Lorenzo heeft nieuwe Ducati-fairing “echt nodig”

De Italiaanse renstal bracht vorig seizoen op Brno een nieuwe fairing waardoor Lorenzo een stuk beter presteerde in zijn eerste seizoen bij Ducati, maar de evolutie van het aerodynamische pakket werkt niet met de nieuwe GP18. “We hebben een evolutie van de winglets van vorig jaar gemaakt, maar de nieuwe versie werkte niet tijdens de test in Buriram”, zei Lorenzo in Argentinië. “Door een aantal rare dingen in het midden van de bocht werkte het niet. Dat hebben we in Qatar ontdekt en op dit moment is de beste oplossing om zonder winglets te rijden.”

Nadat hij de fairing zonder winglet gebruikte in de openingsrace op Qatar gebruikte Lorenzo in Argentinië de geëvolueerde fairing tijdens de race in Argentinië. De Spanjaard heeft zijn hoop echter gevestigd op een nieuwe versie van Ducati waarmee hij graag de volgende ronde in Austin zou gaan rijden. “We kunnen het momenteel nog niet helemaal vaststellen, maar we hopen dat het in Austin lukt”, zei Lorenzo. “Op dit moment bestaat de regel dat we maar twee opties kunnen proberen en dat is niet heel gunstig voor ons. We willen meer dingen kunnen testen. Tot op dit moment was het gewoon het beste om zonder winglets te rijden. Maar ik denk echt dat ik de winglets nodig heb om een beter gevoel te krijgen aan de voorkant. We hopen dat we er zo snel mogelijk gebruik van kunnen maken.”

Lorenzo kent vooralsnog een teleurstellend begin van het seizoen nadat hij vanaf een tiende plaats crashte in Qatar en in Argentinië slechts vijftiende werd. “Ik heb meer gevoel nodig, meer stabiliteit in de motor. Ik moet het vertrouwen krijgen dat ik vroeg op het gas kan en de bocht in te sturen met downforce”, zei hij. “Ik hoop dat ik deze mogelijkheid zo snel mogelijk krijg.”

Gevraagd of de elektronica op dit moment wel aan die eisen voldoet, zei hij. “Ja, op dit moment wel, we kunnen de motor het chassis niet veranderen, dat is nu eenmaal waar we het mee moeten doen. We kunnen de elektronica nog verbeteren en begrijpen wat voor mij het beste is. Ik heb daar wel een idee over.”

Met medewerking van Valentin Khorounzhiy en Federico Faturos