Tech3 overweegt Rins en Zarco voor 2017

Zarco en Rins eindigden afgelopen jaar als eerste en tweede in de eindstand van de Moto2, eerstgenoemde in zijn vierde seizoen, Rins als rookie. Lin Jarvis, manager van het fabrieksteam van Yamaha, bevestigde eerder dit jaar dat Rins op het ‘wensenlijstje’ van het Japanse merk staat. Een racezitje bij satellietteam Tech3 lijkt een logische oplossing. Poncharal gaf echter aan ook een stem te hebben in het bepalen van de toekomstige line-up.

“Het is mijn team. Contractueel gezien wordt die beslissing door Tech3 genomen”, stelde Poncharal tegenover Motorsport.com. “Ik wil het echter op een slimme manier doen en de goede samenwerking met Yamaha behouden. Daarom nemen de sponsors, Yamaha en ik gezamenlijk de beslissing.”

De teambaas erkende dat Rins inderdaad een optie is voor 2017, maar gaf aan dat Zarco dat eveneens is. Beide rijders staan aanstaand seizoen nog aan de start in de Moto2. “De beste Moto2-rookie in 2014 was Maverick Vinales, en hij kende een geweldig debuutjaar in de MotoGP. De beste rookie van het voorbije seizoen was Rins, dus we weten dat hij op korte termijn in de MotoGP zal racen. Honda, Suzuki, Ducati en Yamaha overwegen stuk voor stuk hem vast te leggen.”

“Maar het is niet alleen Alex Rins, ook Johann Zarco. Hij kende een geweldig seizoen. Hij heeft indruk op me gemaakt omdat hij niet alleen snel was, maar ook slim. Johann heeft geweldige races neergezet zoals in Barcelona, slimme races, snel maar niet overhaast, aanvallend wanneer nodig. Het is duidelijk dat hij er klaar voor is.”

Geen andere kandidaten om in 2017 te promoveren

Poncharal gaf aan dat er naar zijn mening geen andere rijders actief zijn in de supportklassen die aanspraak maken op een overstap naar de MotoGP: “Er zijn niet heel veel zeer snelle, jonge rijders die in 2017 al kunnen promoveren naar de MotoGP. Veel rijders hebben veel potentie, zoals Kent, Oliveira, Quartararo, maar zij zijn er nog niet klaar voor. Alex Marquez moet aantonen dat hij het kan maar hij is nog niet sterk genoeg. Franco Morbidelli is ook een interessante jongeling maar hij heeft hoogte- en dieptepunten gekend en hij raakte geblesseerd dus met hem moeten we afwachten. Jonas Folger heeft goed gepresteerd maar hij krijgt vaak te maken met teleurstellingen.” 

“Moreel dilemma” voor komend jaar

Gezien de status van Tech3 als satellietteam van Yamaha, bedoeld als opstap voor jonge rijders, erkende Poncharal dat het team mogelijk afscheid moet nemen van Bradley Smith en Pol Espargaro. Zij hebben na het aanstaande seizoen respectievelijk vier en drie seizoenen voor het team gereden.

“Er staan vier Yamaha’s op de grid: twee van het fabrieksteam met als missie het winnen van races en de titel, maar dat is niet ons doel. Onze missie is het testen van jonge rijders en het evalueren van hun potentieel. Mogelijk worden zij dan, zoals Ben Spies, overgenomen door het fabrieksteam als daar een plekje vrijkomt. Eind 2016 hebben Bradley en Pol respectievelijk vier en drie seizoenen doorgebracht bij Tech3. Er zijn dus twee oplossingen: of ze zijn zeer succesvol en stappen over naar een fabrieksteam, Yamaha of een andere fabrikant, of ze zetten gewoon een goed seizoen neer. Wat moeten wij in dat geval dan doen? Moeten we hen tot in lengte van dagen behouden of – en dat is het lastige deel vanuit menselijk oogpunt – moeten we hen vertellen dat het onze taak is om jonge rijders te zoeken en te begeleiden en niet vijf, zes of zeven jaar met dezelfde coureur te rijden? Dat wordt een moreel dilemma.”

Domino-effect

“Ik denk dat we rond Barcelona of Assen een beter beeld van de situatie hebben, veel zal dan duidelijk zijn”, voegde de teambaas toe. “We gaan onze rijders niet direct vastleggen, we hebben hier geen druk. Laten we afwachten hoe de start van het seizoen verloopt voordat we een keuze maken. Ik verwacht sowieso een domino-effect. De beste teams en de beste rijders worden als eerste bevestigd. De fabrieksteams van Yamaha, Ducati en Honda hebben prioriteit. Daarna volgt Suzuki. Wanneer dat allemaal duidelijk is, dan beginnen wij aan de toekomst te denken.”

Interview door Lena Hemery