Espargaro eindigt op 5.9s van Marquez: "Ongelooflijk"

Espargaro stond eind vorig jaar al op het podium met de RC16, maar nooit was het gat met de winnaar in droge omstandigheden kleiner dan zondag in Le Mans. Het was de kers op de taart voor Espargaro, die in iedere training in de top-tien stond en zondagochtend derde werd in de warm-up. Zonder gevaar kwam het resultaat echter niet. Espargaro zat de gehele race in het spoor van Yamaha-rijders Valentino Rossi en Franco Morbidelli en moest naar eigen zeggen “iedere ronde op de limiet rijden” om de zesde plaats te pakken.

“Vanaf de eerste training hebben we rond die plek kunnen rijden met deze rijders”, zei Espargaro. “Ze hebben goede motoren en als wij met een goede motor komen, een goede KTM, kunnen wij met ze vechten en ze verslaan zoals we dat hier gedaan hebben. We zitten pas in het derde jaar van dit project en nu al op slechts vijf seconden van een HRC Honda, dat is ongelooflijk. Het betekent dat we een goed pakket hebben en dat zij niet onverslaanbaar zijn. Ik wist dat ik niet de hele race rondjes 32.8 en 32.9 kon rijden omdat ik al heel erg op de limiet zat en m’n banden in de eerste bocht een paar keer blokkeerden met 300 kilometer per uur. Ook kreeg ik last van m’n armen omdat ik iedere ronde zo hard moest werken en op de limiet zat. Maar het is gelukt, deze motor kan het en zelfs op de limiet kun je blijven rijden. Daar ben ik heel blij mee.”

Ten opzichte van de Yamaha’s zag Espargaro dat KTM sterker is op het gebied van acceleratie en de remmen. “Franco was snel”, vervolgde de Spanjaard. “Hij probeerde me in te halen, maar ik verdedigde m’n positie omdat ik echt dacht dat ik sneller was. Ik kon beter remmen en in sommige bochten was de acceleratie ook beter dan de Yamaha. De bochtensnelheid lag daarentegen weer lager, daar haalden ze me weer in. Bochtensnelheid was de enige manier waarop ze me konden pakken. Daarom probeerde ik steeds de binnenkant te verdedigen, ik wist dat ik verder niets te vrezen had. Wanneer je de sterke punten van de motor kent, kun je vechten. Als je dat niet hebt, passeren ze je aan alle kanten.”

Met medewerking van Lena Buffa en David Gruz