Overwinning komt niet uit de lucht vallen, vindt Viñales

Voor het eerst sinds 28 oktober 2018 (de Australische GP op Philip Island) stond Viñales weer eens op de hoogste trede van het podium. De coureur veranderde afgelopen winter van startnummer, nam met Esteban Garcia een nieuwe crew-chief in de arm en manifesteerde zich op het circuit met het voornemen zich niet meer van de wijs te laten brengen door de eerste de beste tegenslag. Ondanks dat kende de rijder weinig geluk in de eerste zeven races van dit seizoen. Een valse start in Austin en enkele valpartijen door toedoen van zijn concurrenten zorgden ervoor dat de 24-jarige Spanjaard voor de komst in Assen op de tiende plaats in het kampioenschap stond.

De Dutch TT vormde echter de ommekeer in de vormdip van Viñales. Na een dominant weekend nam de rijder ook in de tweede helft van de race het heft in handen en liet hij Marc Marquez en Fabio Quartararo achter zich. “Ik had eindelijk het gevoel dat ik m’n taak volbracht had van vrijdag tot zondag, dat is het meest belangrijke van dit weekend”, verklaarde Viñales, die winnen op Assen heel speciaal vond. “Over het algemeen waren we goed op vrijdag en zaterdag, we waren altijd goed voorbereid voor de race, maar vaak zaten we in de problemen. Ik kon nooit mijn volledige potentieel benutten. De kwalificatie van dit weekend was goed en ik wist dat ik op de eerste rij kans had om de race te winnen. Ik had iets meer een groepsrace verwacht, maar we waren maar met drie rijders. Ik heb m’n kaarten gespeeld voor het eind van de race, met de harde band kon ik de laatste tien ronden pushen. Ik heb geprobeerd het zo goed mogelijk te doen en ik ben blij dat ik eindelijk een vlekkeloos weekend af heb kunnen werken.”

Doorbraak

Gevraagd naar het moment van de doorbraak, zei Viñales in Mugello een punt bereikt te hebben waarop hij wist welke werkwijze hem zou helpen in de jacht op eremetaal. In Barcelona had hij naar eigen zeggen voor de overwinning kunnen rijden, maar werd hij onderuit gekegeld door Jorge Lorenzo. “Na de race in Mugello, daar waren we heel goed in de trainingen”, vervolgde hij. “De setup was misschien niet de beste, maar voor de race hebben we meer tractie gevonden. Dat hebben we altijd nodig. Dat was goed in Montmelo en hier ook. De grip is hier altijd goed, we wisten niet wat er ging gebeuren als er minder grip zou zijn. We hebben vrijdag en zaterdag goed gewerkt. We hebben eindelijk uitgevonden dat ik tijdens de warm-up en race op dezelfde manier kan rijden.”