Analyse

Wat kunnen teams leren van zeperds met Lorenzo en Zarco?

Twee gevestigde coureurs met een doorlopend contract verscheurden dit jaar het papiertje en kozen voor een nieuw avontuur. Het zet MotoGP-teams anno 2019 voor dilemma's waar ze lering uit kunnen trekken.

Johann Zarco, Jorge Lorenzo

Foto door: Gold and Goose / Motorsport Images

De laatste maanden moest Jorge Lorenzo tijdens iedere sessie met de media de vraag beantwoorden of hij er niet genoeg van had en of hij niet gewoon van zijn pensioen wilde genieten. Hij kwam aan het eind van 2019 al niet topfit binnen bij Honda en die blessures bleven hem achtervolgen. Uiteindelijk wist Lorenzo na de GP van Maleisië dat het genoeg was en maakte hij in Valencia bekend zijn helm aan de wilgen te hangen. Niet alleen de blessures waren aanleiding voor Lorenzo’s afscheid, hij had vanaf het begin geen vertrouwen in de 2019-versie van de RC213V.

Honda heeft zich ingezet voor verbetering, maar het liep gewoon niet. Ook meent HRC-teammanager Alberto Puig dat niet alles te herleiden is naar de motor: “Dat had in ons geval niet eens zo veel te maken met de motor”, wijst Puig op de fase van Lorenzo’s carrière. “Het is voor iedereen heel lastig als je een rijder hebt die zich niet goed voelt op de motor. Je probeert hem iets te geven waarmee hij zijn werk kan doen en het werkt niet. Het is moeilijk voor ons om daar mee om te gaan, maar verder is er niet veel te zeggen. Het is geen leuke situatie, maar het is wat het is en je moet er zo goed mogelijk mee omgaan.”

De situatie van Johann Zarco was anders. De Fransman tekende zijn eerste grote contract op aanraden van toenmalig manager Laurent Fellon, maar kon zich geen houding geven binnen een groot fabrieksteam. Zeker bij KTM, dat nog maar relatief kort actief is in de MotoGP, moest Zarco direct een leidende rol op zich nemen. De coureur bleek daar mentaal niet tegen bestand. Teleurstellende prestaties op de baan wisselde hij af met feedbacksessies met de engineers die meer dan eens uitliepen op tirades. In Oostenrijk wist Zarco dat hij er genoeg van had. Hij benaderde het management van zijn werkgever en vroeg om ontbinding van het contract. Na de GP van San Marino werd de onvermijdelijke beslissing genomen de coureur per direct uit het team te zetten. Teambaas Pit Beirer deed dat, zo beweerde hij, om het team te beschermen en er werd inderdaad weer gelachen toen de ervaren testrijder Mika Kallio plaatsnam op de plek van Zarco.

Verandering van spijs doet niet altijd eten

Dat rijders hun contract vroegtijdig verscheuren en andere uitdagingen zoeken is niet verwonderlijk te noemen. Vooral wanneer het gaat om een grote verandering. Bij Ducati was Lorenzo de grote man die hen aan het wereldkampioenschap moest helpen, bij Repsol Honda was dat vertrouwen al een stuk minder en was het aan Lorenzo om zich in hetzelfde team te bewijzen tegen de beste coureur ter wereld. Zarco werkte de eerste twee jaren van zijn carrière af in de relatieve luwte, hoewel hij vaak indruk maakte op de Yamaha. Bij Yamaha Tech 3 gaat het er toch anders aan toe dan wanneer je bij KTM gehaald wordt als de coureur die het merk verder moet helpen.

Ook wat betreft het materiaal kwamen beide rijders niet bepaald in een warm bad terecht. Honda is natuurlijk een gevestigd merk met Marc Marquez, die in zeven jaar zes wereldtitels heeft gewonnen. Honda legt in alle gevallen eerst haar oor te luister bij Marquez voordat het aandacht schenkt aan de andere rijders, logisch wanneer een coureur zo succesvol is bij een merk. Lorenzo moest daarom – meer nog dan bij Ducati – vechten voor zijn eigen stijl en filosofie. De voorkant van de machine gaf Lorenzo geen vertrouwen en Honda kon het tij niet keren. De machine was inmiddels gebouwd voor spierbundel Marquez, die iedere run rijdt alsof hij tegenover de wereldkampioen boksen in de ring staat. Dit paste duidelijk niet bij de stijl van Lorenzo.

KTM leerde een belangrijke les met het aantrekken van Zarco. Dat hij zo hard ging was blijkbaar geen garantie voor soortgelijke prestaties op de RC16. De machine van de Oostenrijkers was zo mogelijk nog lastiger te besturen is dan de Honda of Ducati, maar zeker moeilijker dan de Yamaha. De coureur moest zijn stijl daarom veranderen en dat leverde problemen op. KTM-teambaas Pit Beirer gaf toe dat het team lering heeft getrokken uit de situatie met Zarco. “Je trekt zo’n rijder aan en droomt van alles wat je met hem kunt bereiken”, zei hij. “Ons project is nog heel jong en als het dan niet werkt, is dat heel zwaar. We hebben heel veel geprobeerd om hem beter te laten functioneren, maar dat lukte gewoon niet. We kregen het niet voor elkaar. Daar worstel je lang mee.”

De progressie van KTM heeft daardoor een aanzienlijk deel van 2019 stilgestaan. Men zette zich in om Zarco aan het werk te krijgen op de machine, terwijl Pol Espargaro zichzelf telkens overtrof aan de andere kant van de pitbox. Het ontwikkelingswerk kwam daardoor voor een groot deel op zijn conto. Waar teams en coureurs in het verleden nog weleens weg konden komen met een mindere dag, is dat tegenwoordig niet meer mogelijk. “De klasse is de afgelopen jaren zo competitief geworden”, zegt Beirer daarover. “Het is misschien zo dat je destijds op een slechte dag een seconde langzamer reed, maar nog wel punten scoorde. Nu haal je geen punten meer als je een seconde te langzaam bent. De competitie is heel zwaar, de concurrentie is moordend, maar dat wisten we vooraf.”

Druk ligt hoger voor rijders en teams

Omdat contracten in de MotoGP tegenwoordig al bijna een jaar voor ingang worden getekend, nemen teams en coureurs grote risico’s wanneer ze een verbintenis met elkaar starten. Dat werkt zo nu en dan heel goed, maar brengt ook situaties met zich mee zoals bij Lorenzo en Zarco. Rijders moet zich namelijk binnen een half jaar bewijzen bij hun nieuwe werkgever voordat de plannen voor de volgende contractperiode gemaakt worden. In het geval van Zarco heeft hij daarom misschien wel de verkeerde keuze gemaakt voor zijn carrière.

Ook binnen teams zorgt een minder goed presterende rijder in combinatie met de druk van buitenaf voor spanning, weet ook Pit Beirer inmiddels: “Wanneer je een rijder hebt die goed presteert en de andere niet is dat het heel lastig voor het hele team. Ook voor de technici. Je geeft hetzelfde materiaal aan een rijder en dat wordt steeds beter, je geeft ze aan een andere rijder en dan werkt het gewoon niet. Dat zorgt er wel voor dat het heel moeilijk is.”

Hoewel de druk in de MotoGP dusdanig opgevoerd is als je kijkt naar de transfermarkt, mag je hopen dat teams zich niet weer aan dezelfde steen storen. Voor 2020 kiezen beide teams voor de jeugd met Alex Marquez en Brad Binder. De tijd moet uitwijzen of zijn kans krijgen zich rustig te ontwikkelen in de klasse, maar met een eenjarige deal – aan het eind van 2020 lopen alle contracten af – lijkt dat bij voorbaat al uitgesloten. Presteren is een pré.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Crutchlow krijgt 'uitgeleend' personeel niet terug
Volgend artikel Quartararo gemotiveerd door 'negatief commentaar'

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland