Analyse

Waarom Suzuki 'creatief' moet zijn om Marquez te verslaan

Yamaha en Ducati zijn er tot nu toe niet in geslaagd de dominantie van Honda en Marc Marquez in de MotoGP te doorbreken. Kan een kleiner merk met een andere aanpak en een jeugdige filosofie doen wat anderen niet konden?

Alex Rins, Team Suzuki MotoGP, Marc Marquez, Repsol Honda Team

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

Motorsport.com's Prime content

The best content from Motorsport.com Prime, our subscription service. <a href="https://www.motorsport.com/prime/">Subscribe here</a> to get access to all the features.

De recente overwinning van Alex Rins op het circuit van Silverstone heeft enkele gevolgen die verder gaan dan het enkel verslaan van Marquez in de laatste meters van de Grand Prix. Ten eerste staat Rins nu voor Danilo Petrucci op de derde plaats in het wereldkampioenschap, op 23 punten van Andrea Dovizioso. Samen met Marquez en Dovizioso is Rins de enige coureur die dit seizoen (meer dan) twee overwinningen op zijn naam heeft staan. Bovendien heeft Rins met nog zes races te gaan dit seizoen nog een theoretische kans op de wereldtitel. Hoewel die wereldtitel een utopie is voor Suzuki, is dat nu toch het eerstvolgende doel voor de formatie uit Hamamatsu. Eind vorig jaar gaf Suzuki een signaal dat het werk aan de toekomst van het project met het opzetten van een ware racedivisie, inclusief een administratieve en organisatorische structuur.

Suzuki's laatste successen

De laatste keer dat Suzuki meer dan een race won in een seizoen was 2000, toen Kenny Roberts Junior zijn eerste en enige wereldtitel won. Het was de vijfde en tot nu toe laatste wereldtitel voor het merk dat zegevierde in de drie decennia ervoor: Barry Sheene werd kampioen in 1976 en 1977, Marco Lucchinelli in 1981, Franco Uncini in 1982 en Kevin Schwantz in 1993. Het seizoen dat Roberts de titel pakte was echter in geen geval te vergelijken met de huidige situatie. Roberts pakte de titel met vier overwinningen (Motegi, Catalonië, Jerez en Sepang) tijdens een seizoen waar men vaker in de regen reed dan op het droge. Vijfvoudig 500cc-kampioen Mick Doohan was bovendien al met pensioen, Valentino Rossi was bezig aan zijn debuutseizoen en fysiek ongemak dwong Alex Crivillé ertoe te stoppen met racen.

“Het wereldkampioenschap van 2000 leek in niets op wat we tegenwoordig zien”, vertelde de eerste Spaanse 500cc-wereldkampioen in gesprek met Motorsport.com. “De tractie van Kenny’s motor was geweldig en hij was een specialist in die omstandigheden. De situatie is nu heel anders omdat Suzuki een zeer gebalanceerde machine heeft gebouwd. Het probleem is dat ze niet strijden tegen een ander merk, maar dat ze nu strijden tegen Marc Marquez. Ik zie ook dat Honda recent wel wat problemen heeft gehad met de motor, het prototype maakt een erg nerveuze indruk. Dit zie je ook terug in de manier waarop Marquez soms wat meer problemen heeft op een circuit dat Honda minder goed ligt, ondanks dat hij de beste rijder op de grid is.”

Tussen de wereldtitel van Roberts in 2000 en de recente overwinningen van Rins in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in 2019, stond Suzuki slechts drie keer op de hoogste trede van het podium. Sete Gibernau won Valencia in 2001, Chris Vermeulen won Le Mans in 2007 en Maverick Viñales pakte de overwinning tijdens de Britse GP in 2016, anderhalf jaar na de terugkeer van Suzuki in het kampioenschap. Tussendoor verdween het merk in 2012 enkele jaren vanwege financiële omstandigheden van het toneel.

“Suzuki is altijd goed geweest in het zo goed mogelijk benutten van de beschikbare middelen”, zei Suzuki-legende Kevin Schwantz in gesprek met Motorsport.com. “Ze werken efficiënter dan de anderen, ondanks dat dit ook betekent dat het soms langer duurt dan bij anderen. Ik weet nog dat wanneer we in mijn tijd vroegen om een onderdeel, het soms vier races duurde voor we er beschikking over hadden. Honda kon daarentegen de volgende week al leveren. Ze hebben misschien een satellietteam nodig om de definitieve stap te zetten, maar het moet voor Suzuki in het voordeel werken terwijl ze er ook controle over moeten houden. Ik weet zeker dat ze er profijt van zullen hebben als ze met zoiets beginnen.”

Een andere filosofie dan de overige fabrieksteams

Gevraagd naar de mogelijkheden voor een satellietteam bij Suzuki in 2021, weet teammanager Davide Brivio niet helemaal hoe hij moet reageren: “Het zou de ontwikkeling van de motor verder versnellen, daar ben ik wel optimistisch over”, geeft hij voorzichtig toe. Tot op heden heeft Suzuki wat betreft de ontwikkeling vooral geprofiteerd van de oprichting van een officieel testteam, met voormalig WSBK-kampioen Sylvain Guintoli als aanvoerder.

De filosofie van Suzuki is volledig anders dan Yamaha, Honda en Ducati. Op het gebied van investeringen, operationele zaken, maar ook het managen van de rijders. Brivio focust zich op het vastleggen van een jonge coureur zoals Viñales, Rins of Joan Mir zodat ze zich als talent kunnen ontwikkelen. Op dit moment kunnen we vaststellen dat Rins zo’n vier keer zo weinig verdient als Marquez bij Honda, afhankelijk van de resultaten. Voor de volgende periode in de contractencyclus zal Suzuki iets dieper in de buidel moeten tasten om Rins aan boord te houden, bovendien moet men hopen dat de concurrentie niet met een aanlokkelijk aanbod komt voor de Spaanse ster. Het beste wat Suzuki kan doen is Rins een competitieve GSX-RR geven, er staat een wachtrij om op deze fiets te stappen als er een plek vrijkomt.

“Ik denk dat we alle ingrediënten hebben om met Alex voor de titel te vechten”, verklaarde Brivio in gesprek met Motorsport.com. “Hij heeft twee races gewonnen, evenveel als Dovizioso, en als je de crashes in Assen en de Sachsenring buiten beschouwing laat, zou hij op dit moment tweede staan in het kampioenschap. We vestigen onze hoop op Rins, maar tegelijkertijd willen we ook dat Joan [Mir] zich verder ontwikkelt.”

De rijderspool

De rijdersmarkt is drastisch veranderd sinds Ducati in 2017 een absurd bedrag neerlegde voor de handtekening van drievoudig MotoGP-kampioen Jorge Lorenzo, zo’n 25 miljoen euro voor een tweejarig contract. Sinds het vertrek van Lorenzo de vorige zomer heeft Ducati de broekriem iets verder aangehaald, maar het team betaald Dovizioso nog altijd zo’n 6 miljoen euro terwijl het contract van Danilo Petrucci verlengd werd voor een slordige 700.000 euro.

“Het is bij ons nog niet eens een onderwerp van gesprek geweest om een andere rijder binnen te halen”, verklaarde Brivio. “We moeten creatief zijn om onze concurrenten te kunnen verslaan. We hebben in Japan een geweldig team met engineers, ze werken heel efficiënt en hebben het plan opgevat om een hele gebalanceerde motorfiets te bouwen. Met de viercilinder in lijn en een ander chassis dan de concurrenten hebben we een heel interessant pakket op dit moment.”

Brivio twijfelt er niet over de weg in te slaan die gevolgd wordt door Honda, Yamaha of Ducati. Het team heeft geen enkele ambitie om een grote rijder als Jorge Lorenzo vast te leggen, het zal ook niet proberen om Marquez weg te lokken van Honda.

Met medewerking van Oriol Puigdemont

Alex Rins viert zijn tweede overwinning van het seizoen in Silverstone.

Alex Rins viert zijn tweede overwinning van het seizoen in Silverstone.

Vorig artikel Espargaro heeft geen interesse in WK Superbikes
Volgend artikel Dovizioso volledig hersteld van zware crash op Silverstone

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland