Zarco weet na P3 in kwalificatie: “Dit poppetje kan het nog”

Zarco maakte in de kwalificatie gebruik van de lastige omstandigheden en reed de snelste tijd in Q1 waarna hij in het beslissende deel tot de derde tijd kwam. Aangezien de omstandigheden tijdens de race hoogstwaarschijnlijk droog zullen zijn, verwacht hij dat er geen stunt in zit op zondag. Zijn resultaat in de kwalificatie was echter wel een mooie opsteker voor de KTM-rijder. “Het is goed voor de motivatie, ook als het droog is, om er in ieder geval zo lang mogelijk voor te vechten”, zei Zarco in gesprek met Canal+. “Het is een extreem zware tijd voor me en dit soort resultaten zorgen ervoor dat ik me toch iets beter voel. Ik weet niet of we hierdoor vooraan mee kunnen doen, maar het laat in ieder geval zien dat het poppetje op de motor het nog kan.”  

Zarco benadrukte dat de zomerpauze van drie weken tussen de Sachsenring en Brno op een goed moment kwamen voor de Fransman. Zijn aanpassingsproblemen bij KTM lieten hun sporen na bij de Fransman, die zelfs meende dat ervaring uit het verleden volledig ‘nutteloos’ was. “De zomerstop kwam op een goed moment, de laatste maanden waren heel erg moeilijk voor me vanwege de slechte resultaten”, vervolgde hij. “De emoties namen steeds verder de overhand. Ik kon geen oplossing vinden en al mijn ervaring leek ineens nutteloos. Dat was niet een fijn gevoel. Ik weet dat de ervaring heel belangrijk is, juist op de slechte momenten moet je proberen zo professioneel mogelijk te blijven. Je moet het hoofd koel houden, het is niet alleen mijn fout.”

Zarco’s teamgenoot Pol Espargaro eindigde op de vijfde plaats in de kwalificatie. De Spanjaard was ook goed te spreken over de prestaties van zijn teamgenoot. “Het is geweldig. Ik ben blij voor hem, wij kunnen goed met elkaar en dat is niet vanzelfsprekend voor een teamgenoot. Hij heeft veel problemen gehad dit seizoen. Mensen zeggen veel vervelende dingen over Zarco. Hij laat soms zien wie hij echt is en mensen denken niet meer na over wat hij jaren geleden gepresteerd heeft.”

Met medewerking van David Gruz