar ze dit jaar ook gaan rijden.

Volgens de manager van Joan Mir is zijn pupil gebaat bij een langer Suzuki-verblijf.

Volgens de manager van Joan Mir is zijn pupil gebaat bij een langer Suzuki-verblijf.

Foto: Gold and Goose / Motorsport Images

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Beirer over Petrucci’s toekomst: “Hij blijft een vriend van KTM”
Volgend artikel Max Verstappen genomineerd voor prestigieuze sportprijs Laureus

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland