Rossi en Viñales schrijven 2019 nog niet af: "Blijven pushen"

De renstal komt na de Tsjechische GP van dit weekend tijdens de traditionele post-race test voor het eerst met een nieuwe krachtbron in actie. Dit ter voorbereiding op volgend seizoen. Realistisch gezien hebben beide rijders al geen kans meer op de wereldtitel: Rossi en Viñales en staan op meer dan honderd punten achterstand in het kampioenschap. Rossi, die acht punten scoorde in de laatste vier races, weigert echter het huidige seizoen al op te geven. Teamgenoot Viñales is het eens met zijn ervaren teamgenoot.

“We kunnen niet blijven wachten tot het 2020 wordt”, zei Rossi. “We moeten de focus leggen op 2019, we hebben nog tien races voor de boeg. We hebben vier moeilijke races gehad waarin we grote problemen hadden, zeker omdat we verwacht hadden competitief te zijn. Dat was vorig jaar namelijk wel zo. We moeten proberen goed te werken, we hebben de batterijen weer kunnen opladen in de zomerstop en gaan met veel energie van start in de tweede helft. We willen volgend jaar natuurlijk beter presteren, maar we moeten het tweede deel van dit seizoen ook goed afsluiten."

Viñales, verantwoordelijk voor Yamaha’s enige overwinning van dit seizoen, zei: “2020 begint als de race in Valencia afgelopen is. Ik werk erg geconcentreerd dit jaar, ik probeer mijn stijl te verbeteren, mijn mentaliteit en hoop de werkwijze beter te maken. Er zijn goede circuits voor ons zoals Silverstone of Phillip Island, maar ik kan ook snel zijn in Aragon. Ik denk niet na over hoeveel races ik kan winnen, ik geef altijd het maximale.”

Rossi rekent af met geruchten over toekomst

Nadat de laatste races voor de zomerstop teleurstellend verliepen voor Rossi, maakten diverse Italiaanse media melding dat de coureur zou overwegen om vroegtijdig met pensioen te gaan. De veertigjarige rijder rekent echter af met die berichten. “Het was grappig om te zien wat mensen allemaal schrijven, maar ze zijn nergens op gebaseerd”, zei Rossi. “Ik blijf dit jaar en volgend jaar zeker rijden, daar bestaat geen enkele twijfel over. Maar de mensen die dit schreven wisten dat ook wel, denk ik.”