Viñales richt pijlen op tweede plaats in WK-klassement

Na Motegi keek Viñales al tegen een achterstand van 41 punten aan ten opzichte van kampioenschapsleider Marc Marquez, maar werd zondag definitief uitgeschakeld voor de titelstrijd nadat hij derde eindigde in de GP van Australië achter Marquez en teamgenoot Valentino Rossi. Viñales stond voor het eerst sinds Silverstone in augustus weer op het podium en ging voor het eerst aan de leiding sinds de race in Mugello in juni.

“Ons plan was om te pushen met nog vijf ronden te gaan”, zei Viñales over de race. “Ik denk dat ik de mogelijkheid had om andere rijders in de halen, mijn sterkste punt op het circuit was het aanremmen voor de vierde bocht. Maar toen had ik contact met Andrea [Iannone] en zakte terug tot de laatste plek in de groep. Daarna moest ik een aantal ronden herstellen en Jack [Miller] en Cal [Crutchlow] weer inhalen.”

“Ik ben desalniettemen tevreden met het podium”, vervolgde Viñales zijn verhaal. “De laatste races waren zwaar, dit was de eerste race in de tweede helft van het seizoen waar ik me sterk voelde. Nu is het winnen van het kampioenschap onmogelijk, maar we kunnen proberen om tweede te eindigen in het kampioenschap. Om dit seizoen sterk te eindigen, kan belangrijk zijn voor 2018.”

Beterschap in de regen

Viñales vond het ook positief dat de prestaties van de M1 in de regen een stuk beter waren dan een week eerder. De Spanjaard bekritiseerde zijn merk voor de problemen die het had in de regen tijdens de Japanse GP, waar een negende plaats betekende dat Viñales afhaakte voor de titelstrijd.

Tijdens de warm-up op zondag werd Viñales tweede in de regen, kort achter Marquez. Hij gelooft dat het team weer competitief kan zijn als het eventueel zou regenen op Sepang komend weekend. “In alle eerlijkheid deed ik gewoon hetzelfde op zaterdagochtend en in Japan”, zei hij. “De motor werkte veel beter, de banden voelden een stuk beter en ik kon een beetje meer pushen. Ik ben blij dat we een manier gevonden hebben, want in Maleisië kan het altijd regenen.”