“We zitten in hetzelfde schuitje als vorig jaar”, stelt Rossi

Rossi werkte een bijzonder moeizaam weekend af in Doha waar hij enkel in de eerste vrije training de snelste tijd reed en verder steeds buiten de top-tien stond. De 40-jarige coureur slaagde er niet in door te stoten tot Q2 en moest de race zodoende vanaf de veertiende stek beginnen. Gedurende de race liep het echter een stuk beter voor de Yamaha-coureur, hij reed de gehele race in de kopgroep en kwam op de vijfde plaats aan de finish.

Toch is Rossi van mening dat Yamaha de problemen uit de afgelopen jaren niet volledig opgelost heeft. “De problemen zijn ongeveer hetzelfde”, stelt hij. “Op sommige vlakken zijn we beter geworden, maar de grip aan de achterkant blijft een probleem. Het is moeilijk daar iets aan te doen. Mijn motor voelde goed tijdens de race, anders eindig je niet zo dicht achter de winnaar. Het probleem is dat we vorig jaar in Qatar ook gewoon goed waren. Om de een of andere reden glijden we hier veel, maar blijven de banden heel. Dat is op andere circuits niet zo, daar verlies je meer performance. We zitten volgens mij min of meer in hetzelfde schuitje als vorig jaar.”

Daarbij wijst Rossi niet alleen naar topsnelheid, ook het aloude acceleratie-probleem is niet verdwenen bij de Japanse constructeur. “Voor ons is het heel moeilijk want de topsnelheden liggen heel hoog. Dat is niet het enige probleem, ook de acceleratie uit de bochten. Het ziet ernaar uit dat de andere motoren, Honda, Ducati en ook Suzuki, meer grip en vermogen hebben. Op dat vlak verliezen we. Om die reden hebben we ook in de topsnelheid een grote achterstand. Dat is het probleem, het uitkomen van de bochten.”

Volgens Rossi heeft Suzuki de afgelopen winter de grootste stappen gemaakt en heeft Yamaha om die reden veel huiswerk. “Het probleem is dat we nu achter Ducati, Honda, een satelliet-Honda en een Suzuki eindigden. Suzuki is heel sterk. Cal was vorig jaar ook al sterk, maar soms kon ik hem wel verslaan. Hij zit op ongeveer hetzelfde niveau. Suzuki heeft echt stappen gemaakt, dus wij moeten weer aan het werk.”

Met medewerking van Oriol Puigdemont